Ongeveer vijf jaar geleden kwam Richtlijn 2014/61/EU tot stand, die beoogt om het uitrollen
van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid te stimuleren en
vergemakkelijken. De lidstaten waren verplicht om uiterlijk op 1 januari 2016 de nodige
implementatiemaatregelen te treffen en de Europese Commissie daarvan in kennis te
stellen. Op de bewuste datum had Oostenrijk niets van zich laten horen. Op 23 maart 2016
stuurt de Europese Commissie een aanmaningsbrief (onderdeel van de inbreukprocedure)
aan de Oostenrijkse regering. Oostenrijk reageerde medio juli van dat jaar met de
mededeling dat de maatregelen ter omzetting van de richtlijn nog in voorbereiding waren.
Daarop reageerde de Europese Commissie eind september 2016 met een ‘met redenen
omkleed advies’, waarbij werd verzocht om binnen twee maanden tot implementatie over te
gaan. Na een tussentijds toegekende verlenging van die termijn, meldde de Oostenrijkse
regering in het voorjaar van 2017 dat het nog altijd ging om ‘werk in uitvoering’.
U beantwoordt deze vraag door op onderstaande afzonderlijke onderdelen gemotiveerd
antwoord te geven en u noemt daarbij tevens de relevante bepaling(en) uit het V(W)EU.
a) Leg in het kort uit wat wordt verstaan onder de inbreukprocedure. (5 punten)
- Als een lidstaat de Europese wetgeving niet uitvoert.
- Door middel van het inbreukprocededeure kan er handhaving van Europees
recht.
- Er zijn twee soorten inbreukprocedures : art 258 en art 259 VWEU.
- Bestaat uit een administratieve fase en een rechtelijke fasen ( art 260 VWEU).
- Art 259 VWEU : als een lidstaat van mening is dat een andere lidstaat
verplichtingen niet nakomt
- Art 258 : indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat verplichtingen niet
nakomt
- Belangrijkste reden starten inbreukprocedure : nationale regels in strijd met
Europees recht of niet tijdig , onvolledig of onjuist in het nationale recht
implemteren richtlijn ( dit is hier geval van).
b) Leg in het kort uit welke volgende stap de Europese Commissie kan nemen als
Oostenrijk, na de aanmaningsbrief van de Europese Commissie, nog steeds verzuimt
de richtlijn te implementeren en welke gevolgen dit voor Oostenrijk kan hebben. (5
punten)
- Na de aanmaningbrief kan de Commissie een ‘met reden omkleed advies’ met
een termijn uitbrengen
- Indien het advies niet binnen gestelde termijn wordt opgevolgd, kan de
Commissie de zaak aanhangen bij het HvJeu.
- Vanaf dat moment begint de rechtelijke fase.
1
, - De lidstaat krijg weer de ruimte om te voldoen aan eisen als dan nog steeds niet
dan het Commissie het Hof verzoeken om een dwangsom op te leggen aan
Oostenrijk.
Vraag 2 (10 punten)
Na een vergadering van de Europese Commissie verkondigt Eurocommissaris Josep Borrell
Fontelle, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en
veiligheidsbeleid, tijdens een persconferentie dat de Europese Commissie vanaf 1 januari
2021 bindende besluiten kan nemen ten aanzien van inzet van militairen van alle lidstaten.
De Eurocommissaris vermeldt daarbij expliciet dat lidstaten vanaf die datum geen
zeggenschap meer hebben over de inzet van hun militairen, dat kan dan alleen de Europese
Commissie doen.
Nederlandse Europarlementariërs zetten vraagtekens bij deze toegeëigende exclusieve
bevoegdheid van de Eurocommissaris vanwege het ontbreken van de bevoegdheid voor de
Europese Commissie voor het nemen van bindende besluiten over inzet van militairen van
alle 28 lidstaten.
U beantwoordt deze vraag door op onderstaande afzonderlijke onderdelen gemotiveerd
antwoord te geven en u noemt daarbij tevens de relevante bepaling(en) uit het V(W)EU.
a) Welk beginsel ligt hier aan de basis wanneer de Nederlandse parlementariërs
aangeven dat voor de Europese Commissie een dergelijke bevoegdheid ontbreekt?
Leg daarbij in het kort uit wat dit beginsel inhoudt. (5 punten)
- Het attributiebegeinsel
- Art 5 lid 2 VEU : alleen als in verdragen staat dat de Unie is bevoegd.
- Vormen de grondslag van optreden van de Unie.
- De unie handelt enkel binnen de grenzen die door de lidstaten in de verdragen
aan haar zijn toegedeeld.
- Dus over de inzet van militairen is geen exclusieve bevoegdheid van de Unie
( art 3 VWEU)
- Dat is een gedeelde bevoegdheid art 4 VWEU.
b) Leg in het kort uit of het standpunt van de Nederlandse Europarlementariërs juist of
onjuist is. (5 punt)
- Juist
- Het is geen exclusieve bevoegdheid van de Unie
- Dus een gedeelde bevoegdheid : subsidiariteitsbeginsel
- Art 5 lid 3 VEU veiligheid
- Dus de Europese Commissie niet alleen dat doen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Deme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.07. You're not tied to anything after your purchase.