SAMENVATTING BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE 2 COLLEGE 1:
RECHTSVORMEN van een onderneming:
Een commanditaire vennootschap (cv) is een officieel samenwerkingsverband tussen
twee of meer personen (vennoten). Stille vennoten blijven op de achtergrond en zijn
alleen financieel betrokken, beherende vennoten hebben de dagelijkse leiding van een
cv.
Een fiscale beleggingsinstelling (fbi) is een naamloze vennootschap, een besloten
vennootschap of een fonds voor gemene rekening, met de volgende eigenschappen:
o Het doel en de feitelijke werkzaamheden bestaan uit het beleggen van vermogen.
o De instelling voldoet aan een aantal voorwaarden. Een belangrijke voorwaarde is
dat de winst binnen 8 maanden na afloop van het boekjaar wordt uitgekeerd aan
de aandeelhouders.
Als de beleggingsinstelling aan de voorwaarden voldoet, bedraagt de
vennootschapsbelasting 0% van het belastbare bedrag. Een fbi wordt ook wel een fiscaal
transparante structuur genoemd. Veel Nederlandse vastgoedbeleggingsfondsen maken
er gebruik van. Er wordt een tarief van 0% gehanteerd om dubbele belastingheffing te
voorkomen. Aangezien er over de winst die de fbi in de vorm van dividend uitkeert al
dividendbelasting betaald moet worden.
De drie financiële overzichten van de bedrijfseconomie;
balans, resultatenrekening en de liquiditeitsrekening. De
liquiditeitsrekening wordt buiten beschouwing gelaten. De
financiële overzichten laten zien of een bedrijf gezond in
elkaar zit.
,Het voorzichtigheidsbeginsel houdt in dat dat er terug gekeken wordt naar eerder
gerealiseerde omzetten. Er wordt dus niks voorspelt of verwacht.
Het continuïteitsbeginsel houdt in dat er niet vanuit wordt gegaan dat het bedrijf failliet
gaat. Het liefst blijft een onderneming eeuwig bestaan.
In een jaarrekening staan (meestal) drie overzichten:
o Meestal kijken we naar de balans en resultatenrekening
o Kasstroom komt bijv. terug bij verschil kosten en uitgave (zoals
afschrijvingskosten)
Uitgaven en ontvangsten zijn uit- en ingaande geldstromen, terwijl kosten en
opbrengsten betrekking hebben op het resultaat in een periode.
Afschrijvingen zijn geen uitgaven maar wel kosten (beïnvloeden de winst op de
resultatenrekening).
, DE BALANS
Debet (links) en credit (rechts) zijn altijd in evenwicht.
Eigen vermogen eigenaar(aren), permanent
vermogen, vergoeding is afhankelijk van de winst &
ondernemend vermogen (risicodragend).
Vreemd vermogen vreemd vermogen verschaffer,
permanent vermogen niet permanent, vergoeding is
afhankelijk van de winst niet afhankelijk van winst,
ondernemend vermogen (risicodragend) niet
ondernemend.
Eigen vermogen is risicodragend vermogen aangezien de
grootte van de winst afhankelijk is van onzekerheden die
gepaard gaan met het opereren in de markt. Het EV is afhankelijk van het resultaat van
de onderneming.
T Balans
Kort is korter dan 1 jaar. Lang is langer dan 1 jaar.
Activa kan je aanraken, passiva vaak niet.
Immateriële vaste activa zijn bijvoorbeeld goodwill, juridische titels, patenten, licenties of
onderhanden werk.
Twee bijzonderheden:
1) Herwaarderingsreserve
Een herwaarderingsreserve wordt toegevoegd wanneer de vaste activa in waarde
gestegen is. Dit hoort bij het EV maar krijgt wel aan aparte naam omdat het
anders botst met het voorzichtigheidsbeginsel. EV is namelijk winst en de stijging
in waarde is nog geen winst. De winst mag daarnaast niet als gevolg van
waardestijgingen uitgekeerd worden.
HWR hoort bij het EV tenzij je liquideert.
2) Voorzieningen
Een voorziening is een soort schuld aan jezelf. Met redelijke zekerheid een
toekomstige uitgave (zoals groot onderhoud). Je spreidt de kosten uit over
meerdere jaren omdat het de winst anders te veel drukt in één jaar. De
voorziening wordt dus opgebouwd met geld uit je EV. Als de voorziening wordt
gebruikt gaat door de betaling de liquide middelen ook omlaag (weer evenwicht).
Zijn voorzieningen eigen vermogen of vreemd vermogen?
a. Vreemd vermogen bij continuïteit van de onderneming.
b. Eigen vermogen bij faillissement. Pas op niet alle voorzieningen.
De eerste waardering van een vastgoedbelegging dient te geschieden tegen de
verkrijgingsprijs, inclusief de transactiekosten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur floorvandervelde1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.