Answer: - belangrijkste AG: A, B en A1
- belangrijkste AS: Anti-A en Anti-B
- antigen/dragermolecule: A-gen codeert voor 3-alfa-N-acetylgalactosaminetransferase en B-gen codeert voor 3-alfa-galactosyltransferase
AS van nature uit tegen AG die men niet bezit
ABO-genen op chromosoom 9 -> autosomaal en codominant overgeërfd
IgM, Kamertemperatuur, natuurlijke koude AS, klinisch belangrijk
2.
Rhesus-systeem
Answer: - belangrijke AG: D, C, c, E, e en Cw
- belangrijkste AS: Anti-D, Anti-C, Anti-c, Anti-E, Anti-e en Anti-Cw
- antigen/dragermolecule: RHD-gen codeert RHD-polypeptide en RHCE-gen codeert RHCE-polypeptide
ontdekkers: Levine en Stetson (1939), Landsteiner en Wiener (1940)
D-personen geen anti-D -> altijd gevormd na contact met RhD+ bloed -> D-antigenen enkel op RBC
Dweak = laag aantal D-antigenen en C in transpositie
Dvariant = epitopen zijn gewijzigt
IgG, 37°XC, Warme immuunantistoffen, klinisch belangrijk
3.
Lewis-systeem
Answer: - belangrijke AG: Lea, Leb
- belangrijke AS: anti-Lea, anti-Leb
- dragermolecule: geen, Le-AG worden geabsorbeerd als type 1 glycosfingolipiden vanuit plasma op de RBCmembraan
Leb beter dan Lea
AG in plasma, Le-fenotype afhankelijk van ABH-secretorstatus
IgM, Koude natuurlijke AS, klinisch niet belangrijk
4.
P-systeem
Answer: - belangrijke AG: P1
- belangrijkste AS: anti-P1
- antigen/dragermolecule: parogloboside (precursor van P1 waarop galactose gehecht wordt)
5 fenotypes: P1, P2, p, P1k, P2k
IgM, Kamertemperatuur, Klinisch niet belangrijk, Koude natuurlijke AS
-> Donath-Landsteiner hemolysines: paroxysmale koude hemoglobinurie VS P -> PKH bindt RBC bij koude temp -> RBC = warm -> RBC hemolyse -> AL valt uiteen
5.
I,i-systeem
Answer: - belangrijke AG: I
- belangrijkste AS: anti-I
- antigen/dragermolecule: band-3-ew, glucosetransporter waarop N-acetylglucosamine gehecht wordt
bij pasgeborenen I nog niet ontwikkeld, enkel i
IgM, Kamertemperatuur, Klinisch niet belangrijk, Koude natuurlijke AS
Anti-i -> Mononucleosis infectiosa
6.
MNS-systeem
Answer: - belangrijke AG: M, N, S, s, U
- belangrijkste AS: Anti-Lea, anti-Leb
- antigen/dragermolecule: glycoproteïne A (MN) en glycoproteïne B (Ss en U)
Anti-M en Anti-N: natuurlijke AS, IgM
Anti-S, anti-s en anti-U: immuunAS, IgG
Content preview
Immuunhematologie:
Immuunhematologie = subdicipline van hematologie en houdt zich bezig met het opsporen van
antigenen op RBC en hun respectievelijke antistoffen in het serum.
Interactie van AG met zijn overeenstemmende AS → transfusiereactie
Immunologie = Studie van de componenten en functie van het immuunsysteem
Immuunsysteem:
- Moleculen, cellen, weefsels en organen die niet-specifieke en specifieke bescherming bieden
tegen:
o micro-organismen
o Microbiële toxines
o Tumorcellen
- Cruciaal voor het overleven van de mens
Bloedgroepen:
Bloedgroep = classificatie van bloed gebaseerd op de aan/afwezigheid van overgeërfde antigenen
die zich op de RBC bevinden.
• Het zijn eiwitten of suikers die op hun beurt vastgehecht zijn op lipiden of eiwitten.
• Een bloedgroepsysteem bestaat uit 1 of meer antigenen gecontroleerd door 1 enkel genlocus
of door 2 of meer nauw verbonden homologe genen met weinig of geen herkenbare
recombinatie (onderling).
Bloedgroep antigenen:
Antigenen zijn substanties die in vivo (en in vitro) kunnen reageren met een specifieke antistof
= Immunogeen (antigeen die een antistof kan opwekken)
Antigen + antistof = hemolyse/agglutinatie
Epitopen →Driedimensionaal geordende chemische groepen
Antigenen van bloedgroepen zijn eiwitten of suikers die zich bevinden op dragermoleculen in de
RBC-membraan , meestal membraaneiwitten of lipiden. Vb. Band-3 eiwit = GP voor ABH en Ii.
,Dragermoleculen:
Gaat de dragermolecule 1x door het membraan → single pass of meerdere keren (multi pass)
GPI = glycosyl phofatidge inositol (gebonden EW)
Antigene determinant
= deel van antigen dat complementair is aan de overeenkomstige antistof → meestal 1à7 suikers bij
glycoproteïnen en glycolipiden en +/- 5 AZ bij de polypeptide
Het deel dat sterkste bindt = immunodominant (meestal terminale suiker of AZ)
STRUCTUUR VAN VERSCHILLENDE BLOEDGROEPSYSTEMEN:
Suiker-gebaseerde bloedgroepsystemen
ABO Glycosyltransferases
P1 Glycosyltransferases
Lewis Fucosyltransferases
Hh Fucosyltransferases
Bloedgroepsystemen op single-pass eiwitdragers
MNS Glycophorin A/B
Kell K-glycoproteïne
Bloedgroepsystemen op multi-pass eiwitdragers
Rh D proteïne / CcEe proteïne
Duffy Fy glycoproteïne
Kidd Ureum-transporter
,Antigenexpressie:
De expressie van bloedgroepantigenen wisselt sterk onder de verschillende bloedgroepsystemen. In
sommige bloedgroepsystemen zien we ook verminderde expressie op FC
Aantal (Ag/RBC)
- A1 800 000 A1 = alle H antigene omgezet naar A
- A2 250 000
- B 750 000 A2 = heb je nog een combinatie van H en A
- Lu 1500 – 4000
- K 3500 – 18000
Leeftijd: niet alle bloedgroepantigenen zijn bij de geboorte ontwikkeld
- ABH (25-50%) , Lu , P1, XgA en Vel niet volledig ontwikkeld bij geboorte.
- I, Le : ontbreken bij geboorte
Dosage-effect : Reactie van overeenstemmende antistof met homozygote cellen > heterozygote
cellen
- Kk, Ee, MN, Ss, JkaJkb
- Antigensuppressie
Antigen-suppressie : Grote C in transpositie in staat om D-antigenen te onderdrukken en zo Dweak
te ontwikkelen van Rh(D): CDe/cDe.
Silent allelen: genen die niet in staat zijn om antigenen te produceren
ANTIGENEN IMMUNOGENICITEIT:
Immunogeniciteit = de potentie/kracht van een bepaald antigen om bij een bepaald individu de
overeenstemmende antistoffen op te wekken.
Bloedgroepsystemen niet op dezelfde manier antistoffen opwekken.
D-antigeen is krachtig immunogeen en zal gemakkelijker zijn antistof opwekken, dan het E-antigeen
Jka <<<< Fy << c/E < K << D
Immunisatie afh. frequentie blootstelling.
Onderscheid transfusie-zwangerschap :
Tijdens zwangerschap minder bloed van foetus naar moeder
overgaat dan bij transfusie → minder antistoffen gemaakt
+ bij transfusie bloed van verschillende donoren, bij
zwangerschap afkomstig van de partner
RH(+) Dd DD → Rh(-) dd → Anti-D
Jk (a+b-) → Jk (a- b+) → Anti-Jka? De kans eerder klein.
VOLGORDE VAN IMMUNOGENICITEIT:
1. A,B
2. D (8x K)
3. K
4. c, E (3x minder dan K)
5. Fya (25x minder)
6. Jka (50-100x minder)
, ANTISTOFFEN:
Belang van het immuunsysteem:
• Niet-specifiek systeem: Rol van complement
• Specifiek systeem: Rol van antilichamen
Klinische belangrijke AS
- HTR intravasculair / extravasculair
- HDN
- AIHA
Antistoffen = immuunglobulinen met dubbele functie→Combineren met een targetantigen en
vervolgens een biologisch effect genereren
NATUURLIJKE ANTISTOFFEN:
= Antistoffen aangetoond bij personen die voorheen nooit met bloedproducten in contact kwamen
Voorbeelden
- Anti-A, Anti-B
- Anti-Le, Anti-P1
- Anti-Wra, Anti-Sda (1-2%)
- Anti-K, -MNS, -Lua, -Xga, Anti-E
Auto-AS (Anti-I, Anti-H)
Meestal IgM, koud reagerend
IMMUUNANTISTOFFEN :
= Resultaat van een genetisch ongelijkheid tussen RBC-antigen van donor en recipiënt of van moeder
en foetus.
ontstaan na contact met vreemde bloedgroepantigeen → treedt enkel humorale respons op
vorming van antistoffen dus geen cellulaire respons
Humorale respons: receptoren op T-lymfocyten zullen de vreemde antigenen herkennen en
vervolgens B-lymfocyten stimuleren en dan prolifereren en evt uitrijpen tot plasmacel.
Memory-cellen blijven achter
Oudste vb. HDN
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmadw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.