100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting evolutie $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting evolutie

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

ontstaan van de mens, alles wat je moet kennen voor toelatingsexamen arts

Preview 2 out of 5  pages

  • January 21, 2022
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
EVOLUTIE (H7/6)
https://studyboard.be/Cursussen/biologie/Lessen/7-evolutie/Topics/7leerdoelen-evolutie/

WETENSCHAPPELIJKE ARGUMENTEN DIE DE
EVOLUTIETHEORIE ONDERBOUWEN
Paleontologie (studie van fossielen)
Fossielen = voorlopers van dieren = versteende resten van organismen
 Tijdsbepaling:
 Relatieve tijdsbepaling: gidsfossielen (fossielen in dezelfde aardlaag)  leeftijd geschat
 absolute tijdsbepaling: hvlheid koolstofisotopen
o de straling uit ruimte  raakt N atomen  C14 atomen  afname door verval want
onstabiel (halfwaardetijd = 5730 j) => constante hvlheid c14 in de lucht (veel meer c12)
o komen voor in vorm v co2  planten (fotosynthese)  koolstof blijft in zelfde hvlheid
hangen in de plant als in de lucht (ook bij dieren want opeten)
o DOOD: koolstofuitwisseling: ↓ c14 en ↑c12

 Stijgende complexiteit over tijd (oudere lagen minder complex dan in jongere lagen)
 Continue reeksen (hoeven paard ontstaan uit tenen aan elkaar gegroeid)
 Overgangsvormen/tussenvormen: hoe verschillende klassen van dieren ontstaan zijn en
verwantschappen demonstreren tussen de huidige soorten


Biogeografie/continentendrift=plaattectoniek
biogeografie=de studie van de geografische verspreiding van dieren en planten over de aarde
 dier- en plantensoorten (aanwezig voordat supercontinent uiteenviel)  verspreid over de wereld
 zelfde voorouder (naar aanverwante soorten in verschil gebieden is geëvolueerd)
 soorten ontstaan na drift  komen enkel daar voor

embryologie
grote gelijkenissen tussen embryo’s van zeer uiteenlopende soorten (ontw staart en kiewbogen)
bij verdere ontw naar foetussen meer verschillen  zelfde voorouder

vergelijkende anatomie
 gemeenschappelijk bouwplan
o homologe organismen/structuren = zelfde bouw + versch functie (aanpassen aan omstandigheden)
=divergente evolutie
o analoge organismen/structuren = versch bouw + zelfde functie (vleugels vlinder vs vogel)
= convergente evolutie
 rudimentaire organen = schijnbaar overbodige structuren = organen niet verder ontwikkeld want geen functie
meer (staartbeen/appendix/haar/los beentje in een walvis)

moleculaire biologie (moleculair niveau)
gelijkenissen in: cellulaire processen verlopen identiek/DNA-sequenties/ aminozuurvolgorde (muis en mens
90% overeenkomst)
fysiologie en biochemie
fysiologie (spijsvertering/ademhaling)=universeel over het hele dierenrijk

, ALLE LEVENDE ORGANISMEN STAMMEN AF VAN EEN
GEMEENSCHAPPELIJKE VOOROUDER




EVOLUTIETHEORIEËN
Biodiversiteit = resultaat van evolutie(=geleidelijke verandering van soorten)

(Creationisme)
Biologische soorten = constant gegeven
Ze zijn onafh van elkaar onstaan  GOD

(Theorie van Lamarck )
Organismen passen zich aan onder invloed van verandering in omgeving
Delen lichaam veel gebruikt=groot + sterk <-> delen amper gebruikt = zwak => individu verandert doorheen
zijn leven
(giraf: nek langer voor eten aan grote bomen)  overerfbare modificaties (houthakker geeft sterke arm door??)
 niet correct maar 1e die rol vn omgevingsfactoren erkende

theorie van Charles Darwin = Darwinisme
reis met De Beagle (Galapagoseilanden) : vinken met verschillende snavels (aangepast aan beschikbare
voedsel)  door geografische scheiding (ieder eiland had zijn eigen begroeiing)  verschillende soorten
ontstaan
conclusies (the origin of species= de oorsprong der soorten)
 evolutie v/e soort gebeurt doordat het milieu een selecterende invloed heeft Natuu
 meer nakomelingen dan nodig (overlevingskansen hangen af van omgeving) rlijke
 the struggle for life = continue strijd om te overleven ( gunstigere levensomstandigheden) selecti
niet elke nakomeling krijgt kans om zich voort te planten
 variatie van individuen binnen een soort (konijnen andere vachtkleur)  overlevingsvoordeel? e
= survival of the fittest = best aangepast aan milieu (overlevings en voortplantingssucces)
 natuurlijke selectie = toevallig proces  best aangepast kan voortplanten en geeft genen door aan
nakomeling (aangepast genotype meer en meer zal voorkomen)
1. meer nakomelingen dan noodz
2. struggle for life
3. variatie
4. survival of the fittest
(vb: berkenspanners = nachtvlinders)

Neodarwinisme (moderne evolutietheorie)
Hele populatie > individuen
Populatie heeft een genetische variatie (verschillen genetische samenstelling)
Evolutie= verandering v/d genenpool(=samenstelling v/d genen)
Evolutie= gevolg van eender welk proces dat leidt tot een verandering in de frequentie van allelen binnen
een populatie

Wet van Hardy-Weinberg (genenpool wijzigt niet/stabiele genenpool = geen evolutie als:)
 populatie= voldoende groot
 paring= geheel willekeurig paren
 genetische selectie
 mutatie
 migratie in/uit populatie (gene flow)
 genetische drift (willek verspreiding van genen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller biesiadaeline. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart