Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Inleiding Filosofie 1 €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Inleiding Filosofie 1

2 revues
 231 vues  9 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting Inleiding Filosofie 1

Dernier document publié: 5 année de cela

Aperçu 3 sur 18  pages

  • Non
  • H1, h2, h3 (behalve spinoza en hegel)
  • 25 avril 2019
  • 26 avril 2019
  • 18
  • 2018/2019
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: rafaellawaasdorp • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: emmanueldevooght • 3 année de cela

avatar-seller
Filosofie is die instantie die vraagt naar het waarom, naar de redenen of de rationaliteit van ordeningen en
onderscheidingen die arbitrair (willekeurig) zijn omdat ze ook anders hadden kunnen zijn.

Filosofie is een systematische manier van denken die zich laat omschrijven als het onderzoeken van
vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan de vragen die in het dagelijks leven, in de cultuur en in de
wetenschappen worden gesteld; ofwel een reflectie op het denken.

Socrates:

 ‘deugd gelijk aan inzicht’
o de ware maatstaaf van het handelen ligt in een rationeel gefundeerd inzicht in de waarheid.
 Logos is niet langer een machtsmiddel, maar de plaats waar inzicht, waarheid en deugd tot stand
komen.
o Elkaars ongereflecteerde opvattingen kritisch te onderzoeken en Aldus elk ‘schijnweten’ te
ontmaskeren
o Ironie
 Rede  rede-nering
o Monoloog van de sofisten vs. dialoog als model voor het verwerven van inzichten.

Plato:

 Eerste werkelijke systematische filosoof;
 Leerling Socrates;
 Ethische problem  vraag naar morele opvoeding;
 Wat is ‘ware kennis’?
o Kennis/wetenschap bestaat in het vatten van het algemene en abstracte ( alleen in
concrete dingen, niet waarneembaar);
 De ware werkelijkheid is begrippelijk en eigenlijk elders te vinden dan in het puur zintuiglijke;
 Kennis vereist stabiliteit en objectiviteit;
o Het object van kennis moet onveranderlijk zijn.
 Tegen het relativisme, sofisten  onstabiel;
 Is rationalist  kennis kunnen we verwerven via de rede, dus door na te denken, en niet via de
lichamelijke zintuiglijke waarneming. Denken is niet lichamelijk. Dualisme: scheiding lichaam en ziel.
Het waarnemen behoort tot het lichaam, het denken tot de ziel.
o ‘Horen’ en ‘zien’ als belangrijkste waarnemingen.
 Een gefundeerde ware mening is geen kennis
o Funderen veronderstelt wel kennis, maar de gefundeerde ware mening is niet gelijk aan de
kennis zelf.
 Kennis  inzicht in de ware werkelijkheid is vereist.
o Overstijgt individuele opvattingen.
 Metafysica  kerndiscipline van de filosofie. Opzoek naar grondprincipes van de werkelijkheid. Vaak
gezocht boven/achter (meta) de ervaarbare werkelijkheid (fysica). Moeilijk te verifiëren  aanleiding
blijvende discussies  achterhaald/onuitvoerbaar.
 Relativisme  geen enkele filosofische opvatting kan aanspraak maken op absolute waarheid omdat
elke opvatting enkel kan begrepen worden binnen de eigen tijd en de eigen cultuur, zonder aanspraak
te maken op verdere geldigheid.
 Ideeën of vormen;
 Objecten van de kennis vs. Objecten van de mening;
o Kennis  abstract, universeel, stabiel en enkelvoudig.
o Mening  concrete, singuliere, veranderlijk en veelvuldig.

,  De ideeën zijn de vaste ijkpunten die ons toelaten de wereld rondom ons te begrijpen. Vandaar dat de
ideeën afzonderlijk moeten bestaan, los van de concrete werkelijkheid. (ideeënwereld);
 (1) de ware werkelijkheid overstijgt het subject, omdat ze onafhankelijk is van wie haar inziet. (2) ze
overstijgt het gekende object, omdat de ideeën kennis bieden die onafhankelijk van de waargenomen
dingen geldig is.
 Plato onderscheidt:
o De wereld van het worden  mening;
o De wereld van het zijn  kennis;
o Onoverbrugbare kloof (geen ruimtelijke splitsing).
 De concrete wereld is nooit pure flux,
o Een verwarrend samenvallen van tegengestelden en een voortdurende verandering, maar er
is ook een onmiskenbare stabiliteit.  een koe verandert, maar blijft ook koe.
 De dingen zijn een afschaduwing van de ideeen  nabootsing/mimesis;
 Participatie  de relatie tussen de zintuiglijke wereld en de ideeën.
 De ideeën bestaan niet onafhankelijk van elkaar: voor het begrip van een bepaald idee is ook het
begrip van andere ideeën verondersteld  kiononia/gemeenschap;
 ‘Het Goede’ is boven alle ideeën en zelfs boven het zijn verheven.
 De idee is niet alleen ideëel, maar ook ideaal. Ze is het volmaakte doel waarnaar elke concrete
verschijningsvorm tendeert en waaraan die verschijningsvorm ook wordt getoetst. In die zin draagt
elke idee (gemeenschap) onmiddellijk ook het Goede in zich. Elke idee is ook één.  het Goede met
het Ene gelijkstellen.
 Kennis van de ideeën is a priori (voorafgaandelijk aan de ervaring tot stand gekomen)  is een
herinnering.
o Niet het resultaat van abstractie uit de zintuiglijke werkelijkheid, maar een autonome
operatie van het denken.
 De theorie van de wederherinnering/anamnese:
o Voor de geboorte was de ziel aanwezig in de ideeënwereld  dus perfecte kennis.
o Bij incarnatie is die kennis verloren gegaan.
o De ideeën leiden een sluimerend bestaan in onze ziel  terug activeren.
o ‘leren sterven’ om zuiverheid te bereiken.
 ‘Dialectiek’: de dialoog die we met ons zelf of met anderen voeren en die ons dwingt rekenschap af te
leggen van elk bereikt resultaat. Die dialectiek is de hoogste vorm van wetenschap, die ons tot een
gefundeerd inzicht in de waarheid brengt.
 Onsterfelijkheid van de ziel
 Filosofie  datgene wat ons op de ware werkelijkheid richt en ons in het loslaten van de
lichamelijkheid oefent.



Aristoteles:

 Belangrijkste leerling Plato.
 Belangrijkste vraag: wat is het ‘zijnde’?
o Antwoord: alleen substantie ‘is’ in de primaire zin. Alle andere categorieën (accidenten) ‘zijn’
alleen in afgeleide zin: ze zijn voor hun ‘zijn’ afhankelijk van de substantie.
 Als eerste expliciet de bedoeling om een allesomvattend systeem van weten te ontwikkelen;
 Werkt als eerste consequent empirisch
o Zijn methode is niet experimenteel
o Benadering is niet kwantitatief

,  Dit kan nooit de rijkdom blootleggen van de natuurlijke dingen die allemaal volledig
afgestemd zijn op het specifieke doel dat ze in de natuur volbrengen.
 Waarnemen speelt een belangrijke rol, maar levert geen wetenschappelijke kennis op.
o Wijsheid bestaat in een omvattend weten.
 Hoe omvattender een wetenschap, des te trefzekerder, of ‘exacter’ ze zal zijn.
 Substantie: wat op een blijvende en duurzame manier zelfstandig is en van niets anders afhankelijk is
om te blijven wat het is (kat, hond).
o Staat tegenover toevallige kenmerken/eigenschappen die ‘toe-vallen’ (accidenten) aan de
substantie en die kunnen veranderen zonder die substantie in haar bestaan te raken (een
zwarte of witte kat).
 De verhouding substantie-accident onderscheidt zich van die tussen subject-attribuut in de zin dat
accidenten toevallige en attribuut wezenlijke kenmerken zijn (de cirkel die ‘rond’ als attribuut heeft).
 Voor subject onderscheiden we drie betekenissen:
o Logische betekenis  het onderwerp van een uitspraak (‘Jan is ziek’: ‘Jan’ is subject, ‘ziek’ is
gezegde/predicaat.)
o Kentheoretisch  het waarnemende, denkende, bewuste en handelende individu: het object
is het voorwerp van het kennen en het handelen. (‘Ik zie de deur’: ‘ik’ is subject, ‘de deur’ is
object.)
o Metafysische betekenis  het dragende fundament van eigenschappen (attributen) die de
wezenskenmerken van dat subject uitdrukken. (‘een pen’: ‘de pen’ is subject, ‘het kunnen
schrijven’ is attribuut.)
o Concentreert zich op het achterhalen van de vorm, de doelgerichtheid en de functie van wat
hij waarneemt.
 Ontologie  een tak binnen de filosofie waarin het ‘zijn’ van het geheel van dingen wordt behandeld
(zijnsleer, tak van de metafysica).
 Vorm en functie zijn onder te verdelen in 10 categorieën:
o Substantie
o Kwaliteit
o Kwantiteit
o Plaats
o Relatie
o Tijd
o Activiteit
o Ondergaan
o Houding
o Aanhebben
 Alleen een uitdrukking van de structuur van de werkelijkheid zelf.
 Substantie is drager (de tastbare, zintuigelijke dingen), kwaliteit/kwantiteit zijn
eigenschappen.
 Wat maakt de tastbare zintuiglijke dingen tot wat ze zijn?
o Onderscheid tussen stof en materie (hylemorfisme)
o Vorm is universele, eenvoudige begrip waaraan de particuliere dingen deelhebben.
 Vorm is verantwoordelijk voor de soortelijke bepaling: de specifieke aard die een individuele
substantie gemeen heeft met andere substanties van dezelfde soort. Tevens het beginsel van
kenbaarheid, want tijdloos.
 Materie bepaalbare materiaal/principe van bepaalbaarheid: de stof is verantwoordelijk voor
individualiteit (het deze mens zijn).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur culturalfeather. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  9x  vendu
  • (2)
  Ajouter