lOMoAR cPSD| 1947716
1 INLEIDING
Sociaal recht heeft 2 luiken:
→ arbeidsrecht ( privaat recht)
→ sociaalzekerheidsrecht ( publiek recht)
1. Arbeidsrecht (privaat recht)
Uitgangspunt: contractsvrijheid: burgers moeten als gelijkwaardige partijen met elkaar afdwingbare
overeenkomsten kunnen afsluiten
Omvat veel dwingend recht: rechtregels waarvan niet mag worden afgeweken
a) Individueel arbeidsrecht
= de rechtsregels die specifiek betrekking hebben op de ARBEIDSverhoudingen tss burgers; tussen
WG en WN
Vb. uitvoering AO, schorsing, beëindiging maar ook preventieve beschermingsregels als het loon,
arbeidstijden, feestdagen, jaarlijkse vakantie,…
b) Collectief arbeidsrecht
= op welke wijze en in welke mate wn’ers in GROEP in overleg kunnen treden met de WG
ONTSTAAN?
Principes van eerste
Loonarbeid tussen burgerlijk Sociale sociale
19eeeuw:
industrieel- wg & wn recht:
Met lage lonen,
kapitalistische lange dagen
gelijkheid en opkomst
Enigste y vrijheid <=> socialisme
Volgorde: Arbeidsongevallen, mindervaliden, kinderbijslag, vakantiegeld
Doel : het beschermen van de werknemers als zwakkere partij binnen de arbeidsrelatie
2. Socialezekerheidsrecht (publiek recht)
Recht op SZ die de burger kan opeisen aan de OH ingeval van een sociaal risico (werkloosheid, ziekte,
zwangerschap, …)
!!! de eenzijdigheid en dominantie van de OH: zij bepalen de spelregels, voorwaarden
BELANG sociaal recht = meervoudig
1. Vastleggen v rechten en plichten van wn & wg tegenover elkaar
2. Verzekert een min aan vrije tijd voor wn’ers (belangrijk door verleden)
3. Door SZ kunnen wn’ers en zelfstandigen in alle omstandigheden hun levensonderhoud voorzien
1
, lOMoAR cPSD| 1947716
1 JURIDISCHE TEWERKSTELLINGSVORMEN
Verschillende soorten en manieren van werken
• Gevolg voor toepassing sociaal recht: wie werkt in band van ondergeschiktheid kan rekenen op
heel wat beschermende wetgeving.
Mogelijkheid tot gebruik maken van socialezekerheidsstelsel is afhankelijk van:
• Leveren van arbeidsprestaties
• Juridische tewerkstellingsvorm: elke vorm heeft eigen kenmerken (= sociaal statuut)
Beroepsmatig en tegen betaling activiteiten uitoefenen → juridische gevolgen!
2 onderscheidingscriteria:
1. Werk je onder gezag of niet?
2. Heb je een arbeidsovereenkomst of ben je statutair?
1.1 EERSTE ONDERSCHEID: EIGEN BAAS OF NIET?
Verschil tussen zelfstandige en werken in dienstverband: GEZAG
De zelfstandige:
• Geen gezag: eigen baas: beslist zelf waar, wanneer, hoeveel hij werkt.
• Valt onder burgerlijk en / of handelsrecht → geschillen : burgelijke of handelsrechtbank
Werken in dienstverband:
• Werken voor werkgever; arbeid tegen loon
• Onderworpen aan instructies en richtlijnen
• Beheerst door arbeidsrecht → Geschillen: arbeidsrechtbanken
Zelfstandige in bijberoep
• Combinatie werken in dienstverband en zelfstandige
1.2 TWEEDE ONDERSCHEID: ARBEIDSOVEREENKOMST OF STATUUT?
Verschillende manieren om in dienstverband te werken:
In dienst van een onderneming: WG en WN’er zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst
!!! onderworpen aan de Wet op de arbeidsovereenkomsten
Uitzonderingen die niet onder de WAO vallen:
In dienst van de overheid: ambtenaar → statutair
= rechten en verplichtingen zijn niet vastgelegd in een individuele AO maar werden VOORAF bij wet vastgesteld in een
rechtspositieregeling of statuut.
2
, lOMoAR cPSD| 1947716
Rechtspositieregeling of statuut
= geheel van algemene en onpersoonlijke bepalingen, dat op de ambtenaar van toepassing wordt
verklaard bij zijn benoeming.
Dit statuut wordt eenzijdig opgelegd.
Kan dus ook eenzijdig worden gewijzigd door de overheid.
GEVOLGEN
1. Ambtenaren kunnen niet vooraf en individueel onderhandelen over de inhoud van dat statuut
2. Geen recht op schadevergoeding bij (eenzijdige) wijziging
3. Voordeel: vastheid van de betrekking bij vast benoeming, kan slechts in uitzonderlijke gevallen
beëindigd worden.
Uitzonderlijk kan overheid ook mensen contractueel aanwerven voor welbepaalde taken of voor een
welbepaalde reden. Dan is men niet verbonden door een statuut maar door een arbeidsovereenkomst,
onderworpen aan de WAO.
Op basis van leer-of stageovereenkomst of een overeenkomst voor beroepsopleiding.
• Specifieke wetgeving
• Arbeid-gezagverhouding
• Leren staat centraal, niet het verrichten van arbeid.
3
, lOMoAR cPSD| 1947716
2 AAN DE SLAG
2.1 STARTEN ALS ZELFSTANDIGE
Starten als zelfstandige
1. Inschrijving bij KBO via ondernemingsloket (= door de OH erkende privé organisaties zoals Partena, Acerta…)
2. Zullen een ondernemingsnummer (=identificatienummer) toekennen
Je wilt het Sociaal statuut zelfstandige?
3. Inschrijving bij sociaal verzekeringsfonds (Partena professional, Acerta, Group S, Securex)
Doe je dit niet tijdig→ automatisch ingeschreven bij Nationale Hulpkas voor Sociale Verzekering
der Zelfstandigen;
i.Elk kwartaal betaalt de zelfstandige zijn bijdrage voor de sociale zekerheid, berekend op
het inkomen aan zijn socialeverzekeringsfonds. Dit wordt doorgestort naar het RSVZ
(Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen).
ii. Zelfstandige kan dan uitkeringen genieten: ziekteverzekering, gezinsbijslagen en pensioenen.
4. Aansluiten bij een ziekenfonds naar keuze
Zoniet: bij de HZIV: De Nationale Hulpkas voor de Ziekte-en Invaliditeitsverzekering
5. Verzekering afsluiten tegen beroepsaansprakelijkheid
Reden: financiële gevolgen van je fouten vermijden/beperken
6. Personeel in dienst? Inschrijving als werkgever bij RSZ, DIMONA-aangifte. Hiervoor beroep doen op sociaal
secretariaat
2.2 WERKEN BIJ DE OVERHEID
Solliciteren bij de overheid (= federale overheid, gemeenschappen, gewesten, lokale OH, OCMW’s, oi, …):
1. Slagen voor: Wervingsexamen, medische geschiktheid, proeftijd of stage doorlopen
2. Vergelijkende selectie (door selor = selectiebureau v/d federale overheid):
geslaagde kandidaten worden gerangschikt volgens behaalde resultaat. = objectiviteit.
Wervingsreserve?
Kandidaten die slaagden voor de vergelijkende selectie kunnen tot 2 jaar na de selectieproef een
aanstelling als ambtenaar aangeboden krijgen (zonder nieuw examen te moeten doen)
4