Samenvatting Introductie in de gezondheidszorg, 8e herziene druk uit 2013

stepped care

Réponse: beschrijft wat en wanneer. Geeft advies over de volgorde of de complexiteit of intensiteit van de zorg.

Richtlijn

Réponse: Beschrijft wat, wanneer en waarom. Een richtlijn is een handvat, een advies. Een richtlijn is meestal wetenschappelijk onderbouwd, of anders op grond van praktijkervaring opgesteld en wordt meestal landelijk vastgesteld.

Protocol

Réponse: Beschrijft wat, wanneer en hoe. Een protocol is een voorschrift, onderbouwd door richtlijnen, wetgeving, beleid en ervaringen. Meestal per instelling.

Zorgprogramma

Réponse: Beschrijft wat, wanneer, waarom, hoe, door wie en met wie. Een zorgprogramma is een afspraak in een regio tussen instellingen, professionals en cliënten.

Diseasemanagement

Réponse: Gaat nog een stap verder dan een zorgprogramma. bij de afspraken wordt meegewogen welke zorg wordt geleverd, met welk resultaat, tegen welke kosten.

Accreditatie

Réponse: Een formele uitspraak van een gezaghebbende instantie dat een instelling of persoon volgens Europese normen op het gebied van onafhankelijkheid, deskundigheid en betrouwbaarheid competent is om bepaalde taken uit te voeren.

Bemoeizorg

Réponse: Ambulante zorg voor mensen die niet meer bereikbaar zijn voor geïnstitutionaliseerde zorg, bijvoorbeeld ambulante hulp voor schizofrene patiënten (omschrijving NIZW thesaurus).

Benchmarken

Réponse: Leren van elkaar door prestaties te vergelijken en ervaringen te benutten

Care

Réponse: Deel (sector) van de gezondheidszorg dat vooral verpleging en verzorging biedt. Care is gericht op kwaliteit van leven met zo mogelijk behoud van gezondheid en beperken van de gevolgen van ziekte. Care maakt gebruik van wat iemand wel kan, bevordert de autonomie en voorkomt en beperkt zo veel mogelijk de afhankelijkheid.

Certificering

Réponse: Een vorm van externe kwaliteitsbeoordeling door een onafhankelijke instantie aan de hand van duidelijke normen of eisen.

Zelfzorg

Réponse: als je ziek bent probeer je er vaak eerst zelf wat aan te doen.

Zelfzorgmiddel

Réponse: je neemt bijvoorbeeld een geneesmiddel in waar je geen recept voor nodig hebt.

Nuldelijnszorg

Réponse: deze zorgverleners, op consultatiebureaus en GGD, bieden zorg aan nog voordat mensen gezondheidsproblemen hebben.

Eerstelijnszorg

Réponse: hierin werken beroepsbeoefenaren die breed zijn opgeleid (generalisten). Huisartsen, tandartsen, verloskundigen, paramedici, verpleegkundigen en verzorgende in de thuiszorg. Je hebt geen verwijzing nodig (voor thuiszorg heb je een indicatie nodig). De meeste zorg aan chronisch zieken wordt door de eerste lijn en thuiszorg geboden, middels zorgprogramma’s en ketenzorg.

Tweedelijnszorg

Réponse: in deze lijn werken beroepsbeoefenaren die expertise hebben op een deelterrein (specialisten). Heb Deze zorg wordt aangeboden in specialistische centra, waar mensen kunnen worden opgenomen (intramurale zorg). O.a. algemene ziekenhuizen met verschillende medische specialismen, zelfstandige behandelcentra en privéklinieken.

Derdelijnszorg

Réponse: top klinische zorg. Hier vindt vooral ook wetenschappelijk onderzoek plaats.

Echelon

Réponse: eerste echelon of eerste lijn, tweede echelon of tweede lijn.

Extramuraal

Réponse: als de zorg plaats vindt zonder opname.

Intramurale zorg

Réponse: zorg door middel van opname.

Mantelzorg

Réponse: naast professionele zorg bestaat er ook informele zorg. Wanneer familieleden of vrienden zorg en hulp bieden uit betrokkenheid, maar soms ook noodgedwongen omdat er onvoldoende professionele zorg is of de zorg niet voldoende aansluit bij de behoeften. Kenmerkend van mantelzorg is de wederkerigheid. De ander zorgt voor jou en jij zorgt voor de ander, als dat nodig is.