Hallo!
(geslaagd in eerste zit met 19/20! met deze sv)
In deze samenvatting vind je alle te kennen leerstof voor het examen deontologie kaderend binnen de opleiding orthopedagogie. Deze samenvatting bevat alle te kennen leerstof van zowel de cursus, als de lessen en de PowerPoint en is aangevul...
Deontologie
Een kwestie van vertrouwen : over
vrijheid, discretie en vertrouwen in
sociaal-agogische beroepen
Bachelor in de orthopedagogie
Thyra Janssens
MT2- 2A222
,1
,Inhoudsopgave
1. Verantwoording .........................................................................................................................6
1.1 Verantwoording ..................................................................................................................6
1.1.1 Inleiding .................................................................................................................................6
2. Communicatieve rationaliteit .....................................................................................................9
1.1 Inleiding ..............................................................................................................................9
1.2 Sociologische kijk : oriëntatie in de breedte .........................................................................9
1.3 Juridische kijk : oriëntatie in de hoogte .............................................................................. 11
1.4 Ethische kijk : oriëntatie in de diepte ................................................................................. 11
1.5 Samenvatting van het professioneel of beroepsethisch kompass ....................................... 12
3. Privacy en vrijheid ....................................................................................................................14
3.1 Inleiding ............................................................................................................................ 14
3.2 Oorsprong en wettelijke verankering ................................................................................. 14
3.3 Juridische kijk .................................................................................................................... 16
3.3.1 Privacy als mensenrecht ................................................................................................... 16
3.3.2 Privacy in de rechtsleer..................................................................................................... 16
3.3.3 De Belgische privacywetgeving ......................................................................................... 17
3.3.4 de GDPR ............................................................................................................................... 18
3.3.4.1 Beginselen van gegevensverwerking .............................................................................. 18
3.3.4.2 Rechten en plichten ....................................................................................................... 21
3.3.4.3 Principieel verwerkingsverbod ....................................................................................... 22
3.4 Geïnformeerde toestemming ............................................................................................ 23
3.4.1 Handelings- en wilsbekwaam............................................................................................ 25
3.4.2 Grenzen aan autonomie? ................................................................................................. 26
3.5 Beeldmateriaal .................................................................................................................. 27
3.5.1 (Bewakings)camerawetgeving .......................................................................................... 28
Werkcollege 1 ............................................................................................................................... 30
3.6 plaats voor notities van deel 3 : Juridische kijk ................................................................... 32
4. Privacyvrijheid ..........................................................................................................................34
4.1 privacy als breed en radicaal concept ................................................................................ 34
4.2.1 Alle kijken op privacy op een rijtje ................................................................................... 36
4.2 De emancipatorische kracht van privacy ................................................................................. 37
4.2 Conclusie ........................................................................................................................... 38
5. Discretie en vertrouwen ...........................................................................................................40
5.1 Inleiding .................................................................................................................................. 40
5.2 Discretieplicht en ambtsgeheim......................................................................................... 41
2
, 5.2.1 Spreekplicht ............................................................................................................... 43
5.2.2 Gevolgen van een schending ...................................................................................... 43
5.3 Beroepsgeheim ................................................................................................................. 44
6.2.1 Alle (…) personen die kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd ........... 47
6.2.2 Wettelijke uitzonderingen op het beroepsgeheim...................................................... 50
6.3 Functionele invullingen van het beroepsgeheim bij samenwerken ..................................... 59
5.4.1 Gedeeld beroepsgeheim ...................................................................................................... 60
5.4.2 Gezamenlijk beroepsgeheim ................................................................................................ 61
5.4.3 Decreet rechtspositie van de minderjarige : integrale jeugdhulp .......................................... 62
6.4 De noodzaak voor een absolute interpretatie van het beroepsgeheim............................... 62
6.5 Discretieplicht of beroepsgeheim?..................................................................................... 68
6.6 Werkcollege 2 ...................................................................................................................70
6.7 Werkcollege 3 ................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
• Handeling is goed als de intentie goed is
• Centraal : autonomie en ethische principes die een handeling rechtvaardigen
Deontologische codes
= Zijn concretiseringen van specifieke principes die het gedrag moeten sturen
• Zijn tijdelijke, contextuele en morele consensus
→ Expliciteringen van wat we als samenleving op een bepaald punt in de tijd
goed- of afkeuren
→ Regels of principes waar je je als orthopedagoog moet aan houden
Deontologie
= Of de plichtenleer is een ethische stroming die uitgaat van absolute gedragsregels die
vaak gesteld zijn als normen
De geest en de letter van de wet
• De geest van de wet zijn de ethische aspecten die achter een wet zitten
→ Waarom een bepaalde wet tot stand is gekomen
• De letter van de wet : de echte geschreven wet zoals hij inhoudt
Orthopedagogen zijn technische en normatieve professionals
• Technische professionals
→ Hebben een hele rugzak aan methodieken en interventies
• Normatieve professionals
→ Dan vraag je je af of de dingen die je doet of deze goed zijn en bijdragen aan
het welzijn van de cliënt en de waarden binnen het orthopedagogisch
werkveld
→ Hier ga je niet alleen kijken naar de vraag of je het doet, maar of je het goed
doet en de achterliggende waarden van je interventies bijdragen aan je cliënt
en niet vanuit de interventies → waarom doe je specifiek dit ?
6
, Kenmerken van sociaal-agogisch werken binnen de deontologie
1. Een praktijkwerker is een normatieve professional
• Centrale vraag : doe ik het goede?
• Sociaal-agogisch werker bouwt een arsenaal op aan methodieken die naar eigen
ingezet worden (technisch professionalisme)
→ Moeten ook normatieve vragen gesteld worden naar het ‘waarom’ van
sociale problemen, gebruiken van methodieken en de bijdrage aan de
waarden van het beroep
2. Sociaal-agogisch werken is niet waardenvrij
• Interventies moeten bijdragen aan de waarden die het beroep centraal stelt zoals
empowerment, rechtvaardigheid, emancipatie en rechtvaardigheid
3. Agogisch werken is normatief geprofessionaliseerd
• Proces om een beroepsethische attitude te ontwikkelen om te komen tot het
meester zijn van de eigen interventies, bereid zijn om in dialoog te gaan over
achterliggende waarden en normen en om het handelen te verantwoorden
(=accountability)
Doel van accountability
• Handelen en de achterliggende visie op sociale problemen en oplossingen
bespreekbaar maken
→ Meesterschap
• Het belang van dialoog
→ Onder gelijken
7
,Communicatieve
rationaliteit
Hoofdstuk 2
8
, 2. Communicatieve rationaliteit
1.1 Inleiding
Jurgen Habermans
• Theorie van communicatieve rationaliteit ontwikkeld
• Inspiratie om communicatieve dialoog via bouwstenen aanreiken aan agogisch
werkers
→ Om een beroepsethisch standpunt in te nemen
→ Met beroepsgenoten en anderen in dialoog gaan
Uitgangspunt communicatieve rationaliteit
• Standpunt wordt gevormd door gebruik van argumenten uit verschillende werelden
→ Objectieve, intersubjectieve en subjectieve wereld
• De 3 soorten argumenten : worden kijken genoemd
→ De sociologische, de juridische en ethische kijk
Het beroepsethisch kompas
• Elk van de 3 kijken biedt ons een oriëntatie voor hoe we ons professioneel handelen
kunnen limiteren
→ Beroepsethisch / professioneel kompas
3 soorten beroepsethische of professionele kompassen (= normatief)
1. Waar je je oriënteert in de breedte : sociologische kijk
2. Waar je je oriënteert in de hoogte : juridische kijk
3. Waar je je oriënteert in de diepte : ethische kijk
1.2 Sociologische kijk : oriëntatie in de breedte
1. Objectieve wereld
Wat? 2. Positie
3. Partijen en belangen
• Objectieve wereld : helikopterperspectief
4. Verschillende niveaus
• Feiten 5. argument
• Context waar het sociale zich afspeelt : wat zijn de belangen?
→ Kiezen voor term ‘sociologische kijk’
De sociologische kijk uit de objectieve wereld
= Concrete realiteiten waar individuele en algemene belangen tegenover elkaar staan en
waar de praktijkwerker handelt vanuit een welbepaalde positie en vanuit een door de
maatschappij, organisatie en cliënt gegeven mandaat
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thyrajanssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.30. You're not tied to anything after your purchase.