Alle lessen bekeken en alles wat Prof. Verschelden zei over mogelijke examenvragen heb ik uitgetypt. ook een aantal examenvragen zelf 'uitgevonden' als zelftest.
Zorgvolmacht is een conven=onele vertegenwoordiging want het vindt zijn oorsprong in een
rechtshandeling.
2. Kan een vader een doodgeboren kind erkennen?
Neen, een doodgeboren kind heeC geen juridische persoonlijkheid, maar er kan wel een akte
van burgerlijke stand worden opgemaakt. (bij een overleden kind is er wel mogelijk tot
erkenning mits aan voorwaarden voldaan is)
3. Elke afwijking van de goede trouw brengt rechtsmisbruik met zich mee.
Fout, niet elke. Het gedrag moet kennelijk (manifest) afwijken van de goede trouw. Het moet
dus buitensporig en duidelijk zijn.
4. Een akte moet al=jd twee handtekeningen bevaMen van de par=jen.
Fout, een ondertekent geschriC (=akte) kan een handtekening bevaMen als het gaat over een
eenzijdige rechtshandeling. (bv. Testament)
5. Een notariële akte is een synoniem voor een authen=eke akte.
Fout, een authen=eke akte is ruimer dan een notariële akte. Dus elke notariële akte is een
authen=eke akte, maar niet alle authen=eke akten zijn notariële akten. (er zijn andere
ambten dan de notaris die een authen=eke akte kunnen verlijden)
6. Elk vonnis is een authen=eke akte.
Juist, want een rechter (die het vonnis uitspreekt) is een openbaar of ministerieel ambt.
7. De authen=eke akte heeC een grotere bewijswaarde tussen par=jen dan de
onderhandse akte.
Fout, voor het bewijs tussen par=jen is de waarde gelijk tussen een onderhandse en
authen=eke akte. Het is maar wanneer we spreken over (tegenwerpelijkheid?) derden dat de
authen=eke akte meer waarde heeC.
8. Subjec=eve rechten zijn voorbehouden aan natuurlijke personen.
Fout, een rechtspersoon is ook een rechtssubject die subjec=eve rechten kunnen uitoefenen
9. Een graZelder is een vorm van gedwongen mede-eigendom.
, Juist
10. De vruchtgebruiker is in het bezit van het onroerend goed.
Fout, de vruchtgebruiker is detentor want hij heeC geen inten=e eigenaar te worden van het
goed.
11. Is de huwelijksakte vereist voor de geldigheid van het huwelijk?
Neen, het huwelijk is geldig gesloten bij het tweede ja-woord, maar voor het bewijs is de
huwelijksakte wel nodig en een huwelijksakte is pas geldig als het een authen=eke akte is en
in het bijzonder een notariële akte. (maar het is niet solo consensu zoals bij een koop-
verkoop van een onroerend goed. Het is nog al=jd onderworpen aan formaliteiten voor de
geldigheid dus het tweede ja-woord)
12. Is een koop-verkoop van een onroerend goed een vormelijke rechtshandeling?
Neen MAAR;
Geldigheid totstandkoming: solo consensu (wilsovereenstemming over goed en prijs) (bij
aanbod en aanvaarding kan mondeling)
Bewijs: minstens onderhandse akte (want meer dan 3500 euro)
Tegenwerpelijkheid aan derden: authen=eke akte in schrijven AAPD
13. Kan de vruchtgebruiker daden van beschikking stellen?
Neen, hij is geen volle eigenaar en daden van beschikking kan enkel door de eigenaar
gebeuren. Hij heeC dus geen volheid van bevoegdheid over het goed waar hij
vruchtgebruiker van is. Hij kan wel daden van bewaring, daden van gebruik of genot en
daden van beheer stellen. De meest ingrijpende bevoegdheid die de vruchtgebruiker dus
heeC, zijn de daden van beheer dus bv. Verhuren voor minder dan 9 jaar. (+ 9 jaar = daad
van beschikking)
14. Is er nog volle eigendom voor de eigenaar van een goed waarop vruchtgebruik rust?
Neen, volle eigendom wordt blote eigendom voor de eigenaar omdat de vruchtgebruiker
ook zijn subjec=eve rechten heeC bij vruchtgebruik. Dus bij vruchtgebruik heeC de eigenaar
slechts blote eigendom over het goed.
Bv. Wanneer prof sterC dan wordt zijn vrouw vruchtgebruiker over de nalatenschap van
hem (langst levende echtgenoot). Zijn kinderen hebben slechts blote eigendom omdat die
mama vruchtgebruiker is. Wanneer de vruchtgebruiker sterC (de mama) dan pas hebben de
kinderen volle eigendom over de nalatenschap.
Opm: soms kopen de kinderen het vruchtgebruik af van de vruchtgebruiker (dus de langst
levende echtgenoot) dus in dit voorbeeld de mama om uiteindelijk volle eigenaar te zijn.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Merlemerel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,86. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.