samenvatting van het vak personen en familierecht gedoceerd door prof. Gerd Verschelden in de Derde bachelor rechten te Ugent. Het bevat alle lesnotities en casuslessen
>< horizontale relaties = de relaties tussen gelijken zoals bij het huwelijk, de wettelijke
samenwoning en de feitelijke samenwoning
Op het examen zal er sowieso een casus zijn omtrent huwelijksvermogensrecht (horizontaal) in
combinatie met het erfrecht (iemand sterft en de gemeenschap dient vereffend te worden)
TITEL I. AFSTAMMING EN WETTELIJK ERFRECHT
H OOFDSTUK 1. A LGEMEEN
Afdeling 1 – Begrip en grondslagen
Afstamming kent verschillende betekenissen
Algemene afstamming wat verwijst naar de bloedverwantschap = de relatie tussen de
persoon die verwekt en diegene die verwekt wordt
Bijzondere afstamming wat verwijst naar het ouderschap = directe
verwantschapsband tussen ouder en kind
→ ouder-kind relatie
Alsook het verschil tussen oorspronkelijke afstamming (in essentie gebaseerd op de
bloedverwantschap) vs. adoptieve afstamming (gebaseerd op de genegenheidsband)
Alsook het verschil tussen biologische en juridische afstamming (de band van de ouder ten
opzichte van het kind is vastgesteld overeenkomstig de door de wet bepaalde regels), in de
ideale wereld zouden deze samenvallen
Vb.: de moeder geeft de eicel en de vader de zaadcel wat zou leiden tot een simpel
afstammingsrecht maar dit is niet het geval want men moet ook rekening houden met
de sociale realiteit
→ het moederschap sluit bijna altijd aan bij de biologische werkelijkheid
→ bij het vaderschap bestaan er verschillen, krachtens de wet kan je ook vader
worden. Indien men juridische vader wilt zijn, dan moet men een erkenning van het
vaderschap uiten anders heeft het kind enkel een biologische vader (prenataal of op
het ogenblik van de geboorte)
1
,Samenvatting personen en familierecht AJ 2021/2022
→ de wet kan ook verbieden om een kind biologisch vast te stellen, nl. wanneer een
broer en een zus een kind verwekken dan kan de afstammingsband niet vastgesteld
worden. Een biologische afstamming mag dan geen juridische afstamming worden
Vb.: echtgenoot heeft ontdekt dat de vrouw heeft bedrogen en deze minnaar wil de vaderrol
overnemen, dit kan gemakkelijk gebeuren als men het aanvaardt (2 in 1 procedure) maar het
kan ook zijn dat de moeder de juridische relatie met de vader gehouden heeft en het kind zo
heeft opgevoed, dan heeft de biologische vader geen poot om op te staan (het biologisch
vaderschap betwisten, maar de moeder en andere man kunnen het tegenwerken)
GwH voorziet uitzonderingen, in uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om het bezit van staat te
breken, en kijkt men waar men het meeste gewicht aan toekent
Juridische afstamming kent verschillende grondslagen
Er bestaan 3 grondslagen voor de creatie voor het afstammingsrecht
1. De bloedband (de biologische realiteit)
2. Het sociaal gedrag (sociale realiteit) = bezit van staat, het sociaal gedrag als ouder,
men gedraagt zich dus als een ouder
3. De wil of intentie (de volatiele realiteit) = de wil om ouder te worden, als men een kind
wil erkennen bij de burgerlijke stand (de enige grondslag voor het meemoederschap)
Het belang van het kind is geen 4de aanknopingspunt maar het is een criterium volgens het
GwH om één van de drie te laten primeren
Vb.: Delphine Boël = de juridische vader was de echtgenoot van de moeder die zich
als vader heeft gedragen, dus de betwisting van zijn vaderschap was onmogelijk dus
de biologische band was dan ook onmogelijk maar het GwH heeft hier geen grote
kracht aan gegeven want er waren uitzonderingen mogelijk in het belang van het kind
(momenteel heerst er dus geen rechtszekerheid hieromtrent)
Diverse gevolgen bij afstamming
→ de familienaam = van de vader wordt de familienaam overgedragen maar er bestaat nu
ook een dubbelfamilienaam
→ het erfrecht = men erft van iemand met een juridische vastgestelde afstammingsband
>< biologisch en dan is er geen wettelijk erfrecht
→ alimentatie = wederkerige verhouding, school betalen maar ook behoeftige ouders later
helpen, de onderhoudsplicht (art. 203 en 205 BW)
→ het ouderlijk gezag = de schoolkeuze, fundamentele beslissingen over het kind
=> deze gevolgen bestaan ook bij de adoptieve afstamming
2
,Samenvatting personen en familierecht AJ 2021/2022
(oorspronkelijke) afstamming versus adoptie
Afstamming in het wetboek = oorspronkelijk, want anders staat er adoptie (titel VII vs. titel VIII
van Boek I BW)
Oorspronkelijk = declaratief en biologisch
Declaratief = het verklaart het en werkt terug in de tijd, het heeft altijd bestaan
→ het kent een retroactieve werking en werkt terug tot de geboorte van het kind of de
verwekking van het kind indien dit in zijn belang is
Vb.: men erkent nu de vader van het kind te zijn, dan werkt terug tot aan de geboorte/
verwekking in het belang van het kind
Biologisch
Adoptie = constitutief en socio-affectief (genegenheidsbanden)
Constitutief = iets nieuws wordt gevestigd dat voordien nog niet bestond (een
adoptievonnis werkt terug tot het inleiden van de adoptieprocedure dus het kent ook
een kleine terugwerkende kracht)
Socio-affectief
→ adoptie is verboden bij een biologische band, het eigen kind kan men niet
adopteren
Afdeling 2 – openbare orde karakter van het afstammingsrecht
Afstammingsrecht raakt de openbare orde ( de fundamentele beginselen) => men kan er niet
van afwijken bij overeenkomst anders is dit absoluut nietig
→ komt voort uit de doctrine = cruciaal belang voor de ordening van de maatschappij (de
afstamming stelt de staat van het individu vast in de familie)
Vb.: draagmoederschap bestaat uit 2 vrouwen (diegene die het kind baart nl. de
draagmoeder en de wensmoeder die het kind wil opvoeden). Het normale beding in de
overeenkomst bestaat eruit dat de draagmoeder het kind afstaat en de naam van de
wensmoeder moet erin staan maar dit is niet wettelijk geregeld, diegene die het baart is de
moeder volgens de wet, dus zo een beding is nietig. Draagmoederschap kan een vorm krijgen
op andere manieren, de moeder in het buitenland laten bevallen of de draagmoeder wordt
juridische moeder door de bevalling en de wensmoeder zal dan moeten adopteren. Een
overeenkomst is een schending van art. 312-333 BW
3
, Samenvatting personen en familierecht AJ 2021/2022
Afdeling 3. Bloed- en aanverwantschap
§1. BLOEDVERWANTEN
Bestaat enkel op basis van de afstamming (bloedverwanten in de juridische betekenis) en is
iemand met dezelfde familie
→ er bestaan twee soorten
1. In de rechte lijn = ascendenten en descendenten die van elkaar afstammen (art. 736,
tweede en derde lid BW)
>< niet puur biologisch want er moet een juridische band zijn
2. In de zijlijn = collateralen hebben een gemeenschappelijke stamouder,
bloedverwanten van de vaderlijke zijlijn of de moederlijke zijlijn (art. 733, eerste lid BW)
Vb.: broers en zussen, ooms en tantes
In de zijlijn hebben volle broers twee gezamenlijke ouders, halfbroers hebben slechts één
gezamenlijke stamouder = het is echter wel een bloedverwant
>< stiefbroer = geboren uit een ander huwelijk zonder verwantschap (noch een
bloedverwant, noch een aanverwant)
= juridisch wordt dit enkel gebruikt in de context van een huwelijk maar in de
omgangstaal wordt het ook nog gebruikt in andere situaties
§2. AANVERWANTSCHAP (‘AANGEHUWDEN’)
Bestaat enkel en alleen op basis van het huwelijk (dus niet wettelijke en feitelijke samenwoning)
= aangetrouwd familielid
Bloedverwanten van de echtgenoot
Echtgenoten van een bloedverwant
Kent gevolgen voor de onderhoudsverplichting en de huwelijksbeletsels
SYSTEEM VAN DE GRADEN
Tussen bloedverwanten = elke generatie is een graad in de rechte lijn maar niet in de zijlijn
Rechte lijn = het aantal graden komt overeen met de generaties (art. 737 BW)
Zijlijn = men moet kijken naar de gemeenschappelijke voorouder en dan nederdalen
en alle generaties optellen (art. 738 BW)
Tussen aanverwanten = kent hetzelfde systeem maar geen graad voor het huwelijk dat de
verwantschap deed ontstaan
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lexspecialis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.60. You're not tied to anything after your purchase.