Hand-opdrachtenboek 6a Biologie voor Jou 2e Fase Vwo
Dit document bevat een samenvatting van thema 4 Afweer uit het VWO 6 boek van de methode Biologie voor jou. Het bevat alle onderwerpen die zijn behandeld in dit thema, zoals aangeboren afweer, verworven afweer, humorale afweer, cellulaire afweer, etc.
Hoofdstuk 4: Afweer
§4.1 Bescherming
Het dekweefsel van de huid, de longen en de darmen scheiden het inwendig en uitwendig milieu.
Inwendig milieu: kan alleen worden bereikt door een celmembraan te passeren.
Uitwendig milieu: het maag-darmkanaal.
Lichaamsvreemd: stoffen/cellen die niet in je lichaam thuishoren afweersysteem/immuunsysteem
beschermt je hiertegen.
Lichaamseigen: stoffen/cellen die door je lichaam worden gemaakt of onderdeel zijn van je lichaam.
Het afweersysteem/immuunsysteem controleren lichaamsvreemd/lichaamseigen stoffen.
Infectie: het binnendringen van pathogenen (ziekteverwekkers) in je lichaam.
Soorten ziekteverwekkers (andere organismen):
Bacteriën, schimmels en dieren: ziekteverschijnselen door giftige stoffen (toxinen) die ze afgeven.
Schimmels infecteren meestal alleen de huid en luchtwegen.
Bacteriën, virussen en eencellige dieren dringen meestal het hele lichaam.
Virus (eiwitmantel met stukje DNA/RNA) bindt aan de receptoren van de gastheercel
virus-DNA/virus-RNA komt terecht in het cytoplasma van de gastheercel vermenigvuldiging van
het virus reproductiesysteem van de cel wordt door het virus overgenomen virusinfectie/virale
infectie
Virussen kunnen:
- Cellen doden/beschadigen door de afgifte van eiwit verterende enzymen.
- De geïnfecteerde cellen toxinen laten produceren de cel raak beschadigd/sterft.
De hoeveelheid schade die een virus veroorzaakt, hangt af van het vermogen van het
geïnfecteerde weefsel om te herstellen.
De eerste verdedigingslinie bij afweer: de huid en de slijmvliezen
Mechanische afweer: afweer met behulp van fysieke aanpassingen.
Huid met dode cellen aan het oppervlak zorgen ervoor dat schadelijke stoffen moeilijker
binnendringen.
Slijmvliezen vangen ziekteverwekkers op en houden ze tegen (neus, luchtwegen, verteringsstelsel,
uitscheidingsstelsel en voortplantingsstelsel).
Chemische afweer: het gebruik van stoffen om indringers buiten te houden (bacteriën huid en
darmen).
Maagsap: door lage pH worden ziekteverwekkers gedood.
Zweet en olie op de huid: door lage pH kunnen veel schadelijke bacteriën er niet op groeien.
Melanocyten (in de kiemlaag van de huid): produceren pigment (melanine, dat wordt gestimuleerd
door blootstelling van de huid aan zonlicht) dat bescherming geeft tegen uv-straling. Deze geven ze
af aan nabijgelegen opperhuidcellen via hun uitlopers.
§4.2 Afweer
Lymfoïde organen (belangrijke organen immuunsysteem):
- het beenmerg, de thymus (een klier boven in de borstholte), de milt en de lymfeknopen;
- functie: opslag en het transport van witte bloedcellen;
Uit stamcellen in het rode beenmerg ontstaan verschillende typen witte bloedcellen (komen in het
bloed terecht waar ze lichaamsvreemde virussen en bacteriën herkennen en bestrijden):
- Fagocyten (aangeboren afweer)
, - Lymfocyten (verworven afweer)
Aangeboren afweer (aspecifieke afweer):
- gericht tegen vele verschillende ziekteverwekkers (bacteriën en lichaamsvreemde stoffen);
- wordt bij infectie snel geactiveerd als eerste afweer;
- komt voor bij alle dieren en planten.
Fagocytose (aangeboren afweer): insluiting en vertering
van ziekteverwekkers door fagocyten (granulocyten en
monocyten; kunnen de wand van een haarvat passeren).
Granulocyten: reageert binnen enkele minuten op
binnendringende ziekteverwekkers door ze te
fagocyteren, waardoor het onschadelijk wordt.
- Gaat na de fagocytose meestal ten gronde
- Werking: in de granulocyten smelten lysomen samen
met het blaasje waarin de bacterie is ingesloten
enzymen uit de lysomen doden de bacterie granulocyt gaat (meestal) dood.
Monocyten: type fagocyt dat zich kan ontwikkelen tot macrofaag of dendritische cel.
- Het wordt in het beenmerg gemaakt een deel wordt in de milt opgeslagen en een andere deel
gaat via de bloedbaan naar de weefsels als het in de weefselvloeistof komt, verandert het van
vorm het wordt een macrofaag.
- Macrofaag (grote eter): kan meerdere ziekteverwekkers vernietigen, doordat hij niet te gronde gaat
na de fagocytose. Ze verplaatsen zich door het hele lichaam.
- Dendritische cel: komt vooral voor in de huid en de slijmvliezen (ziekteverwekkers kunnen daar
binnendringen) en heeft een vergelijkbare vorm met dendrieten in het zenuwstelsel.
- Koorts (kan door macrofagen worden veroorzaakt): verhoogde lichaamstempratuur versnelt de
afweerreacties in het lichaam.
Macrofagen scheiden cytokinen af, die de normwaarde voor de lichaamstempratuur verhogen, in
reactie op een ziekteverwekker.
Mediatoren: eiwitten met een regulerende functie cytokinen
- Antibiotica versterken tijdelijk de afweer van het lichaam alleen tegen bacteriële infecties.
Nadeel: bacteriën kunnen er ongevoelig voor worden.
Antigeen: molecuul dat het immuunsysteem kan
activeren.
grote moleculen, meestal eiwitten;
zijn oplosbaar of bevinden zich op het
celmembraan/eiwitmantel van een virus;
ziekteverwekker dringt het lichaam binnen
macrofaag herkent deze aan zijn antigenen macrofaag
fagocyteert de ziekteverwekker antigenen binden zich
aan receptoren in het cytoplasma van de macrofaag
receptoren met antigenen worden naar de buitenkant van het celmembraan van de macrofaag
getransporteerd antigeen-presterende cel (APC)
worden herkend door receptoren, nadat ze zijn gebonden aan een MHC-receptoreiwit.
Verworven afweer (ontwikkel je gedurende je hele leven, specifieke afweer):
- gericht tegen één type ziekteverwekker (lichaamsvreemde cellen en stoffen, bacteriën en
virussen);
- komt langzaam op gang;
- alleen bij gewervelde dieren;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller muniseebrar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.36. You're not tied to anything after your purchase.