HOOFDSTUK 9: ALGEMENE EN SPECIALE ZINTUIGEN
KEYPOINTS VAN DIT HOOFDSTUK
Welke zijn de algemene zintuigen? Welke zijn de speciale zintuigen?
Algemene zintuigen: zintuigen voor temperatuur, pijn, aanraking, druk, trilling en
proprioceptie (= lichaamshouding)
Speciale zintuigen: reuk, smaak, gezichtsvermogen, evenwicht en gehoor
Wat is een nocireceptor, thermoreceptor, mechanoreceptor, chemoreceptor?
- Nocireceptor = zintuigen die gevoelig zijn voor pijn
- Thermoreceptor = receptoren die gevoelig zijn voor temperatuurverandering
- Mechanoreceptor = receptoren die gevoelig zijn voor prikkels zoals uitrekking,
samendrukken en draaiing
- Chemoreceptor = zintuigen die gevoelig zijn voor chemische prikkels
Welke twee typen vezels geleiden de pijnprikkel (van nocireceptor naar CZS)?
Gemyeliniseerde vezels:
Geleiden zeer plaatselijke gewaarwordingen van snelle pijn (of stekende pijn)
zoals pijn bij een injectie of een diepe snijwonde.
Deze gewaarwordingen bereiken het CZS zeer snel, waar ze vaak tot een
somatische reflex leiden.
Ook worden ze naar de primaire sensorische schors doorgeschakeld, waardoor we
ons van de prikkel bewust worden.
Ongemyeliniseerde vezels:
Geleiden gewaarwordingen van trage pijn of brandende en schrijnende pijn.
In tegenstelling tot gewaarwordingen bij snelle pijn, kunnen we bij
gewaarwordingen, van trage pijn alleen het algemene betrokken gebied
identificeren.
Wat is gerefereerde pijn?
- De pijnwaarneming in delen van het lichaam die niet werkelijk worden geprikkeld
- Bij gerevereerde pijn worden gewaarwordingen die in viscerale organen ontstaan,
waargenomen als pijn in andere delen van het lichaam die door dezelfde
ruggenmergszenuwen worden geïnnerveerd.
- Het mechanisme die hiervoor verantwoordelijk is is nog niet bekend
- Vb. pijn in de huid van het bovenste gedeelte van de borst en linkerarm is mogelijk
afkomstig van het hart (of de hartspier
1
, Geef en bespreek de drie groepen mechanoreceptoren.
1. Tastreceptoren: reageren op aanraking, druk en trilling
2. Baroreceptoren: reageren op drukverandering in een orgaan, bloedvatwanden,
spijsverteringskanaal, de urinewegen en de longen
3. Proprioceptoren: reageren op de posities van gewrichten en spieren, de spanning in de
pezen en banden en de mate van spiercontractie
GEUR:
Hoe heet de reukzenuw in het Latijn?
Nervus olfactorius
Verklaar waarom bepaalde geuren diepe emotionele en gedragsmatige reacties veroorzaken.
Geurprikkels vormen het enige type sensorische informatie dat de hersenschors bereikt
zonder eerst via een synaptische verbinding door de thalamus te zijn geleid.
De uitgebreide verbindingen met het limbische systeem en de hypothalamus verklaren de
diepe emotionele en gedragsmatige reacties die bepaalde geuren teweeg kunnen brengen
ZICHT:
De verschillende onderdelen van het oog kunnen aanduiden / benoemen op een figuur / kunnen
tekenen. (merk op: de verschillende oogspieren niet kennen)
3 lagen van het oog:
1) sclera (buitenste), fibreus
2) choroid (middelste), vasculair
3) retina (binnenste), gepigmenteerd en neuraal
deze 3 lagen gaan van posterior naar anterior en lopen over in andere structuren:
● sclera → cornea/hoornvlies
● choroid →
○ lichaam van iris (loopt niet tot mediaal, onderbroken door pupil)
○ corpus ciliare/straalvormig lichaam (verbonden met lensbandjes aan de lens)
● retina loopt niet door naar anterior
2 oogholtes:
● voorste oogholte:
○ voorste oogkamer: cornea tot iris
○ achterste oogkamer: iris tot lens & lensbandjes
○
● achterste oogholte: achter de len
2