Samenvatting REUMATOLOGIE - Module Onderzoek en Behandeling IIIb
33 views 2 purchases
Course
Module Onderzoek En Behandeling IIIB
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Als je de samenvatting graag aan een goedkoper tarief aankoopt (zonder extra Stuvia kosten), of in een Word-versie wil ontvangen, mag je me ook altijd een privéberichtje sturen en dan regelen we het verder via mail :)
Volledige samenvatting van het onderdeel Reumatologie, MOB IIIb. Deze samenva...
“Reumatologie houdt zich bezig met aandoeningen van bindweefsels, gewrichten en gerelateerde structuren, die gekarakteriseerd worden
door inflammatie, degeneratie, of metabole stoornissen.” Het is dus super breed, en het is dus moeilijk om af te leiden wat wel en niet onder
reumatologie valt.
-> Gewrichten / bot / spieren / pezen
Reumatologie is dus superbreed. Het is soms moeilijk om te zeggen wat er nu wel en wat er niet binnen de reumatologie valt. Figuur: De
aandoeningen zijn breedt, maar reumatologie is er een onderdeel van.
2. Structuur binnen dit opleidingsonderdeel
Enkele voorbeelden van aandoeningen die onder de gegeven termen kunnen vallen. De lijsten zijn natuurlijk niet volledig, maar zo heb je toch
een overzicht.
, 3. Belang van kinesitherapie
3.1. Wat is het belang van kinesitherapie?
1. Informeren en adviseren (is heel belangrijk en wordt vaak vergeten, communicatie!)
2. Ondersteunen in (heropname van) lichamelijke activiteit en actieve levensstijl
3. Aanpakken van primaire stoornissen en beperkingen
4. Secundaire preventie van met reuma samenhangende klachten (pijn, verminderde spierkracht, verminderde aerobe capaciteit,
verminderd evenwicht, afgenomen mobiliteit, valangst, beperkingen in activiteiten en participatie etc.)
5. Instrueren bij gebruik hulpmiddelen
Symptomatisch te werk gaan, pijn verlichten. Activeren van de patiënt, heel belangrijk bij mensen met reumatologische aandoeningen
(belasting gradueel opbouwen). Herstelproces bevorderen, ondersteunen. Preventief werken. Het ICF-model blijft superbelangrijk voor
eender welke aandoening. Al de aspecten die van belang zijn bij kinesitherapie zijn onder te brengen in het ICF-model.
3.2. Prognose = wat verwachten we op termijn?
De prognose van eender welke aandoening is altijd afhankelijk van volgende 3 zaken:
1. Medische toestand en specifieke diagnose
2. Functionele toestand (anamnese en klinisch onderzoek)
3. Psychosociale factoren (gele vlaggen!)
De ene diagnose heeft natuurlijk een betere prognose dan de andere. Functionele toestand: iemand die cardiovasculaire beter in orde is, zal
ook een betere uitkomst hebben dan iemand met heel veel comorbiditeiten. De psychosociale factoren (vermijdingsgedrag, depressie, te veel
gebruik van hulpmiddelen, passieve coping, …) zijn ook enorm belangrijk, het zijn zaken die zelfs als er een relatief goede diagnose is en de
toestand van de patiënt goed is, een goede prognose in de weg kunnen staan.
, 4. Anamnese en klinisch onderzoek
4.1. Overzicht
Een aantal zaken die belangrijk zijn om in het achterhoofd te houden als je een reumatologische patiënt voor jou hebt zitten. Het ICF is ook
hier weer belangrijk omdat je zowel in de anamnese als het klinisch onderzoek al die aspecten mee in rekening moet nemen.
1. Onset en verloop symptomen
2. Lokalisatie symptomen (lokaal/veralgemeend, symmetrisch, etc.)
3. Familiale achtergrond
4. Beïnvloedende factoren: wat maakt de klachten erger of minder erg?
5. Impact op functie, activiteiten en participatie
6. Co-morbiditeiten
7. Pijntypes
8. Andere onderzoeken
4.2. Pijntypes
De pijntypes zijn belangrijk wanneer we praten over reumatologische patiënten. Pijn is het hoofdsymptoom bij de meeste reumatologische
patiënten. Er is een schemaatje dat je kan gebruiken om te differentiëren tussen de 3 pijntypes.
Bij nociceptieve pijn wordt er vaak het onderscheid gemaakt tussen inflammatoire pijn en mechanische pijn. Bij inflammatoire pijn is er vooral
pijn in rust. Daarentegen is er bij mechanische pijn vooral pijn bij belasting. Nachtelijke pijn omvat “niet in slaap kunnen vallen door de pijn” of
“wakker worden van de pijn". Bij reumatologische patiënten valt onder nachtelijke pijn: “wakker worden van de pijn” (en niet het andere).
, 4.2.2. Neuropathische pijn
- Sensorische testing (hyper/hypo-esthesie, paresthesie, dysesthesie, hyper/hypo-algesie, allodynie)
- Spiertesting (functioneel of bv EMG)
- Vragenlijsten (LANSS, painDETECT)
- Testen die druk zetten op zenuw
De eerste stap is dus het uitsluiten of diagnosticeren van neuropathische pijn. Dit kan op basis van verschillende aspecten. Bij neuropathische
pijn is er bewijs voor schade van het zenuwstelsel (druk op bepaalde zenuw, zenuw laesie, …) daarbij samenhangend is er dus een medische
oorzaak voor de pijn. Bij neuropathische pijn is het neuro-anatomisch logisch: we vinden in het dermatoom en myotoom van de betreffende
zenuw dysfuncties, pijn, …
Typisch is ook dat de pijn bij neuropathische pijnpatiënten prikkelend, stekend, brandend is, maar dit is niet sluitend: het kan bijvoorbeeld dat
een patiënt een hernia had en dat de zenuw onder compressie stond. De hernia is weg (anatomisch succesvolle operatie) maar de patiënt
rapporteert nog steeds dezelfde klachten, men spreekt dan niet meer van neuropathische pijn (want er is geen bewijs van schade meer). Dus
puur op basis van wat de patiënt rapporteert, mogen we niet meteen uitgaan van neuropathische pijn.
Patiënten met niet-neuropathische pijn zullen een verhoogde sensitiviteit rapporteren in niet-segmentaal gerelateerde zones. Bijvoorbeeld
een patiënt die een whiplash trauma heeft gehad, kunnen plots pijn krijgen in hun benen terwijl deze helemaal niet betrokken waren bij het
initiële trauma.
4.2.3. Centrale sensitisatie pijn
Waarom zijn de pijntypes belangrijk bij reumatologie? Er zijn immers een aantal diagnoses gelinkt aan centrale sensitisatie ofwel dat er een
subgroep van de populatie centrale sensitisatie vertoont.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellasmout. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.94. You're not tied to anything after your purchase.