Circumductie: deze beweging kan alle verschillende bewegingen omvatten,
maar dit kan enkel in een gewricht met veel vrijheidsgraden
vb. kogelgewricht
Deze beweging kan niet in verschillende vlakken ontleed te
Worden.
Flexie heupgewricht anteversie
Versie: kantelen, anteversie: naar voor kantelen
VARUS; knieën naar buiten (O-benen)
VALGUS; knieën naar binnen (X-benen)
in subtalair gewricht
AD/Abductie: een beweging van je voet rond de lengte-as vh onderbeen naar grote teen of
weg van grote teen
transversaal vlak, craniocaudale as
PRO/SUPInatie: draaiing vd voet om zijn lengte-as waarbij laterale/mediale voetrand
Omhoog
frontaal vlak, dorsoventrale as
Inversie: combinatie v. plantairflexie, supinatie en adductie
Eversie: combinatie v. dorsiflexie, pronatie en abductie
Art coxae Retro/anteflexie Kogelgewricht 3 vrijheidsgraden
Endo/exorotatie
Ab/adductie
Art genus Flexie/extensie Draai- 1 of 2
Endo/exorotatie scharniergewricht
gebogen knie
Art talocruralis Plantair/dorsiflexie scharniergewricht 1
bovenste spronggewricht
Art talotarsalis Varus/valgus 1
(art subtalaris)
(talocalcaneunaviculairs)
Artt metatarsophalangeae Plantair/dorsiflexie Kogelgewricht 1 of 2
Ab/adductie
Artt interphalangeae pedis Plantair/dorsiflexie Scharniergewricht 1
1. Goniometrie
Betrouwbaarheid herhaalbaarheid vd meting onder indentieke omstandigheden
(“test-retest reliability”; m.a.w hoe consistent de meting is, of
nog: hoe herhaalbaar zijn de metingen door dezelfde tester
(intratesterbetrouwbaarheid) of door verschillende
(intertesterbetrouwbaarheid).
Validiteit meet de test wat ze moet meten? In dit geval: de werkelijke
hoek gevormd tussen 2 botstukken. Responsiviteit verwijst naar
de mate waarin een meetinstrument veranderingen kan meten
(klinisch belangrijk)
Aandachtspunten voor alle goniometrische testen
Punten w/ altijd pas aangeduid nadat eerst de testbeweging is aangenomen. Duid je punten
opnieuw aan als je bv van buiklig naar ruglig gaat
, Alle tests w/ 3x gemeten (en dit zowel /a/ als /p/) en daarvan neem je het gemiddelde en dit
gemiddelde vergelijk je met het gemiddelde vd gezonde zijde
HEUP
Flexie art. coxae
Houding ruglig; heup 0° abd. Add. En rotatie
Knie gebogen (lengte van mm. Hamstrings mag meting nt
beïnvloeden)
stabilisatie van pelvis voorkomt rotatie en achterwaartse bekkenkanteling
segmenten vast: bekken (romp)
bewegend: bovenbeen
merktekens romp: lengteas van romp (evenwijdig met
tafelrand)
been: laterale epicondyl (aanduiden met knie in
flexie-stand)
as door midden van femurkop
dwz 4,5cm, craniaal van meest lateraal uitstekend deel van
trochanter major.
duid punten opnieuw aan als je van flexie naar extensie gaat. Punten w/ ook altijd pas aangeduid
nadat eerst de testbeweging is aangenomen. niet meest valide, hangt van persoon tot persoon af.
Extensie art. coxae
Houding buiklig; heup 0° abd. add. En rotatie
Knie gestrekt (zoniet limiteert Q-ceps de meting) (as dus ook in
positie knie-extensie aanduiden en niet knieflexie)
stabilisatie van pelvis voorkomt rotatie en voorwaartse bekkenkanteling
(fixeren op sacrum mag)
Segmenten vast: bekken (romp)
Bewegend: bovenbeen
Merktekens romp lengteas van romp (evenwijdig met
tafelrand)
been laterale epicondyl (aanduidenmet knie in
extensie-stand)
as door midden van femurkop
dwz 4,5cm craniaal van meest laterale uitstelend deel van
trochanter major
heupflexie: knie in flexie; anders rek op hamstring
Extensie: knie in extensie; anders rek op rectus femoris
Abductie art. coxae
Houding ruglig; heup 0° abd. Add. Rotatie; knie gestrekt
Stabilisatie van pelvis voorkomt rotatie en zijwaartse bekkenkanteling
Segmenten vast: bekken (romp)
Bewegend: midden van patella (bovenbeen)
bovenrand
Merktekens aanduiden in eindstand abductie
Romp: ingebeelde lijn van li en re SIAS
been: ventrale zijde, midden femur met als
referentiepunt het midden van patella
as SIAS; 3,5cm mediaal van SIAS en 7cm caudaal
beginhoek 90° is eigenlijk 0°
SIAS = niet valide/minder valide
Als bekken beweegt w/ dat niet mee opgenomen in de meting, bekken moet niet meer gefixeerd w/.
, zijn geabduceerd om volledige ROM toe te laten of ander been ligt
over te testen been
stabilisatie van pelvis voorkomt rotatie en zijwaartse bekkenkanteling
segmenten vast: bekken (romp)
bewegend: midden van patella (bovenbeen)
bovenrand
Merktekens aanduiden in eindsand adductie
Romp: ingebeelde lijn van li en re SIAS
Been: ventrale zijde, midden van femur met als
referentiepunt het midden vd patella
as SIAS: 3,5cm mediaal van SIAS en 7cm caudaal
je mag het been trekken of duwen passief .
Bewegend referentiepunt beter midden van patella ipv midden boven
Geen heupflexie bij /p/ test!!!!!
Endorotatie art. coxae
Houding zit; knieën 90° flexie en 0° abd en add
Eventueel handdoek/zandzakje onder distale deel van femur
Stabilisatie van distale einde van femur voorkomt adductie of verdere flexie
vd heup; opgelet: rotaties en laterale tilting van bekken
(SIASSEN ONTBLOTEN)
Segmenten vast bekken (romp)
Bewegend bovenbeen verlengd met onderbeen
Merktekens vast segment van goniometer hangt verticaal
Been: midden van onderbeen als referentiepunt
margo anterior tibiae of midden tussen
beide malleoli
malleoli is beter, been nt altijd recht
As midden tussen enerzijds de onderrand van patlla en anderzijds
het midden van tuberositas tibiae
je kan bij passieve test eigen been gebruiken om onderbeen patiënt naar lateraal te bewegen. Op die
manier houdt de therapeut 1 hand vrij om bovenbeen te stabiliseren en 1 hand om goniometer te
richten
het bekken/billen moet op de tafel blijven
Exorotatie art. coxae
Idem als endorotatie
De contralaterale knie is iets verder onder tafel gebogen (of been naar abductie) om volledige
exorotatie toe te laten
Stabilisatie hand van therapeut op bovenbeen proximaal boven lateraal van
knie en SIAS dient ontboot te zijn
1.1. Knie
Flexie en extensie
Houding ruglig (eventueel handdoek onder hiel voor hyperextensie)
(evt. voorlig voor extensie; handdoek onder bovenbeen en voet
van tafel)
let op houdingen van enkel en heup
stabilisatie van femur om rotaties en ab/adducties van heup te vermijden
segmenten vast: bovenbeen
bewegend: onderbeen
merktekens bovenbeen: trochanter major (meest lateraal
uitsteeksel)
onderbeen: malleolus lateralis (meest uitstekend punt)
as evolute: laterale epicondylus van femur
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liesjeve. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.