10.
Hieronder staan vier oefeningen voor auditieve synthese. Rangschik de oefeningen van gemakkelijk naar moeilijk.
1. Welk woord zeg ik: /dok/-/ter/?
2. Welk woord zeg ik: /voet/-/bal/?
3. Welk woord zeg ik: /b/-/aa/-/s/?
4. Wijs aan: je /v/-/oe/-/t/.
Réponse: 2. Welk woord zeg ik: /dok/-/ter/?
1. Welk woord zeg ik: /voet/-/bal/?
3. Welk woord zeg ik: /b/-/aa/-/s/?
4. Wijs aan: je /v/-/oe/-/t/.
Het herkennen van woorden is gemakkelijker dan het herkennen van klankgroepen. Klankgroepen zijn gemakkelijker te herkennen dan losse klanken, omdat ze een natuurlijke spreekeenheid vormen en ook langer duren dan spraakklanken. Als je een opdracht om losse klanken samen te voegen koppelt aan iets concreets, is dat gemakkelijker dan wanneer ze iets niet kunnen aanwijzen. (Zie ook subparagraaf 2.4.1.)