100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kunst Algemeen - Alle periodes 20/21 - CE VWO/HAVO $5.46   Add to cart

Summary

Samenvatting Kunst Algemeen - Alle periodes 20/21 - CE VWO/HAVO

8 reviews
 468 views  43 purchases
  • Course
  • Level

Voor HAVO alleen massacultuur en cultuur van het moderne!! (Nederland in de 17e eeuw staat hier niet in) Samenvatting gemaakt op basis van aantekeningen van lessen kunst algemeen in klas 4V, 5V en 6V. Aangevuld met informatie uit de boeken van ArtHistory. Bevat de stof voor het CE kunst en muziek.

Preview 3 out of 28  pages

  • April 26, 2021
  • 28
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

8  reviews

review-writer-avatar

By: tumkaya136091 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ninahuirne05 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: norahvannucchi1 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: studio5477 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: sophiesluijmer • 2 year ago

review-writer-avatar

By: suna-8 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: zegelink134942 • 3 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Beeldende Kunst
Autonome kunst = schilder kunst, beeldhouwkunst, fotografie, video
Toegepaste kunst = architectuur, design, mode, propaganda kunst
Voorstelling
Wat wordt er afgebeeld? à een landschap, stilleven, portret?
Is het een verhaal? Wat is de betekenis? à mythologie, bijbels, historisch?
Is er een diepere betekenis of inhoud? à protest, overtuiging?

Vormgeving
Hoe wordt de voorstelling afgebeeld?
 Vorm
Tweedimensionaal of driedimensionaal, abstract of figuratief, wat voor vormen?
 Compositie
De plaatsing/ordening van de vormen op/in het vlak
Symmetrisch, asymmetrisch, dynamisch, statisch
 Ruimte
Suggestie van diepte (perspectief)
Lijn perspectief (vogel/kikker/ooghoogte), licht en schaduw, kleurgebruik
 Licht
Natuurlijk licht, kunstlicht (= kaars of lamp), licht-donkercontrast, clair-obscure1, suggestie van
textuur (glas, marmer), gebruik van schaduw, plasticiteit
 Kleur
Kleursoorten, helderheid, kleurencirkel, kleurcontrasten, verzadigdheid
Kleursymboliek:
Rood kleur van leven, passie, kracht, vitaliteit, energie, verleiding, agressie, macht, pijn
Oranje Plezier, kracht, eetlust, toegankelijkheid, speels. Maar ook goedkoop en niet serieus
Geel Nieuw begin, geluk, warmte. Maar ook lafheid en onbetrouwbaarheid
Groen Evenwicht, harmonie. Maar ook jalousie en verveling
Blauw kleur van geest, verstand. Vertrouwen, kalmte, macht, status en emotieloosheid
Paars Luxe, Stijl en rijkdom, kleur van koningshuizen.
Wit Vrede, onschuldigheid en puurheid
Zwart Nacht, duister, dramatiek, serieusheid, macht, status, rebelleren

Materiaal/techniek
Waarmee is het werk gemaakt?
 Materiaal
Hout, verf, marmer, glas, textiel, baksteen, klei, etc.
 Techniek
De wijze waarop het materiaal is bewerkt
Tekenen, schilderen, hakken, fotograferen, borduren, gieten, etc.
 Hanteringswijze
Hoe het materiaal bewerkt is
Grof, fijn, glad, ruw, snel, doordacht

,Drama en theater
Voorstelling
Waar gaat het stuk over?
Een theaterstuk kan gebaseerd zijn op een boek, film of helemaal nieuw geschreven worden. De tekst kan
getrouw blijven aan het stuk of geïmproviseerd worden, of geen tekst hebben (mime, slapstick, fysiek
theater)
De inhoud van een theaterstuk hangt af van de spelgegevens:
 Wie?
Personages een paar eigenschappen
Types één of twee eigenschappen
Karakters volledige personages met veel eigenschappen en vaak een ontwikkeling
 Wat?
Het plot met de spanningsopbouw: inleiding, opbouw, climax, afloop
 Waar?
De locatie waar het stuk zich afspeelt. Bv. een woonkamer, steeg of land
 Waarom?
Het motief achter handelingen, waarom doet dit personage dit? Omdat…
 Wanneer?
De tijd vandaag, de toekomst, het verleden
Het tijdsverloop chronologisch, fragmentarisch, tijdsprongen, flashback, flash forward

Vormgeving
Hoe wordt de voorstelling vormgegeven door middel van spel?
Lichaam van de acteur
 Mimiek gezichtsuitdrukking
 Gebaren en bewegingen bv. een specifiek loopje of trekje
 Lichaamshouding bv. recht zitten of juist onderuitgezakt
 Handelingen bv. roken, typen, op zijn/haar horloge kijken
Stemgebruik van de acteur
 Volume hard/zacht
 Accent stads, platteland, buitenlands
 Klankkleur hoog en licht of zwaar en donker
 Intonatie veel of weinig variatie in toonhoogte
 Klemtonen waar worden de klemtonen gelegd? Worden er klemtonen gelegd?
 Timing heel snel of juist langzaam
 Emotie veel of weinig emotie in de stem
Mise-en-scène
Hoe wordt het speelvlak gebruikt?
Waar staan de personages? Welke kanten kijken ze op? Hoe bewegen ze zich t.o.v. elkaar?
Ook op en af gaan hoort bij de Mise-en-scène.
Speelstijl
Op welke wijze wordt er gespeeld?
 Melodrama soaps en sitcoms
 Realisme gaat uit van de eigen werkelijkheid, vaak confronterend
 Absurdisme benadrukt vaak de onlogische aspecten van het leven, men kan een
een eigen conclusie of betekenis opmaken uit het stuk
 Slapstick humor zit in het fysieke spel, bevat vaak agressie en rekwisieten
 Episch theater verhalend of politiek theater, bevat confrontatie

Theatervormgeving
De middelen en technieken waarmee het stuk is gemaakt
Decor, kostuums, grime, rekwisieten, attributen, belichting, muziek/geluid
Rekwisiet = voorwerp dat wordt gebruikt bv. een pen, stoel of zwaard
Attribuut = een persoon specifiek voorwerp waaraan je het personage kunt herkennen bv. de lier van Apollo
Enscenering = de keuzes die de regisseur maakt
Toneelbeeld = een stilstaand beeld uit het stuk, alles wat er op dat moment op het toneel staat

, Muziek
Voorstelling
Waar gaat de muziek over?
In het begin van de middeleeuwen was muziek vooral vocaal en werd het vooral voor religieuze doeleinde
gebruikt. In de late middeleeuwen/renaissance werden instrumenten steeds belangrijker.
Muziek kreeg steeds meer functie, naast gebruiksfunctie (begeleiding bij dans en feesten) kreeg het ook
een concertante functie (om naar te luisteren)
Programma muziek = een instrumentale compositie waar een verhaal of gedicht de basis is
Absolute muziek = compositie waarbij de vorm de basis is, niet gebaseerd op een verhaal of gedicht

Vormgeving
Toonhoogte De hoogte van stemmen of klanken, wordt aangegeven door noten. Een melodie is
een opeenvolging van noten in een ritme
Toonduur De lengte van klanken, instrumenten of stemmen de toonduur bepaald de maat en
het ritme
Tempo De snelheid van de muziek. Wordt aan geduid met BPM
Dynamiek De klanksterkte van de muziek. Hard-zacht inc. overgangen
Klankkleur/timbre Het karakter van een stem of instrument. Helder/licht, donker/zwaar.

Vormen en vormelementen
Motief
Klein ritme/melodie dat de basis vormt voor een compositie
Thema
Een muzikale zin die binnen een compositie meerder keren wordt herhaald, kan met variatie.
Symfonie
Instrumentale compositie gespeeld door een symfonieorkest. Een klassieke symfonie bestaat uit vier delen:
snel – langzaam – menuet – snel
Menuet = Enigszins langzame dans op een driekwarts maat.
Lied
Vocale compositie met de volgende opbouw: intro – couplet – refrein – (bridge) – outro
Volkslied = simpel
Kunstlied = gecomponeerd, complex qua structuur


Film
Voorstelling
Waar gaat de film over?
Films waren aan het eind van de 19e eeuw registrerend. Later kregen ze een verhaal. Toen begonnen
cameravoering en montage een grotere rol te spelen. Dit hielp de kijker namelijk een verband leggen
tussen beelden. Aan het begin van de 20e eeuw werd er geëxperimenteerd met abstractie.

Vormgeving
Hoe wordt de film gemaakt?
Camera voering
 Camera standpunt Neutraal-, kikker- of vogelperspectief
 Camerabeweging Horizontaal, verticaal of draaiende beweging van de camera
 Camera-afstand Close-up, medium shot, long shot, distant shot
 Cameraperspectief Kan objectief (enige afstand) of subjectief (vanuit de acteur)
 Schermt stelling Keuze voor het deel van het beeld waarop de camera scherpstelt
 Kleur Zwart/wit of kleur beelden
Montage = de ordening van het beeld en het geluid. Zo krijgen beelden een betekenis en een verhaal.
Special effecten en CGI horen ook bij de montage.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessabskmpr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80364 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.46  43x  sold
  • (8)
  Add to cart