Deze samenvatting kan gebruikt worden voor het vak onderzoeksvaardigheden 1 uit het eerste jaar bachelor toegepaste psychologie maar ook voor het vak onderzoeksvaardigheden 2 uit het tweede jaar bachelor toegepaste psychologie. De samenvatting is gebaseerd op het boek onderzoeksvaardigheden voor on...
1.1. WETENSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERZOEK
Onderzoek verloopt in 4 grote stappen:
1. Informatie verzamelen: zowel uit bestaand materiaal als uit nieuwe literatuur
2. Gegevensverzameling
3. Analyse van de gegevens
4. Rapportage of presentatie van de gegevens
Om als wetenschappelijk onderzoek te worden gezien moet aan enkele voorwaarden voldaan
worden:
- Het onderzoek moet zoeken naar antwoorden op vragen uit de samenleving
- Het moet de strikte regels en het stappenplan volgen om hierop een antwoord te vinden
Dit stappenplan is logisch en systematisch om zo tot de meest betrouwbare en geldige informatie te
komen die voldoende gedetailleerd is.
Onderzoek – is een doelgericht proces waarbij men op een systematische manier op basis van een
onderzoeksontwerp data verzamelt en analyseert om op een betrouwbare en geldige wijze
onderzoeksvragen te beantwoorden die deel uitmaken van een probleemstelling.
- Doelgericht: je wilt antwoordt op je onderzoeksvraag
- Systematisch: onderscheidt onderzoek van dagdagelijkse observaties
- Probleemstelling: de onderzoeksvraag specifiëren
Onderzoek moet steeds twee basisvereisten nastreven, nl. betrouwbaarheid en geldigheid
1.2. SOORTEN ONDERZOEK
De soorten onderzoeken kunnen opgedeeld worden in het doel ervan, de grondvorm en de
tijdsperspectieven.
1.2.1. VERSCHILLENDE DOELEN: FUNDAMENTEEL EN PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK
1.2.1.1. F UNDAMENTEEL OF THEORIEGERICHT ONDERZOEK
Fundamenteel of theoriegericht onderzoek – is een onderzoek met als doel kennisvermeerdering om
hier algemeen geldende kennis te ontwikkelen.
De antwoorden die het biedt zijn geen meerwaarde in de praktijk maar zijn wel belangrijk in de
wetenschap. Het is vooral gericht op het beschrijven, begrijpen, verklaren en voorspellen van
verschijnselen.
1
Onderzoeksvaardigheden 1 & 2
, Celine Vanmeenen 1BaTP – 2BaTPK
1.2.1.2. P RAKTIJKGERICHT OF TOEGEPAST ONDERZOEK
Praktijkgericht of toegepast onderzoek – is een onderzoek met als doel om vragen uit de praktijk te
beantwoorden, hiermee willen ze de werkelijkheid beïnvloeden of veranderen.
Hier komt de vraag vanuit het werkveld en haalt men zijn informatie vanuit het fundamenteel
onderzoek. De kennis die men hiermee verwerft helpt om maatschappelijke verschijnselen te
analyseren en te beïnvloeden en te veranderen.
Actieonderzoek – de onderzoeker wordt betrokken in de uitvoering van zijn aanbevelingen, hier
wordt gekeken of het resultaat van het onderzoek in de werkelijkheid ook een verschil maakt.
STAPPEN VAN EEN ONDERZOEK
1. Data verzamelen
2. Data analyseren onderzoeksplan
3. Plan van aanpak opstellen
4. Evalueren
5. Verklaren waarom iets al dan niet werkt
6. Rapporteren
Beide soorten onderzoeken moeten systematisch worden uitgevoerd en daarbij moet het
stappenplan logisch en transparant zijn.
1.2.2. VERSCHILLENDE GRONDVORMEN : KWANTITATIEF EN KWALITATIEF ONDERZOEK
Kwantitatief Kwalitatief
-Onderzoekt in de breedte - Onderzoekt in de diepte
-Interpreteren van cijfermateriaal - Interpreteren van taal
-Steekproeven zijn voldoende groot en - Zoeken vooral naar gevoelens en
representatief belevingen
- Doen een uitspraak over de volledige - De steekproef is eerder klein, men wil
populatie vooral een diversiteit aan info
- Statistische analyse - Inhoudelijke analyse
Vb. enquêtes, experimenten, kwantitatieve Vb. interview, observaties (lichaamstaal),
observaties, … focusgroepen, …
Dit zijn gelijkwaardige onderzoeken die elkaar kunnen aanvullen
1.2.3. VERSCHILLENDE TIJDSPERSPECTIEVEN
Cross-sectioneel onderzoek Longitudinaal onderzoek
Onderzoek vindt plaats op 1 Onderzoek vindt plaats op verschillende momenten
tijdsmoment
Trendonderzoek Panelonderzoek
Niet telkens bij Steeds bij dezelfde
dezelfde doelgroep doelgroep
2
Onderzoeksvaardigheden 1 & 2 Prospectief onderzoek
Retrospectief onderzoek
We gaan nu iets meten en
Onderzoek keert terug in de
,Celine Vanmeenen 1BaTP – 2BaTPK
Cross-sectioneel onderzoek – de proefpersonen worden eenmalig op een bepaald tijdstip
onderzocht.
Longitudinaal onderzoek – hierbij wordt men doorheen een langere tijd gevolgd waarbij meerdere
onderzoeksmomenten worden ingelast. Dit kan zowel steeds bij dezelfde doelgroep zijn als bij een
andere. (Vb. tevredenheidsenquête)
Trendonderzoek – hier wordt op regelmatige tijdstippen steeds aan onderzoek gedaan maar niet
telkens bij dezelfde doelgroep.
Panelonderzoek – hier wordt ook op regelmatige tijdstippen steeds aan onderzoek gedaan maar hier
wordt het wel steeds bij dezelfde doelgroep gedaan.
Retrospectief onderzoek – hiermee gaat men terugkijken in de tijd, men gaat ideeën of gedragingen
in het heden proberen te verbinden met gebeurtenissen uit het verleden.
Prospectief onderzoek – hier gaat men vooral vooruitkijken in de tijd, men gaat meerdere onderzoek
nop verschillende tijdstippen doen plaatsvinden en deze zo met elkaar proberen te verbinden.
Retrospectief onderzoek zou beter zijn omdat je een veel kleine tijdspanne nodig hebt om het
onderzoek te volbrengen.
Prospectief onderzoek zou beter zijn omdat je er niet hoeft op te vertrouwen dat de herinneringen
juist zijn.
1.3. EISEN AAN ONDERZOEK
1.3.1. WETENSCHAPPELIJKE EISEN
1. Empirisch
2. Onafhankelijk en objectief
3. Betrouwbaarheid
4. Geldigheid
EMPIRISCHE EIS
Je moet kunnen meten en controleren of het antwoord wel of niet klopt (waarneembaar zijn)
- De empirische cyclus
Hiermee schetst men een verband tussen de theorie of ideeën enerzijds en empirie of data
anderzijds. In deze cyclus gaat men onderzoeken of een hypothese bevestigd
of weerlegt moet worden.
Theorie of ideeën
Het is cyclisch want de inductie en deductie wisselen elkaar steeds af,
Inductie Deductie
bij het deductief redeneren starten we van een bestaande theorie
en gaan hieruit aan de hand van data, hypothesen gaan afleiden 1 2
Zo gaan we controleren of deze theorie klopt
Empirie of data
3
Onderzoeksvaardigheden 1 & 2
, Celine Vanmeenen 1BaTP – 2BaTPK
Bij het inductief redeneren gaan we van ruwe data en waarnemingen naar een algemene theorie.
1= van observeren naar wetmatigheden
2= onderzoeksvragen, hypothesen of theorie controleren
Deterministische wetmatigheden – op deze wetmatigheden zijn geen uitzonderingen mogelijk.
Probalistische wetmatigheden – de kans is groot dat het fenomeen zich voordoet maar
uitzonderingen zijn mogelijk en daarmee wordt de theorie niet meteen weerlegt.
Dit wordt vooral gebruikt in de sociale wetenschappen
ONAFHANKELIJKE EN OBJECTIEF
Het onderzoek moet onafhankelijk zijn zowel van de opdrachtgever als van de onderzoeker want
anders kunnen zij het onderzoek in een bepaalde richting sturen. Wanneer dit gebeurt, is het
onderzoek niet meer onafhankelijk.
- De onderzoeker mag niet subjectief werken
- Actieonderzoek onafhankelijkheid is een extra aandachtspunt
BETROUWBAARHEID (=toevalsfouten vermijden)
Betrouwbaarheid – de exactheid van een onderzoek, wanneer een onderzoek herhaaldelijk
uitgevoerd zou worden dan zou men telkens gelijkaardige resultaten moeten bekomen.
Meet je aan de hand van de test-her-testmethode
Hoe groter de omvang van het onderzoek hoe beter, dit is ook vooral belangrijk bij kwantitatief
onderzoek aangezien je hier dingen wil zeggen over een volledige populatie
Wanneer men hertesting doet en de resultaten uiteenlopend zijn, is het onderzoek niet betrouwbaar
en dus ook niet geldig of valide. Het onderzoek moet onafhankelijk zijn van toevallige fouten
aangezien deze de exactheid van het onderzoek in gevaar brengen.
Nauwkeurig te werk gaan – duidelijk aangeven wat, wie en wanneer hij zal onderzoeken. Dit moet
erg gedetailleerd zijn en volledig uitgeschreven en gemotiveerd plan zijn.
GELDIGHEID OF VALIDITEIT (=systematische fouten vermijden)
Geldigheid of validiteit – meet het onderzoek wel wat het zou moeten meten?
Systematische fouten – fouten die systematisch de resultaten van het onderzoek in een bepaalde
richting sturen.
Dit zorgt ervoor dat het onderzoek ongeldig is
De betrouwbaarheid en de geldigheid van een onderzoek verwijzen naar het vermijden van fouten in
alle fasen van het onderzoek.
1.3.2. ETHISCHE EISEN
4
Onderzoeksvaardigheden 1 & 2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celinevanmeenen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.