Samenvatting Algemene Psychologie (2019-2020)
1. Wat is psychologie?
- Een definitie van psychologie:
o Psyche = geeste
o Logie (woord, gedachte, rede) = gebieden van studie
o Symbool
- Test je psychologische kennis :
o Alle stellingen zijn fout
- Gemeenschappelijke opvattingen over menselijk gedrag en gemeenschappelijke ervaring
Psychologie is het meeste vatbaar voor
o Genre : “iedereen weet toch dat..”
o Volkswijsheden spreekwoorden
o Gemeenschappelijke ervaringen
Dus waarom hebben we de psychologie nodig?
- Wie gelooft dat volgende spreekwoorden correct zijn?
- De gemeenschappelijke opvatting kunnen verkeerd zijn kunnen we niet op verder bouwen
- Ogen bedriegen : visuele illusies
o Verjaardagsparadox intuïtief aanduiden helpt ons weinig vooruit
Hoe groot moet een willekeurig samengestelde groep zijn opdat 2 mensen
op dezelfde dag jarig zijn?
We zijn niet altijd zo juist in opvattingen als we vaak zelf denken, onze kennis over de mens is
niet waterdicht
- Psychologie is geen:
o Lekenpsychologie = gezond verstand, intuïtie of volkswijsheid
o Pseudopsychologie = niet-onderbouwde psychologische aannamen die zich als
wetenschappelijke waarheid voordoen (flair)
- Grafologie
o Aan de hand van ja handschrift uitgaan hoe je in elkaar zit
Een leesbare handtekening
Onleesbare handtekening
brein wil patronen zien
- Psychologie als academische discipline :
o Wetenschappelijk onderzoek/ methode
o Wetenschappelijke methode gebruiken voor theorieën
o Het is een benadering
1
, o “Wetenschap is een activiteit die gericht is op het begrijpen van de wereld om ons
heen, het zoeken van verklaringen voor verschijnselen die wij waarnemen”
- Definitie van psychologie
o Psychologie is een wetenschap waarbij het externe gedrag bestudeerd wordt en
waarbij die gedragsevidentie gebruikt wordt om de mentale of interne processen te
begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen
Intern : niet rechtstreek te bestuderen, we gaan het afleiden uit het gedrag
(extern)
Onmeetbaar -> meetbaar maken door het gedrag te meten
Bv. Intelligentie -> afleiden door hoe hij het aanpakt, omgang
vrienden, IQ-test,..
Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben : Filosofie Evolutietheorie
Geschiedenis
- “Psychologie heeft een lang verleden maar een korte geschiedenis
- Lang verleden
o Wortels in filosofie
o Nadenken over menselijke geest
- Korte geschiedenis
o 1897 : officiële start van de academische discipline
Eerste psychologisch labo in Duitsland (Wundt)
- Waarom zo laat?
o Wetenschappelijke methode hanteren om iets te onderzoeken is een vrij recent idee
van het bestuderen van de mens als een studieobject het was een taboe, het was
ingegeven door god, ziel,..
o Vereiste een verandering in mensbeeld om de menselijke geest als studieobject te
zien => Wetenschappelijke revolutie
o Van nadenken over de geest en de totstandkoming van kennis, tot wetenschappelijk
onderzoek van de geest
Ontwikkelingen in de filosofie
- Griekse filosofen
o Plato : onderscheid tussen ware, ideale wereld (= menselijke ziel) en veranderlijke
wereld (= observatie)
o Aristoteles : echte kennis dienen men uit te gaan van onwrikbare uitgangspunten
die door de menselijke ziel intuïtief herkend
Stelde zich vragen over het universum en de plaats van de mens erin
Mensen waren de enige wezens met rede
Wij kunnen nadenken over onze functie, hoe we in elkaar zitten
dankzij onze geest
Wiskunde lag het dichtste bij de ideale wereld
2
, o Geocentrisme = aarde was het middelpunt van ons universum (zon draait rond de
aarde)
Kalender bleek niet te kloppen
Niet alle hemellichamen draaien rond de aarde, maar de aarde draaide rond
de zon
Eenvoudige wiskundige formules bewees dit
Copernicaanse revolutie : inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van
het heelal
o Dualisme: lichaam (fysiek) en ziel (boven het aardse leven) gaan we als aparte
gegevens beschouwen
Vloeit uit de ideeën van Plato
Mens = enig wezen dat universum en rol van de mens in het universum kan begrijpen via rede
Ware kennis = product van rede, goddelijke ingeving, intuïtie
- Kerk : vertaalde de geschriften van Plato en Aristoteles naar de kerkelijke leer
o Plato’s wereld van onveranderlijke, ideale vormen waaruit de ziel kwam, komt
overeen met de hemel en demonstraties van Aristoteles = goddelijke ingevingen
o Kerk Stond garant voor de waarheid, het was kennis
o Ze deden beroep op geschriften van de kerkvaders die waren overgenomen door de
Griekse filosofen (Middeleeuwen)
- Vertalingen van Griekse geschriften
o Goddelijke ingevingen en intuïtie als bron van kennis
Verandering : God staat garant voor Waarheid = geschriften van kerk zijn meest
betrouwbare bron van kennis
- Wetenschappelijke revolutie
o Oude wijsheden blijken niet noodzakelijk correct : de kennis vanuit de Bijbel is niet
meer de (enige) waarheid
o Copernicaans revolutie
Copernicus was geïnteresseerd in astronomie, en besefte dat niet alle
hemellichamen rond de aarde draaien, maar dat de aarde rond de zon
draaide, het werk werd pas bij zijn dood gepubliceerd
Galileo verdedigde het copernicaanse model die hij met nieuwe observaties
a.d.h van de telescoop onderbouwde
3
, Isaac Newton beschreef de bewegingen van de planeten aan de hand van
relatief eenvoudige wiskundige formules
Controversieel idee
o We kwamen in contact met nieuwe ideeën:
Uitvinding van de boekdrukkunst zo konden ze de waarheid op een
andere manier achterhalen, niet maar van 1 persoon (god)
Confrontatie met de Islamitische en Chinese beschavingen
Ontdekkingsreizen
Men kon de observeren van de wereld!
Verandering: Wetenschappelijke studie als nieuwe bron van kennis = observatie,
experimenten en actief ingrijpen in de wereld (positivistische methode)
- Methode toepassen op de mens (17de eeuw)
o Decartes
Dualisme : mensen bestaan uit 2 onafhankelijke elementen : een lichaam en
een geest, de geest is de vrije wil en vormt de kern van het menselijk denken
geest is nog altijd de zetel van de rede (lichaam = omhulsel van de geest)
Rationalisme = stelt dat ware kennis gebaseerd is op rede, die door
toepassen van logica nieuwe informatie afleidt uit het bestaande (ik denk
dus ik weet)
begin toepassing wetenschap op lichaam
Nativisme : kennis komt tot stand via aangeboren ideeën en afgeleide
inzichten (zit al in onze ziel)
toegepast op lichaam niet op geest
Verandering : Lichaam is soort machine die wetenschappelijk onderzocht kan worden
Geest niet, is centrum vrije wil en rede
- Tegenbeweging op Decartes 17de – 18de eeuw : Hobbes, Locke en Hume
o Empirisme
Kennis komt niet tot stand via aangeboren ideeën en afgeleide inzichten
maar via zintuiglijke ervaringen
Geest = tabula rasa
Inhoud geest kwam via zintuiglijke ervaringen = kennis door
observatie
Hoe komt dat op gang?
4
, We leggen ook associaties tussen verschillende ervaringen (bliksem-
donder) onze geest kan dan kennis produceren
John Locke : alle menselijke kennis komt voort uit externe
ervaringen, voelbare voorwerpen en niet vanuit aangeboren ideeën
-> associaties
Kennis is product van ervaring
Geest kan ook wetenschappelijk onderzocht worden
- Evolutietheorie : Darwin (19de eeuw)
o Sommige soorten zijn beter aangepast aan hun omgeving en hebben een betere
overlevingskans veel nakomelingen
=> struggle for life and survival of the fittest
o Experiment vinken
o Mens was het allerhoogste product van de evolutie
Als ook mensen product zijn van evolutie, kan men hun gedrag bestuderen op
wetenschappelijke manier, net zoals dieren
Geest = studieobject
Beginjaren van de psychologie:
- Psychologische scholen:
o 5 grote stromingen
Structuralisme
Functionalisme
Gestaltpsychologie
Behaviorisme
Psychoanalyse
- 1879 (Wundt)
o Grondlegger academische psychologie
o 1ste psychologisch labo Leipzig
o Wetenschappelijk onderzoek menselijke geest
Bewustzijn
In welke mate moeten kleuren van elkaar verschillen om als 2
kleuren gezien te worden?
Hoelang duurt het vooraleer we op een geluid kunnen reageren?
Introspectieve methode : Kijken naar eigen bewustzijn door
objectieve, nauwkeurige rapportering van gevoelens, gedachten,
herinneringen etc (wijnproeverij)
5
,Structuralisme
- Titchener, Külpe
- Structuur van het bewustzijn?
o Uit welke bouwstenen bestaat de menselijke geest?
o Hoe vormen deze bouwstenen mentale structuren (mentale voorstelling voorwerp,
concept, persoon etc.)
o Afgeleid via introspectie
= componenten, bouwstenen van ons bewustzijn (mentale structuur)
o Titschener zijn kijk :
Complex proces wordt gereduceerd tot combinatie van elementaire
componenten, die behoren tot sensaties (visuele ervaringen)
- Kritiek op introspectieve methode en structuralisme :
o Onbetrouwbaarheid
o Veel variatie tussen personen
o We zijn niet van alles bewust, het heeft zijn limieten
o Reproduceerbaarheid
Functionalisme
- Functionalistische school in VS
- Pragmatische benadering
o Onderzoek over de functie van het bewustzijn
o Hoe kan de geest optimaal functioneren in zijn omgeving?
- Geïnspireerd door
o Evolutietheorie individuele verschillen tussen mensen
o James “Stream of consciousness”
Inhoud bewustzijn verandert steeds -> er is een voortdurende veranderende
stroom van gedachten en gevoelens
Inhoud is geen statisch gegeven, het fluctueert:
Focussen op de functie van het bewustzijn
Het moet nuttig zijn voor mens en maatschappij
Vb. intelligentie : als de omgeving een invloed heeft, hoe kunnen we
de omgeving dan aanpassen dat iedereen kan floreren in de
maatschappij
Gestaltpsychologie
- Wertheimer, Köhler, & Koffka
o Focus op perceptie, want dat stuurt het gedrag
“Geheel (gestalt) is meer dan som der delen” = perceptie opdelen is zinloos
>< atomisme structuralisten
Bv. schilderij, muziek is meer dan een optelsom van noten
o Ondersteuning via visuele illusies
Belang totaalconfiguratie
6
, 2 lijn horizontaal staan parallel maar we zien een geheel
Hering illusie
Zöllner illusie
Behaviorisme
- Vorige 3 stromingen waren studie van het bewustzijn deze niet
- Watson
o Onderzoek bewustzijn is tijdverlies
Psychologie moest introspectieve methode verlaten leverde alleen
objectieve resultaten op en kon niet geverifieerd worden
Enkel gedrag kan objectief gemeten worden = direct observeerbaar
o Psychologie = wetenschap gedrag
Richten om iets te meten dat betrouwbaar is : het gedrag
Geen introspectie maar objectieve observaties : gedrag in gecontroleerde
setting
Iedereen op dezelfde manier behandelen
Geen invloedbare factoren (gsm)
o Behaviouristen namen 3 principes over van het positivisme
Directe observaties kunnen gedefinieerd worden = operationele definitie
Onderscheid tussen afhankelijke en onafhankelijke variabelen
Beschrijven van de precieze relatie tussen de afhankelijke en onafhankelijke
variabelen (wiskundig)
o Sterk geïnspireerd door het positivisme = ging ervan uit dat de
natuurwetenschappen de meest succesvolle manier gebleken waren om de wereld
te begrijpen en kennis te genereren
o Wetenschap moet streven naar objectief verifieerbare kennis
o Kennis kan enkel verworven worden door toepassing wetenschappelijke methode
Behaviorisme : S-R psychologie
- Black box psychologie of S-R psychologie niet te onderzoeken, kan je je niet mee bezig
houden
- Stimulus lokt respons uit
S lokt R uit
7
, - Behavioristen verklaren dit dmv leerprincipes, conditionering
- Zie les Conditionering en leren
Uitspraak van Watson
- “Geef mij een stuk of twaalf gezonde baby's en een door mij bepaalde wereld om ze in groot
te brengen en ik garandeer u dat ik elk ervan kan trainen om welke specialist dan ook te
worden - dokter, advocaat, kunstenaar, ja zelfs bedelaar en dief, ongeacht hun talenten,
neigingen, vermogens, roepingen, en het ras van hun voorouders.”
o Behaviorisme:
▪ Vb. hoe extreem de ideeën van de behavioristen zijn
⮚ Strikt … perspectief
▪ Zeer wetenschappelijke benadering
▪ Veel nuttige inzichten: gedragstherapie, opvoeding, onderwijs, …
▪ Maar een starre, mechanische visie op mens
Psychoanalyse
- Bewustzijn én gedrag zijn oppervlakkige fenomenen
o Oorsprong ligt bij het ontstaan van persoonlijkheidsverschillen en mentale
stoornissen bij onbewuste krachten
- Onbewuste ervaringen en impulsen sturen ons
- Genezing = inzicht in onbewuste processen
o Uit het bewustzijn verdrongen gebeurtenissen (kindertijd)
- Grondlegger = Sigmund Freud
o Wel manier waarop het onbewuste processen een invloed hebben, inzicht krijgen in
onbewuste processen
- Vb : waarom val ik op dat type man?
- Vb: Kleine hans :
o 5 jaar, fobie voor paarden
o Getuige ongeval met paardenkar
▪ In tijd van Freud waren er veel paarden
▪ Hans was getuige van een ongeval met paardenkar
⮚ Oedipuscomplex : elke jongen gaat door de fase dat hij aangetrokken
wordt door zijn moeder
⮚ Angst paarden = castratieangst door vader
⮚ Zwarte snuit = snor (papa)
⮚ Oogkleppen = bril
- Hij wees op belang onbewuste processen
- Bood richtlijnen voor de praktijk met coherente visie op menselijke psyche
- Maar was Niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek maar Freuds persoonlijke
interpretaties
o Hermeneutiek : het is belangrijker om het verleden te begrijpen dan het
onderzoekwerk van een natuurwetenschapper
8
, ▪ Wilhelm Dilthey: een psycholoog moet de geest proberen te begrijpen, niet
verklaren
De toepassing van de wetenschappelijke methode op het menselijk functioneren
- Persoonlijke fout:
o Blijkbaar heeft de ene persoon meer tijd nodig om de informatie te verwerken dan
de andere (sterrenkunde)
- De snelheid van informatietransmissie in de zenuwen
o Voordien dacht men dat die snelheid oneindig groot was
▪ Zenuw van een poot van een kikker stimuleren en dit meten
⮚ Bleek niet oneindig groot te zijn
- Onderzoek van Donders
o Hoeveel tijd hebben mensen nodig om eenvoudige taken op te lossen?
▪ Alle handelingen hebben een zekere verwerkingstijd (hartslag)
▪ 3 verschillende condities : overal werd geluid aangeboden als stimulus
⮚ Eenzelfde lettergreep zo snel mogelijk herhalen (a-reactie)
⮚ Vijf lettergrepen door elkaar zo snel mogelijk herhalen (b-reactie)
discriminatie en keuze
⮚ Vijf lettergrepen opnieuw aangeboden en diende alleen ‘ki’ te
herhalen (c-reactie) discriminatie
o Begin van de mentale chronometrie = techniek waarbij men
de psychologische processen in informatieverwerking
probeert te achterhalen door te kijken naar de tijd die
mensen nodig hebben om taken uit te voeren
Wat blijft er nu nog van over?
- Stromingen bestaan niet meer wel ideeën doorgestroomd naar de hedendaagse psychologie
- Structuralisme, functionalisme, en gestaltpsychologie verdwenen als aparte scholen
- Gestaltpsychologie: onderzoek naar de waarneming
- Behaviorisme: methoden en leerprincipes doorgestroomd naar hedendaagse psychologie
- Psychoanalyse bestaat nog, maar kent veel kritiek je moet handelen volgens de
wetenschappelijke methode
Hedendaags psychologie
Biopsychosociale benadering
- Hedendaagse psychologie houdt rekening met biologische, psychologische en sociale
factoren om het gedrag te verklaren/analyseren = biopsychosociale benadering
- Biologisch = genetisch, medicatie,..
- Sociaal = bv. Geen vrienden hebben
- Psychologisch = het denken, maken van keuzes
9
, Deelgebieden
- Spreken niet meer over stromingen maar over specialisaties
Specialisatie Functie
Klinische Psychologie Diagnosticeren en behandelen van mentale,
emotionele en gedragsproblemen
Arbeids- en organisatiepsychologie Personeelsselectie, gedrag binnen werkcontext
Ontwikkelingspsychologie Ontwikkeling van gedrag en denken doorheen
de levensloop
Persoonlijkheidspsychologie Verschillen en overeenkomsten in
persoonlijkheid
Sociale Psychologie Hoe worden gedachten, gevoelens en
gedragingen beïnvloed door de context?
Biologische Psychologie Relatie hersenen en menselijke gedrag
Cognitieve Psychologie Informatieverwerking, waarneming, aandacht,
geheugen, …
Testpsychologie Ontwikkeling van gestandaardiseerde tests,
valideren van onderzoeksmethoden
- Onderzoeksmethoden : de wetenschappelijke methode (positivistische stroming)
De wetenschappelijke methode
- Steunt op empirie :
o Recent gegeven : rationalisme naar empirisme
▪ Rationalisme =idee dat onze geest de zetel is van onze rede, theorie
opstellen door na te denken over hoe de geest in elkaar zit
▪ Empirisme =we kunnen onderzoek doen naar hoe kennis tot stand komt
door observaties te doen
o Van nadenken of vertrekken vanuit eigen intuïtie/ervaring naar objectieve
waarnemingen en registratie van feiten
- Onderzoekscyclus
o Wetenschappelijke methode blijft onveranderlijk
▪ Systematisch dezelfde stappen
▪ Bestaat uit theorie, hypothese,… zie tekening slide 65
- Theorie
o Hoofdoel = ontwikkelen theorie
10