NIEUWE TESTAMENT
JEZUS ALS KIND
DE BOODSCHAP AAN MARIA
• In Nazaret gingen Jozef en Maria bijna trouwen.
• Maria zag een engel. De engel zei dat zijn naar Gabriël was en dat God heb stuurde. Hij zei dat ze in
verwachting was van een zoontje en dat ze hem Jezus moest noemen, hij zal alle mensen dicht bij God
brengen en zullen hem de zoon van God noemen omdat hij van de mensen houd net als God.
• Maria zei dat ze helemaal geen kind kon krijgen aangezien ze nog niet naar bed was gegaan met Jozef. Daar
moest ze zich geen zorgen over maken, God wilde dit en zal het laten gebeuren.
• Maria rende naar Jozef om te vertellen wat er gebeurde en wat later werd ze zwanger.
MARIA BEZOEKT ELISABETH
• Elisabeth, de zus van Maria was op hoge leeftijd zwanger en Maria ging op bezoek. Elisabeth voelde dat er
met Maria iets speciaals aan de hand was, ze zei dat Maria de meest gezegende vrouw van alle vrouwen
was. Toen Elisabeth Maria hoorde, sprong het kind in de buik van vreugde op.
• Maria was God dankbaar. Hij had oog voor een ‘onbelangrijke’ vrouw. Gods naam is heilig, zei Maria, hij is
goed voor al wie tot hem bidt. Hij is machtig en zet hoogmoedige mensen op hun plaats. Hij neemt macht af
als mensen er misbruik van maken.
OP WEG NAAR BETHEHEM
• Jozef gingen van Nazaret naar Bethlehem. Als je goed doorstap, dan was je er op 4 dagen.
• Maria zat op de rug van een Ezeltje. Ze moesten naar Bethlehem om hun namen te laten opschrijven, dat
had de keizer bedacht. Hij wilde precies weten hoeveel mensen hem belastingen moesten betalen.
• Jozef was bezorgd dat Maria zou bevallen in de heen of terug reis. Maria stelde hem gerust, ze zei dat
zolang Jozef en God bij haar was, dat dan alles goed kwam. Jozef ging ervoor zorgen dat hij klaar was voor
de bevalling.
JEZUS WORDT GEBOREN
• Jozef was trots dat hij verre familie was van koning David, maar op dit moment kwam het slecht uit
aangezien ze daardoor naar Bethlehem moesten gaan. Maria vond het wel leuk om naar daar te gaan.
• Maria kreeg een raar gevel in haar buik, maar wilde Jozef niet ongerust maken. Ze gingen een plaats zoeken
om te rusten.
• De enige plek dat ze vonden, was een stalletje van een os. Maria zei dat Jozef een vrouw moest gaan halen,
want haar kindje wou geboren worden en daar beviel Maria van een jongetje die ze Jezus noemde. Jezus
betekent ‘God redt’.
DE HERDERS
• Maria hoorde stemmen van herders en Jozef nodigde ze uit om binnen te komen. Ze waren bijna even blij
met her kind als Jozef en Maria zelf.
• Ze zagen een fel licht aan de hemel en ze zagen een engel. Daarom vonden ze Maria en Jozef. De engel
vertelde hen dat er een belangrijk jongetje was geboren, de Messias die hen dicht bij God ging brengen.
• Toen kwamen een heleboel engelen die zongen: ‘Eer aan God in de hemel en vrede op aarde aan alle
mensen’. God zal altijd bij hen zijn.
DE WIJZEN UIT HET OOSTEN
• De oudste wijze zag een ster, dat betekend dat er een koning is geboren zei hij. Ze namen cadeautjes en
waren onderweg.
16
, • Ze waren in Jeruzalem waar Herodes, de koning van de joden, leefde. De wijzen zeiden dat er een nieuwe
koning geboren was in Bethlehem, de stad van David. Dit mocht niet gebeuren volgend Herodes.
• De wijzen waren onderweg naar Bethlehem. Ze volgende de ster die voor hen bleef stilstaan boven de plek
waar Jezus was.
• Ze gaven het kind goud, wierook en mirre. Hij ging zelf voor mensen uit verre landen belangrijk zijn.
• De wijzen kregen een droom over wat Herodes met Jezus gingen doen en ook Jozef kreeg een droom die
hem waarschuwde voor Herodes.
• Jezus trok met Maria en Jozef naar Egypte totdat Herodes gestorven was. Daarna keerden ze terug naar
Nazaret.
DE OPDRACHT IN DE TEMPEL
• Jezus was ondertussen al een flinke baby en ze trokken naar de tempel in Jeruzalem om God te bedanken.
• Er kwam een oude man naar hen toe, deze man gaf vele voorspellingen en ze zeggen dat hij niet zou
doodgaan totdat hij een Messias gezien had. Hij wachtte hier al jaren op. Maria gaf Jezus aan de oude man,
waarop de oude man zei dat zijn leven nu is afgerond en in vrede kan sterven.
• Een vrouw zei hen dat Jezus het kind is waar ze allemaal op wachten, God kwam hen zijn liefde brengen in
dit kind. Hij is het licht van de wereld en zal voor alle mensen licht brengen.
• Jezus werd groter en zijn liefde van God werd sterker en sterker.
DE TWAALFJARIGE JEZUS IN DE TEMPEL
• Jezus was ondertussen 12 en gin g voor de eerste keer mee naar het paasfeest in Jeruzalem. Ze moesten 3
keer overnachten totdat ze er waren.
• Ze kwamen aan en het mooiste vond hij de tempel. Vanuit het land kwamen mensen er aan om te bidden
en offers te brengen.
• Na het paasfeest moesten ze naar huis, dit zag Jezus niet zitten en verstopte zich achter een zuil. Maria en
Jozef dacht dat hij bij de andere kinderen waren en vertrokken zonder hem, terwijl Jezus de tempel door
ging.
• Hij sliep in de tempel en praatte met geleerde mannen. Ze praatte over regels en wetten, maar Jezus dacht
dat God dat niet zo belangrijk vond. Hij dacht dat we van hem en van elkaar moesten houden.
• De ouders van Jezus zochten naar hem en vonden hem in de tempel. Jezus zei dat ze niet hoefden te zoeken
en dat hij bij God was, God was zijn vader, Jezus hoorde bij hem. Daarom bleef hij langer.
• Jozef en Maria snapte het niet. Jezus moest proberen om wat voorzichtiger te doen en dat het gevaarlijk is
om die mannen tegen te spreken. Maria was zeker dat God voor hem ging zorgen, Jezus is namelijk een
goede jongen als deed hij soms rare dingen.
SYMBOLIEK
o Jezus geboren in een kribbe: symboliseert Gods liefde en redding zijn beschikbaar voor iedereen, ongeacht
hun sociale status.
o De wijzen: symboliseren de erkenning van Jezus’ koningschap en goddelijkheid door de wereld.
o Ster van Bethlehem: symboliseert dat Jezus’ geboorte een kosmische gebeurtenis is die door God wordt
bestuurd en geleid.
o Vlucht naar Egypte: symboliseert Jezus’ zijn rol als ‘nieuwe’ Mozes, die net als Mozes bescherming vindt in
Egypte en later uit Egypte wordt geroepen om zin volk te redden.
o Jezus in de tempel: symboliseert zijn wijsheid en speciale relatie met God, ook zijn zelfbewustzijn van zijn
missie en identiteit als Zoon van God.
JEZUS ZOEKT ZIJN WEG
JOHANNES DE DOPER
• De zoon van de zus van Maria noemt Johannes. Hij is enkele maanden ouder dan Jezus. Ondertussen zijn ze
volwassen.
• Johannes was aan het spreken bij de Jordaan rivier, ze noemden hem ook Johannes de Doper. Hij zag eruit
als een profeet met zijn kameel kleren, zijn riem en zijn stok. Hij sprak over dat alles anders werd, dat
17
, mensen anders moesten gaan leven. Wie 2 paar kleren heeft, zou er 1 paar moeten weggeven aan wie niets
heeft. En wie genoeg eten heeft, moest dit delen aan wie niets heeft. Ook mochten de mensen niet meer
belastinggeld vragen dan de wet voorschrijft.
• De soldaten vroegen wat zij moesten doen. Johannes zei dat ze moesten tevreden zijn met hun soldij en
niemand iets afpersen. Ze moesten naar hem komen en zich laten onderdompelen in de rivier, zoals de
voorouders in Egypte die zo begonnen aan een nieuw leven met God.
• Zo doopte Johannes mensen die een nieuw leven wilden starten.
• Mensen vroegen of dat hij de Messias was, daar antwoorde hij nee op. ‘Ik doop met water, maar na mij
komt iemand die doopt met geest en met vuur’ zei hij, ‘ik ben de stem van iemand die roept in de woestijn:
maak de weg vrij voor de Heer!’ die zin bereidde mensen voor op een nieuwe Messias.
JEZUS LAAT ZICH DOPEN
• Op een dag was er een lange rij van mensen die wouden gedoopt worden door Johannes. Toen kwam Jezus,
die wou ook gedoopt worden. Johannes dompelde Jezus onder water en toen hij terug boven kwam, vloog
er een witte duif op het hoofd van Jezus. Toen kwam er een stem die zei: ‘jij bent mijn liefste zoon, jij bent
een man naar mijn hart.’
• Mensen waren ademloos. Ze zeiden dat hij de man is met wie alles nieuw zal worden. De mensen bleven
praten over wat er gebeurde en vroegen zich af of dat Jezus iets met God te maken had.
JEZUS IN DE WOESTIJN
• Jezus was al 40 dagen in de woestijn. Overdag was het bloedheet en in de nacht koelde het af, dus gebruikte
hij zijn mantel als deken. Hij at alleen wat hij vond en praatte met niemand. Maar de woestijn was een
goede plek om na te denken.
• Hij wilde aan mensen vertellen wie God was. Maar hoe ging hij dat doen? Er waren te veel mensen die
elkaar onrechtvaardig behandelen en tegen Jezus zouden protesteren. Maar God zou hem nooit in de steek
laten.
• Hij had zo veel honger, dat hij aan brood dacht toen hij een steen zag liggen. Als God een plan heeft met mij,
kan hij van die steen een brood maken dacht hij. Maar die gedachte was snel weg, een mens leeft niet van
een brood alleen. Het is belangrijker om een eerlijk hart te hebben, dan een volle buik.
• Jezus ging rondtrekken en aan alle mensen vertellen over God, dacht jezus. Hij wou alleen God dienen.
JEZUS IN DE SYNAGOGE VAN NAZARET
• Jezus trok al een lange tijd rond en sprak over God. Ook genas hij mensen van ziektes en verdriet.
• Op een dag kwam hij in zijn eigen drop, Nazaret. Het was sabbat en dus ging hij naar de synagoge. Hij bad
en zong mee. Tijdens de lezing stond hij op, hij wou ook voorlezen. Hij ging de Jesaja voorlezen:
‘De geest van God rust op mij;
daarom heeft hij mij gezalfd.
Om aan armen de goede boodschap te brengen
heeft hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating aan te kondigen
en aan blinden het licht in hun ogen,
om verdrukten in vrijheid te laten gaan,
en een jaar af te kondigen dat goed is in de ogen van God.’
• Jezus zei dat hij is gekomen om de mensen dichter bij God te brengen en mensen begonnen al snel de
mompelen. Sommigen waren blij, aangezien ze al langer wachten op een boodschapper van God. Anderen
waren tegen, en zeiden dat hij maar de zoon van Josef is en waarom hij zoiets zou zeggen.
HET TROUWFEEST
• Maria en Jezus waren uitgenodigd op een trouwfeest in Kana. Maar er was een probleem, de wijn was op.
Maria zei het tegen Jezus, waarop hij antwoorde met: ‘vrouw, laat me met rust.’ Zo noemde hij zijn moeder
nooit, hij leek zichzelf niet.
• Achter hen stonden 6 lege kruiken. Jezus zei tegen de bedienden dat ze water in de kruiken moesten doen.
Jezus bracht wat naar de tafelmeester en liet hem proven, hij vond de wijn lekker.
18