100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Een complete samenvatting over de onderwerpen depressie en trombose (bonustoets 2) $3.25   Add to cart

Summary

Een complete samenvatting over de onderwerpen depressie en trombose (bonustoets 2)

 51 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Het is een complete samenvatting voor de bonustoets. Er zijn plaatjes bijgevoegd zodat het een duidelijk verhaal is.

Preview 4 out of 31  pages

  • March 20, 2021
  • 31
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Depressie
Anatomie en Fysiologie
Je kunt het zenuwstelsel anatomisch (centraal/perifeer) en functioneel (somatisch en autonoom)
indelen.
Prikkels zijn boodschappers, zij worden getransporteerd via het zenuwstelsel naar de hersenen en daar
worden ze waargenomen. Het lichaam functioneert alleen maar via prikkels. Daarnaast kan men
zijn/haar lichaam verwonden als de pijnprikkels niet waargenomen worden.
Er zijn twee orgaanstelsels die alle andere orgaanstelsels coördineren:
- Zenuwstelsel: Snelle response en voor korte duur.
- Hormoonstelsel: Langzame response en voor langere duur.

Het zenuwstelsel:
• meet het interne en externe milieu
• integreert informatie van de zintuigen.
• Coördineert gewilde en gewilde reacties van vele andere orgaanstelsels.
Twee orgaanstelsel coördineren alle andere orgaanstelsel:
1. Zenuwstelsel: snelle response en korte duur.
2. Kenmerken: tragere response. Lange duur.
Het zenuwstelsel bestaat uit twee anatomische gedeelten:
• Centrale zenuwstelsel (CZS):
o Hersenen
o Ruggenmerg
• Perifeer zenuwstelsel (PZS)
o Al het zenuwweefsel buiten het CZS

,Dit staat met elkaar in verbinding.
Afferent: betekent een zenuwbaan die naar de hersenen toegaat.
Efferent: van je hersenen af naar het lichaam.
Sensorische informatie: alle informatie die door de zintuigen en receptoren worden geregistreerd.
Effectoren: spieren en klieren waar uiteindelijk de impulsen terecht komen.
Figuur staat ook mirtini op blz 298

Het efferente gedeelte van het perifeerzenuwstelsel:
- Somatische zenuwstelsel: dat de skeletspieren aanstuurt.
- Autonome zenuwstelsel (AZS): dat zorgt voor automatische, onwillekeurige regulering van glad
spierweefsel, hartspierweefsel, klierwerking en vetweefsel.

Parasympatisch zenuwstelsel: is belangrijk voor alles wat je lichaam doet in rust. Vertraagt de hartslag.
Sympatisch zenuwstelsel: is alles wat je doet als je bezig bent. Fight-flight principe. Verhoogd de
hartslag.
Deze twee zijn in balans




Je kunt de structuur van neuronen benoemen, waarbij aan bod komen: dendriet, cellichaam, axon,
myelineschede, synaps.
Neuronen: zijn de basiseenheden van het zenuwstelsel. Bij alle neurale functies communiceren
neuronen zowel onderling als met andere celtypen.
Structuur neuronen:
• Dendrieten: vangen signalen op van andere neuronen
• Axon: geleidt uitgaande signalen
• Synapsknoppen: bij elke synapsknop communiceert het neuron met een andere cel.
• Cellichaam: kern, mitochondriën, ruw endoplasmatisch reticulum, andere organellen.

,Myeline: (witte stof in de hersenen) een lang wat om een axon heen gemaakt kan worden. Zorgt ervoor
dat stroom sneller over het neuron kan gaan (voornamelijk het axon gedeelte). Dit zijn Schwann cellen.
Bij de ziekte multiple sclerose (MS) worden de myelineschedes aangetast. Dit zorgt voor een langzamere
impulsgeleiding.




Je kunt het verschil tussen sensibele neuronen, motorische neuronen en schakelcellen benoemen.
Sensibele neuronen (afferente neuronen): vormen het afferente gedeelte van het PZS. Sensibele
neuronen ontvangen informatie van zintuigcellen die het uitwendige en inwendige milieu waarnemen
en daarna de informatie naar andere neuronen in het CZS doorgeven (ruggenmerg of hersenen).
Motorische neuronen: is onderdeel van het efferente gedeelte en geleiden impulsen vanuit het CZS naar
andere weefsels, organen of orgaanstelsels. De perifere doelcellen waarmee ze in verbinding staan,
worden effectoren genoemd, omdat ze reageren door iets te doen. Ze stimuleren of remmen dus het
perifere weefsel.
Schakelcellen: bevinden zich geheeld in de hersenen en ruggenmerg. Ze verbinden andere neuronen. Ze
zijn verantwoordelijk voor het doorschakelen van sensorische informatie en voor de coördinatie van
motorische activiteit. Het zijn bewijze van je hersenen.

Je kunt uitleggen hoe zenuwgeleiding verloopt (met rustpotentiaal, actiepotentiaal, Na/K pomp).
Een cel in rust heeft een gepolariseerde plasmamembraan, doordat aan de buitenkant van de
membraan een overmaat positieve ladingen aanwezig is en aan de binnenkant een overmaat negatieve
ladingen.
Rustpotentiaal: van een zenuwcel is het -70mV. Het minteken geeft aan dat aan de binnenkant van de
cel een overmaat negatief geladen ionen bevat.
Vloeistof buiten de cel: hogere concentraties natriumionen en chloorionen.
Vloeistof binnen de cel: kaliumionen en negatief geladen eiwitten.

, De ionen kunnen de cel alleen in- of uitgaan met behulp van kanalen in het membraan en/of
dragereiwitten.

Natriumkaliumpomp: is een dragereiwit. Deze ionenpomp wisselt drie natriumionen in het cytoplasma
uit tegen twee kaliumionen in de extracellulaire vloeistof. Bij normale rustpotentiaal worden
natriumionen met dezelfde snelheid naar buiten gepompt als waarmee ze de cel binnenkomen.

De ionen kunnen de cel alleen in- of uitgaan met behulp van kanalen in het membraan en/of
dragereiwitten.
Actiepotentiaal: zijn zich voortplantende veranderingen in de membraanpotentiaal die, als ze eenmaal
begonnen zijn, het hele stimuleerbare oppervlak van het axon depolariseren. Actiepotentialen zijn
afhankelijk van potentiaalgestuurde kanalen.

De voortgeleiding van een actiepotentiaal:
1. Rustpotentiaal: de axonmembraan bevat zowel potentiaalgestuurde natriumkanalen als
potentiaalgestuurde kaliumkanalen, die gesloten zijn als de cel zijn rustpotentiaal heeft.
2. Depolarisatie tot drempelwaarde: de stimulus die een actiepotentiaal in gang zet is een
geleidelijke depolarisatie die groot genoeg is om de potentiaalgestuurde natriumkanalen te
openen. Dit gebeurt wanneer de membraanpotentiaal de zogenaamde drempelwaarde
overschrijdt (-60mV).
3. Activatie natriumkanalen en snelle depolarisatie: wanneer de potentiaalgestuurde
natriumkanalen zich openen, stromen natriumionen het cytoplasma in en treedt een snelle
depolarisatie op. Het inwendig membraanoppervlak heeft nu meer positieve ionen dan
negatieve en de membraanpotentiaal is veranderd van -60 mV naar een positieve waarde.
4. Inactivatie van natriumkanalen en activatie kaliumkanalen: als de membraanpotentiaal de
+30mV nadert, sluiten de natriumkanalen zich. Deze stap valt samen met het openen van de
kaliumkanalen. Vanaf dan begint de repolarisatie.
5. De kaliumkanalen sluiten zich: positief geladen kaliumionen stromen het cytosol uit, waardoor
de membraanpotentiaal zijn normalen rustwaarde terugkrijgt (-70mV). Kaliumionen blijven de
cel uitstromen totdat de kaliumkanalen zich gesloten hebben. Dit veroorzaakt een korte
hyperpolarisatie.
6. Rustpotentiaal: wanneer de kaliumkanalen zich sluiten, keert de membraanpotentiaal terug
naar zijn rustwaarde. De actiepotentiaal is nu voorbij en de membraanpotentiaal heeft zijn
rustwaarde weer.

Een neuron geeft een kleine spanning op het membraan. Hierdoor kan het singalen (elektriciteit)
geleiden. Dit wordt het actiepotentiaal genoemd.
Veranderingen in de membraanpotentiaal:
• Resultaat van verandering in ionbewegingen (Na+ en K+)
• Ionen bwegen door transmembraankanalen heen.
• Membraankanalen kunnen opgaan of sluiten.
Zie fig 8.8. Martini blz 304 en 305

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kim3690. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  9x  sold
  • (0)
  Add to cart