Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting examenvragen vastgoedrecht €9,16   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting examenvragen vastgoedrecht

 35 vues  2 fois vendu

examenvragen vastgoedrecht (alles + alle juiste antwoorden (feedback)) ==> fluo geel = juist

Aperçu 3 sur 16  pages

  • 25 août 2024
  • 16
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (39)
avatar-seller
lauramylle1
Vastgoedrecht alle examenvragen 2022 en 2023

Vraag 1) Peter verhuurt sinds 1 februari 2019 een woning aan Sofie en haar echtgenoot Karel voor een maandelijkse
huurprijs van 850 euro. Er is bij de aanvang van de huurovereenkomst een intredende tegensprekelijke plaatsbeschrijving
opgesteld en de huurwaarborg werd geblokkeerd. Peter geeft een rechtsgeldige opzeg met 6 maanden opzegtermijn omdat
hij de woning wil laten betrekken door zijn dochter en schoonzoon. Peter heeft enkele maanden voor het einde van de
opzegperiode een vermoeden dat Sofie en Karel de woning tegen het einde van de opzegperiode niet zullen verlaten. Peter
vraagt u om advies of er goedkope en/of effectieve middelen om zijn ongerustheid weg te nemen?

Maak uw keuze

 Er zijn geen mogelijkheden omdat het woninghuurdecreet dat van dwingend recht is, de verhuurder verplicht het
einde van de opzegperiode af te wachten alvorens de geldigverklaring van de opzeg te kunnen vorderen
 U zegt dat Peter zich geen zorgen moet maken omdat de huurders hem een mail hebben gestuurd dat ze zeker
zullen vertrekken tegen het einde van de huurperiode en Peter op basis van deze mail hen desgevallend
gedwongen kan uitzetten met een gerechtsdeurwaarder
 U zegt dat Peter kan overwegen tijdens de opzegtermijn een verzoeningsprocedure te vragen bij de
vrederechter en zelfs bij afwezigheid van de huurders op deze verzoeningszitting ( afwezigheid is fout), Peter
over een proces-verbaal zal beschikken dat als uitvoerbare titel geldt om tot uithuiszetting over te gaan
 Geen van deze antwoorden is een goed advies

Vraag 2) De koper heeft kennis van een grond tot uitwinning door een derde bij het sluiten van de koopovereenkomst.
Deze kennis blijkt evenwel niet uit de koopovereenkomst. In de koopovereenkomst wordt een niet-vrijwaringsbeding
opgenomen voor rechtsstoornissen door derden. Is dit niet-vrijwaringsbeding geldig en, zo ja, moet de verkoper al dan niet
de verkoopprijs teruggeven?

 Het beding is geldig en de verkoper mag de prijs behouden.
 Het beding is ongeldig, want de wet verbiedt dit uitdrukkelijk.
 Het beding is geldig maar indien de verkoper de grond tot uitwinning kende, dan moet hij toch de prijs
teruggeven
 Het beding is geldig maar de verkoper moet toch de prijs betalen.

Vraag 3) Welke stelling is correct?

 Er is sprake van bezetting ter bede als de huurder is opgezegd, de huurtermijn is verlopen en nadien toch in de
woning blijft wonen (hier gaat het over een bezetting zonder recht noch titel)
 De huurovereenkomst kan gesloten worden door een blote eigenaar omdat enkel de eigenaar het genot over een
onroerend goed kan toestaan (de blote eigenaar mag meeondertekenen met de vruchtgebruiker, maar kan dit
niet alleen afsluiten.)
 De duurtijd van een woninghuur in het Vlaams Gewest moet steeds een minimumduur hebben van 3 jaar en kan
door de huurder pas opgezegd worden tegen het einde van deze periode
 De bepalingen van de woninghuurwet en het woninghuurdecreet zijn beide nog van toepassing in het Vlaams
Gewest ( nog van toepassing op bestaande huurcontracten afgesloten voor 1 januari 2019)

Vraag 4) Een notoire oplichter verkoopt of verhuurt een onroerend goed waarvan hij niet de eigenaar is en waarvoor hij,
voor wat de verhuring betreft, geen bevoegdheid heeft (ingevolge zakelijke rechten) om dit goed te verhuren. Zes maanden
na het sluiten van de koop- /huurovereenkomst stelt respectievelijk de koper of de huurder vast dat hij een overeenkomst
heeft gesloten met een niet-eigenaar zonder verhuurbevoegdheid. Wat kan de respectievelijke koper of huurder
ondernemen tegen deze oplichter (verkoper/verhuurder) ?

 De koper kan onmiddellijk de nietigverklaring van de koopovereenkomst vorderen; hij hoeft niet te wachten
totdat de ware eigenaar zijn rechten opeist. De huurder kan pas de nietigverklaring van de huurovereenkomst
vragen van zodra de ware eigenaar zijn rechten opeist. (zo vernoemd in de cursus)
 Zowel bij koop als bij huur kan de koper, respectievelijk de huurder pas de nietigverklaring van de
koopovereenkomst/huurovereenkomst vragen van zodra de ware eigenaar zijn rechten opeist.
 Zowel bij koop als bij huur kan de koper, respectievelijk de huurder onmiddellijk de nietigverklaring van de
koopovereenkomst/huurovereenkomst vorderen; hij hoeft niet te wachten totdat de ware eigenaar zijn rechten
opeist.

,  De koper kan pas de nietigverklaring van de koopovereenkomst vragen van zodra de ware eigenaar zijn rechten
opeist; de huurder kan onmiddellijk de nietigverklaring van de huurovereenkomst vorderen, hij hoeft niet te
wachten totdat de ware eigenaar zijn rechten opeist.

Vraag 5) Zowel bij koop als bij huur rust er respectievelijk op de verkoper en op de verhuurder een verbintenis tot
vrijwaring voor verborgen gebreken. Het goed moet een verborgen gebrek vertonen dat de zaak ongeschikt maakt voor het
normale gebruik en dit gebrek moet belangrijk zijn. Op welk ogenblik dient het verborgen gebrek minstens in de kiem
aanwezig te zijn?

 Bij koop moet het verborgen gebrek aanwezig zin op het ogenblik van het sluiten van de koopovereenkomst, bij
huur moet de verhuurder vrijwaren zowel voor verborgen gebreken die aanwezig zijn op het ogenblik van het
sluiten van de huurovereenkomst als voor verborgen gebreken die ontstaan in de loop van de huur.
 Bij koop moet de verkoper vrijwaren zowel voor de verborgen gebreken die aanwezig zijn op het ogenblik van het
sluiten van de koopovereenkomst als voor de verborgen gebreken die zich manifesteren binnen de 5 jaar na het
sluiten van de koopovereenkomst; bij huur moet het verborgen gebrek aanwezig zijn - minstens in de kiem - op
het ogenblik van het sluiten van de huurovereenkomst.
 Zowel bij koop als bij huur moet het verborgen gebrek aanwezig zijn - minstens in de kiem - op het ogenblik van
het sluiten van de koopovereenkomst of van de huurovereenkomst.
 Bij koop moet de verkoper vrijwaren zowel voor de verborgen gebreken die aanwezig zijn op het ogenblik van het
sluiten van de koopovereenkomst als voor de verborgen gebreken die zich manifesteren binnen de 5 jaar na het
sluiten van de koopovereenkomst; bij huur moet de verhuurder vrijwaren zowel voor verborgen gebreken die
aanwezig zijn op het ogenblik van het sluiten van de huurovereenkomst als voor verborgen gebreken die ontstaan
in de loop van de huur.

Vraag 6) Welke van de volgende vier beweringen over de wettelijke criteria voor tegenwerpelijkheid van de lopende
huurovereenkomst aan de koper is juist? (De overige drie beweringen zijn fout).

 Het criterium van de overschrijving van de huurovereenkomsten van bepaalde duur van meer dan negen jaar
en van de levenslange huurovereenkomsten op het Kantoor Rechtszekerheid (het hypotheekkantoor) geldt in
alle huurregimes om huurovereenkomsten met een lange duur tegenwerpelijk te maken aan de koper voor hun
ganse duur, behalve voor huurovereenkomsten en daarmee gelijkgestelde overeenkomsten van vruchtgebruik
die vallen onder de federale Pachtwet.
 Het criterium dat de huurder het gehuurde goed gedurende ten minste zes maanden moet betrekken op het
ogenblik van de vervreemding geldt alleen voor woninghuurovereenkomsten die geen vaste datum hebben en die
vallen onder de federale Woninghuurwet.
 Het criterium van de vaste datum geldt in de betrokken huurregimes niet voor huurovereenkomsten van
bepaalde duur van meer dan negen jaar. Het criterium van de verplichte overschrijving van de huurovereenkomst
op het Kantoor Rechtszekerheid (het hypotheekkantoor) maakt de huurovereenkomst met een lange duur
immers tegenwerpelijk aan de koper voor haar ganse duur en komt dus in de plaats van de vereiste dat de
huurovereenkomst vaste datum moet. hebben.
 Bij het criterium dat de huurovereenkomst moet bestaan op het ogenblik van de vervreemding wordt met
"bestaan" bedoeld dat de huurovereenkomst moet in werking getreden zijn. Het volstaat met andere woorden
niet dat de schriftelijke huurovereenkomst enkel reeds werd ondertekend, maar dat de rechten en plichten van
partijen juridisch gezien nog geen aanvang hebben genomen.

Vraag 7) Zowel bij de koopovereenkomst als bij de huurovereenkomst moet de overeengekomen prijs (koopprijs/huurprijs)
worden betaald. In de overeenkomst is hierover niets voorzien. Wat is de aard van deze betalingsverplichting?

 Bij koop is de verbintenis tot betaling een draagschuld, de schuldenaar moet zich naar de schuldeiser begeven
om de prijs aan hem te geven. Terwijl bij huur deze verbintenis een haalschuld is, de schuldeiser moet zich naar
de schuldenaar begeven om de prijs te ontvangen.
 Bij koop is de verbintenis tot betaling een haalschuld, de schuldeiser moet zich naar de schuldenaar begeven om
de prijs in ontvangst te nemen. Terwijl bij huur deze verbintenis een draagschuld is, de schuldenaar moet zich
naar de schuldeiser begeven om de prijs te betalen.
 Beide verbintenissen tot betaling zin draagschulden. De schuldenaar moet zich naar de schuldeiser begeven om
de prijs aan hem te geven.
 Beide verbintenissen tot betaling zijn haalschulden. De schuldeiser moet zich naar de schuldenaar begeven om de
prijs te ontvangen

Vraag 8) Een verhuurder stelt vast dat zijn huurder verdwenen is en ziet door de vensters dat het pand in vernielde staat is
achtergelaten. Hij wenst dit correct te laten vaststellen in die zin dat het bewijsmateriaal in een latere procedure niet kan

, betwist worden. De verhuurder beseft wel dat hij mogelijks een probleem heeft want er werd geen plaatsbeschrijving
opgemaakt bij het begin van de huurovereenkomst. Wat doet de verhuurder best ?

 Aan de bevoegde vrederechter met een verzoekschrift vragen om de volgende dag ter plaatse te komen en zelf de
vaststellingen te doen en deze te noteren in een proces-verbaal
 Niets doen omdat hij de huurschade bij gebrek aan plaatsbeschrijving toch niet zal kunnen bewijzen en het dan
toch nutteloze kosten zijn
 Onmiddellijk een verzoekschrift bij de bevoegde vrederechter neerleggen met het verzoek om in toepassing van
art. 9 § 1 woninghuurdecreet een deskundige aan te stellen om een plaatsbeschrijving op te maken
 Aan een gerechtsdeurwaarder vragen om een vaststelling te doen omdat dit nadien toch, onder de wettelijke
bewijsvoorwaarden, in een gerechtelijke procedure wel kan gebruikt worden

Vraag 9) Welke van de volgende vier beweringen over het "uitzettingsbeding" bij de verkoop van het verhuurde goed is
fout? (De overige drie beweringen zijn juist).

 Een uitzettingsbeding geeft aan de koper het recht om de zittende huurder uit te zetten, ook al is de
huurovereenkomst tegenwerpelijk op grond van de wettelijke regeling.
 Een uitzettingsbeding is alleen toegelaten in de volgende drie huurregimes: a. in het gemeen huurrecht (huishuur)
b. bij de klassieke handelshuur van negen jaar of meer geregeld door de federale Handelshuurwet c. bij de
handelshuur v korte duur (één jaar of minder) geregeld door het Vlaams Pop-up-Decreet. In alle andere
huurregimes is een uitzettingsbeding ongeldig.
 Indien in een bepaald geval zowel een uitzettingsbeding als een eerbiedgingsbeding aanwezig zijn en beide
bedingen in de verkeerd overeenkomst staan, dan hebben beide bedingen geen uitwerking en dan moet bijgevolg
de wettelijke regeling onverkort worden toegepast.
 Een uitzettingsbeding moet opgenomen worden in de huurovereenkomst omdat er enkel een verplichting kan
opgelegd worden aan de huurder in een overeenkomst waarbij hij partij is.

Vraag 10) Een huurovereenkomst die door een vruchtgebruiker met een huurder is afgesloten op 1 maart 2022 …

 Kan enkel juridische gevolgen hebben als de huurovereenkomst voor maximum 3 jaar is afgesloten
 Heeft correcte juridische gevolgen maar de huurder heeft na het overlijden van de vruchtgebruiker een
huurtermijn van maximum drie jaar als de blote eigenaar de huurovereenkomst niet mee ondertekende.
 Heeft correcte juridische gevolgen maar de huurder moet beseffen dat hij na het overlijden van de
vruchtgebruiker geen huurrechten meer heeft en het pand zal moeten verlaten
 Kan geen juridische gevolgen hebben omdat de blote eigenaar daarbij niet betroken is

Vraag 11) Een klassieke handelshuur van negen jaar wordt vastgelegd in een advocatenakte. Hoe verkrijgt deze
advocatenakte vaste datum, zodat ze tegenwerpelijk zal zijn aan de koper?
Maak uw keuze

 Geen van de drie antwoorden is juist.
 Door de loutere vermelding van het bestaan van de advocatenakte in een notariële akte.
 Door het overlijden van één van de advocaten die de advocatenakte mede ondertekend heeft. (hij is immers geen
partij: hij neemt geen huurverbintenis op zich)
 Door registratie van de advocatenakte op het bevoegde federaal registratiekantoor ten laatste op dezelfde dag
als waarop het ogenblik van de vervreemding valt. Er wordt dan gekeken naar het precieze uur van de
registratie

Vraag 12) Als vastgoedmakelaar sluit u in naam en voor rekening van uw klant een huurovereenkomst af met een huurder
en ontvangt een huurwaarborg op uw klantenrekening die u doorstort naar uw klant. Enige tijd later ontvangt uw klant de
vraag van de huurder om het bewijs te leveren dat deze huurwarborg werd geblokkeerd op een geïndividualiseerde
rekening. Uw klant heeft dit niet gedaan en vraagt u wat de mogelijke gevolgen zijn als hij dat niet doet.

 Uw klant riskeert enkel dat hij op het einde van de huur de intrest over maximum één jaar op het bedrag van
de huurwaarborg zal moeten betalen omdat de vrijgave van de huurwaarborg verjaart na één jaar
 De klant riskeert niets want u hebt in het huurcontract vermeld dat de huurwaarborg niet op een financiële
rekening moet staan. Dit is correct want het woninghuurdecreet is daarvoor niet van dwingend recht ( is wel van
dwingend recht)
 De klant riskeert zijn huurwaarborg kwijt te zijn omdat de klant het bedrag van de huurwaarborg als huurgeld kan
beschouwen en dus de komende drie maanden niet meer zal betalen betwist worden. De verhuurder beseft wel

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lauramylle1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,16  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter