Deel 1: inleiding
Hoofdstuk 1: Introductie tot onderzoeksmethoden
voor business
Introductie
Onderscheiden verschillende stappen binnen het onderzoek:
- het kiezen van een topic en onderzoeksvragen opstellen;
- een kritische literatuurstudie schrijven;
- concepten en theorieën beschrijven;
- verzamelen en analyseren van data over het onderwerp;
- het interpreteren van het materiaal;
- argumenten opstellen en conclusie schrijven.
Er spelen 2 assen doorheen het hele proces mee:
● Thinking and finding out: we starten vanuit het denken, welke richting wil ik uit
met mijn onderzoek? Daarna volgen de bevindingen en hierna volgt opnieuw
een fase van nadenken: mijn bevindingen VS de bevindingen uit de literatuur.
● Confusion and confidence: doorheen het hele proces krijg je te maken met
zaken waar je onzeker over bent, en zaken waar je wel zeker over bent.
Onderzoek: proces van het vinden van oplossingen voor een probleem na een gerichte en
systematische studie en analyse van materialen en bronnen
- proces – verstaat uit verschillende stappen
- probleem- vertrekt vanuit probleem
- doelgericht- met focus vertrekken en aanhouden
- systematisch: structurele manier van werken
,business onderzoek
= Zakelijk onderzoek is een georganiseerd, systematisch, op gegevens gebaseerd, kritisch, objectief
onderzoek of onderzoek naar een specifiek (bedrijfs) probleem, dat wordt uitgevoerd met als doel
antwoorden of oplossingen te vinden voor managers op de werkplaats. Data die je gebruikt kan nieuwe
data zijn, kan bestaande data van organisatie zijn
Vb. CSR: maatschappelijk verantwoordelijk ondernemen |Vb. banksector, onderzoek naar
vertrouwen|Vb. suggesties die Netflix geeft |Vb. onderzoek naar manieren mensen online pakketje
ontvangen
heel brede voorbeelden
stappen
1. Waar bevindt zich het probleem in de organisatie en het probleem zo goed mogelijk
omschrijven.
2. Factoren onderzoeken die effect hebben op het probleem. Verzamel data, verzamel
informatie, omschrijf het probleem…
3. Probleem oplossen.
Research helpt managers bij het maken van een beslissing. De geanalyseerde gegeven kunnen
kwantitatief of kwalitatief zijn:
- Kwantitatief: gegevens in de vorm van aantallen/getallen meestal verkregen via gestructureerde
vragen
- Kwalitatief: gegevens in de vorm van woorden verkregen via vragen in interviews, open vragen in
enquêtes, observaties …
Manager en onderzoek
Managers komen elke dag problemen tegen dewelke ze moeten oplossen door juiste beslissingen te
nemen.
Gebieden onderzoek
- Boekhouden (Bv. systemen, praktijken en procedures op vlak van budgetbeheer worden vaak
onderzocht)
- Financiën (Bv. de effectenbeurs …)
- Management (Bv. HRM, het gedrag/de attitude van werknemers …)
- Marketing (Bv. consumentengedrag, voldoen aan wensen van klanten, advertenties, promoties
…)
Type onderzoek
Toegepast
= focust zich op een specifieke beslissing voor een specifieke organisatie, huidig, concreet
probleem en dat een tijdsgebonden oplossing vereist oplossen- resultaten meteen toe passen en
probleem oplossen
Fundamenteel
= tracht de algemene kennislimieten te verruimen/ genereert kennis door te begrijpen hoe
bepaalde problemen die in de organisatie voorkomen, kunnen opgelost worden
in de praktijk niet enkel toegepast of fundamenteel – continuüm
Vb.onderzoek van amazone pakketjes door drones leveren is toegepast onderzoek
Vb.onderzoek welke mate mensen nieuwe technologie accepteren is fundamenteel onderzoek
Een fundamenteel onderzoek kan heel interessant zijn om als manager die basis te gebruiken bij
toegepast onderzoek
,Managers en onderzoek
Waarom moeten managers van onderzoek weten
manager begrijpen, voorspellen en controleren van zaken die niet functioneren in de organisatie
Kennis over onderzoek en onderzoeksmethoden zullen managers helpen om:
- problemen in een werkcontext te identificeren en effectief op te lossen;
- goed van slecht onderzoek onderscheiden;
- de verschillende invloeden en effecten van factoren op een situatie in te schatten;
- berekend risico te nemen bij besluitvorming;
- voorkomen dat bepaalde mogelijke belangen worden gediend in een situatie.
De manager en de consultant-onderzoeker
Aannemen van onderzoeker, manager zeker zijn dat:
- rollen en verwachtingen van beide partijen worden expliciet gemaakt
- relevante filosofieën en waardensystemen van de organisatie worden duidelijk vermeld
en eventuele beperkingen worden gecommuniceerd
- er wordt een goede verstandhouding opgebouwd met de onderzoekers en tussen de
onderzoekers en de medewerkers in de organisatie, waardoor volledige medewerking
mogelijk is
Ethiek en business research
- Gedragsregels of verwachte sociale gedragsnormen tijdens het uitvoeren van onderzoek
- Van belang in alle fasen van het onderzoek
- onderzoeker moet dus oog hebben voor de resultaten en objectief blijven in de zin dat hij/zij niet
(enkel) uit zelfinteresse onderzoek voert, maar in naam van een organisatie
- respect hebben voor de personen
- Wetenschappelijke tijdschriften zoals Journal of Business Ethics en Business Ethics Quarterly
- voorschriften, bijvoorbeeld door American Psychological Association
- VUB: Commissie Ethiek ( binnen VUB commissie die voorstel tot onderzoek goedkeuren)
Hoofstuk 2: Wetenschappelijk onderzoek
Introductie
Wetenschappelijk onderzoek
- Helpt onderzoekers bevinding te verklaren met vertrouwen en nauwkeurigheid
- Objectief meer subjectief
- Helpt managers belangrijkste probleem zien, vermijden, minimaliseren of oplossen
Kenmerken
- Doelgericht: starten met concreet doel
Vb attitude van mensen bekijken
- Rigoureus: gebaseerd op goede theoretische basis/ voorzichtigheid en zorgvuldigheid en mate
van naukeurigheid
Vb. eerst kijken in literatuur, andere onderzoeken wat belangrijk is voor dit onderzoek
goed wetenschappelijk onderzoek zorgt voor de juiste informatie met zo weinig mogelijk bias,
opgebouwd door een analyse of door behulp van data.
- Testbaar: hypothese, stelling wat je verwacht/voorspelt van uitkomst van onderzoek, hypothese
moet je kunnen testen
, Vb. testen mensen met meer technologische kennis, positief tegenover zelfrijdende auto’s want
ik denk dat het zo is en dat kan je testen
- Reproduceerbaar: moet zodanig in detail, onderzoeksplan en methode duidelijk geformuleerd
zodat anderen zouden kunnen opnieuw doen/ meermaals uitgevoerd en dezelfde conclusie toont
- Precisie en betrouwbaarheid: je kan nooit hele populatie ondervragen dus moet steekproef die
statistisch betrouwbaar + precisie
o Precies: mate 5 van nauwkeurigheid en verwijst naar de mate waarin de bevindingen
aanleunen bij de realiteit gebaseerd op een sample
o Betrouwbaarheid: de mate van waarschijnlijkheid dat onze schatting correct is
- Objectief: het kan zijn dat de hypothese niet klopt dus eerlijk over raporteren, conclusies mogen
geen subjectieve of emotionele interpretatie zijn
- Veralgemeenbaarheid: mate waarin jouw ondervindingen ook kan toepassen op andere
onderzoek
MAAR niet veralgemeenbare studie betekend echter niet dat deze niet wetenschappelijk is
Hoe meer toegepaste kant van onderzoek, hoe minder veralgemeenbaar
- Parsimony: altijd voorkeur voor simpel model, als dat voldoende is om onderzoek te staven dan
dat voorkeur op complex model/ eenvoudige, goed geformuleerde en duidelijke
onderzoeksmethode
HYPOTHETICO-DEDUCTIEVE METHODE
Stappen bij onderzoek
1. Ruime probleemdomein identificeren
2. Probleemstelling definiëren: doelstellingen en verdeling in onderzoeksvragen
= algemeen doel van onderzoek
3. Hypotheses ontwikkelen:
Aan de hand van theoretisch onderbouwd netwerk( variabelen en hun bij bijdrage onderzocht)
wordt hypothese opgestelt
o 2 vereisten
weerlegbaar (falsifable) zijn (het moet mogelijk zijn de hypothese te ontkrachten
met tegenbewijs
testbaar
4. Constructen operationaliseren: hoe ga je dingen meten, concrete maatstaven definiëren
5. Data verzamelen: interviews, enquêtes, enzo,- informatie verkrijgen over die variabele, hetgeen
later gebruikt wordt bij de data-analyse
6. Data analyseren- gegevens worden statistisch geanalyseerd om te kijken of ze de gestelde
hypothesen ondersteunen
7. Interpretatie van data: objectief data raporteren
eerst gaan men inductief te werken, hier formuleert men een hypothese. Deze hypothese wordt
gehaald uit observaties. Vervolgens wordt deze hypothese getoetst, inductie.
Theorie- ontwikkeling
(theorie is een georganiseerde set van assumpties met betrekking tot fenomeen)
Deductie: data verzamelen om te testen of de theorie klopt, in natuurwetenschappen
Theorie naar data
- Hypothesetoetsing is deductief: we testen of een algemene theorie een specifiek probleem kan
verklaren
- Observaties die gedaan worden tijdens het onderzoek bepalen of we de oorspronkelijke theorie
kunnen bevestigen of niet
, - Top Down, je vertrekt vanuit iets abstract en je maakt het concreet
Inductie: fenomeen gaan observeren en daar theorie uit halen
Data naar theorie
- Specifiek naar algemeen
Abductie: fenomeen observeren en theorie opbouwen + opnieuw data verzamelen om theorie te
testen
data naar theorie naar testen
Lagen van het onderzoek
Onderzoeksfilosofie
- Def: het geheel van je overtuigingen en assumpties omtrent de ontwikkeling van kennis en de
aard van die kennis/ overtuigingen over de wereld en wat onderzoek kunnen vaststellen
2 soorten assumpties
- Ontologie: bepalen hoe jij naar de wereld kijkt, hoe kijk je naar de realiteit / assumpties over de
aard van de realiteit
Vb.onderzoek naar weerstand van personeel naar verandering kan bekijken hoe wegwerken maar
kan ook bekijken hoe kan oppportuniteit zien constructief
- Epistemologie: het onenigheid over de aard van kennis, of hoe we tot deze kennis komen
Waaruit mag de kennis komen, welke bronnen
Vb. aard van kennis te weten komen door meningen te vragen
Belangrijke filosofieën
Positivisme
- Wetenschappelijk onderzoek is de manier om tot de objectieve waarheid te komen
- Wereld werkt volgens wetten van oorzaak en gevolg
- Rigoreus en repliceerbaar, betrouwbaarheid en veralgemeenbaarheid
- Voorkeur voor experimenten om causaal effect van een variabel te onderzoeken door deze te
manipuleren en te observeren
- Deductief onderzoek
Constructivisme
- Geen objectieve realiteit De wereld zoals we die kennen is eigenlijk mentaal geconstrueerd
- Doel is om de regels te begrijpen die mensen gebruiken om betekenis te geven aan de wereld
- Vaak voorkeur voor kwalitatieve onderzoeksmethoden nagaan hoe mensen denken
- Veralgemeenbaarheid niet belangrijk
- Inductief onderzoek voren
Kritische realisme
- Er is een objectieve waarheid, maar de stelling dat deze objectief kan worden gemeten wordt
verworpen
- Kritisch ten opzichte van ons vermogen om de wereld met zekerheid te begrijpen
, - Nood om “triangulation” te gebruiken: waar hij/zij meerdere onderzoeksmethoden gaat
gebruiken
Pragmatisme
- Geen specifieke positie omtrent goed onderzoek
- Zowel onderzoek over objectieve als subjectieve fenomenen kan nuttige kennis opleveren
- De huidige waarheid is tijdelijk (‘tentative’) en verandert in de
- loop van de tijd
- Relatie tussen theorie en praktijk
Hoofstuk 3: probleemgebied en verklaring
Masterproef
1. Onderwerp kiezen en onderzoeksvragen formuleren
2. Kritische literatuurstudie
3. Constructen, conceptueel kader en theorieën
4. Verzamelen en analyseren van onderzoeksmateriaal
5. Interpreteren van onderzoeksresultaten
6. Argumentatie, kadering en rapportering
Onderzoeksproces
Hoofdstuk 4: Probleemstelling
Managementprobleem
Vb. ontevredenheid
probleem niet altijd accuut probleem wat
niet langer kan, kan ook verbeterpunt zoeken