Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Hoorcolleges Privaatrecht €5,76   Ajouter au panier

Notes de cours

Hoorcolleges Privaatrecht

 6 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement

Alle hoorcolleges van 1e jaar UvA Privaatrecht. Bevat heel gedetailleerde uitleg over het vak met referenties naar belangrijke jurisprudentie en bijbehorende rechtsoverwegingen. Duidelijk taalgebruik en extra markeringen en opsommingen ter verduidelijking van de stof. 42 pagina's, erg uitgebreid du...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 42  pages

  • 19 mars 2024
  • 42
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • E. du perron
  • Toutes les classes
avatar-seller
Privaatrecht


Week 1
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek staan de rechtsobjecten. Het vermogensrecht.

Vermogensrechten zijn dingen die geen zaak zijn, maar wel tot het vermogen horen omdat
ze bijv overdraagbaar zijn. Een vordering is een voorbeeld.

Kijken naar wetsgeschiedenis voor de betekenis van wetten, hoe de wetgever erover
gedacht heeft.

Roerende zaken zijn zaken die je mee kan nemen, schilderijen horloges etc. Onroerende
zaken zijn bijvoorbeeld bomen, huizen etc. Dingen die met de grond verbonden zijn kunnen
niet los van de grond gezien worden. Dus ook onderdeel van onroerende zaken.




Registergoederen vs niet-registergoederen is heel belangrijk bij het overdragen van
goederen.
Bij registergoederen is het van belang dat het in het register staat. Zonder dat het in een
register staat is het niet duidelijk wie de eigenaar is.

Vermogensrechten vallen uiteen in absolute rechten en relatieve rechten.
Absolute rechten: rechten die tegen iedereen werken. Eigendomsrecht is hiervan een
voorbeeld, als je eigenaar bent van een huis dat werkt dat tegen iedereen, dat huis is alleen
van jou.
Relatieve rechten: wordt ook wel persoonlijke rechten genoemd. Er werken bepaalde
relaties onderling. Gelijke delen.

, Privaatrecht


Het eigendomsrecht is het meest bekende absolute recht, daarnaast nog beperkte rechten
(stukjes van eigendomsrecht: een buurman het recht geven door jou tuin te lopen, kan de
alleen de eigenaar aan andere afstaan), rechten op immateriële goederen (auteursrecht,
merkrecht etc.).
Beperkte rechten kunnen betrekking hebben op zaken maar ook op andere goederen.
Eigendomsrecht geldt alleen voor zaken, vorderingen zijn vermogensrechten, geen zaken.


Kenmerken absoluut recht
Absolute werking
- Met exclusiviteit, exclusieve bevoegdheid (over bijv een huis) ten opzichte van
iedereen.
- Maar hier zit niet een onbeperkte limieten aan. Enkele grenzen voor de absolute
bevoegdheid:
Hinder (art 5:37 BW), harde muziek etc.
Misbruik van bevoegdheid (art 3:13 BW), misbruik maken van jouw eigendommen
Beperking die het publiekrecht stelt, voor veel dingen is de goedkeuring van de
overheid nodig (je huis verhuren, als AirBnB verhuren etc).

Gevolgen van de absolute werking van het absolute recht
- Zaaksgevolg -> absolute rechten werken tegen iedereen, werken ook tegen
rechtsopvolgers.
Arrest Blaauboer/Berlips: Bij overdragen grond waren er afspraken gemaakt over
onderhoudsverplichtingen. Rechtsopvolger deed dat niet, HR stelde rechtsopvolger
in het gelijk, dat soort afspraken gelden niet voor rechtsopvolgers. Je moet dus
bepaalde afspraken in een register zetten, dat is een beperkt recht en dus een
absoluut recht en dus geldt dat voor iedereen, dan moet de rechtsopvolger zich er
ook aan houden. Als je dat niet doet dan is het een relatief recht. Belangrijk is dus
dat er sprake moet zijn van een absoluut recht wil het ook betrekking hebben op de
rechtsopvolgers, zet het in het register (registergoederen 3:10 BW). Het zaaksgevolg
is dus belangrijk.
- Prioriteitsregel-> het oudste absolute recht gaat voor het jongere absolute recht.
Makkelijk te onthouden bij zekerheidsrechten: geld lenen voor je huis dan sluit je een
hypotheekrecht af bij de bank, in de loop van de jaren is het huis meer waard
geworden en kan je meer geld lenen die je bij een andere bank leent, dan zijn er
twee hypotheekrechten op jouw huis. Het oudste zekerheidsrecht gaat voor op de
jongere. Als je wan betaald, dan wordt het huis verkocht, dan wordt eerst de eerste
hypotheekeigenaar helemaal schadeloosgesteld, en dan pas de tweede. Dat hoeft
dus niet eerlijk verdeelt te worden.
Dit is anders bij vorderingen, daarbij wordt het ondanks verschil in ‘oudheid’ wel
eerlijk verdeelt (naar omvang van de vordering).
Bij relatieve rechten is het enigszins vergelijkbaar als je bijv een schilderij 2x
verkoopt, dan heeft in principe de eerste koper het recht op het schilderij (art 3:298
BW).
- Separatisme-> Belangrijk in het faillissement, je kan je separeren uit het
faillissement, door het eigenaar zijn van een eigendom voor het faillissement. Als een
bedrijf failliet gaat terwijl jij iets gekocht hebt zonder dat je op het moment dat ze

, Privaatrecht


failliet verklaard worden eigenaar bent, dan krijg je waarschijnlijk niks terug, niet je
geld en niet datgeen dat je hebt gekocht. Ben je wel eigenaar van het eigendom, dan
heb je daar een absoluut eigendomsrecht op hebt. De eerste (zonder) is een relatief
recht, namelijk een vordering tot levering, niet daadwerkelijk eigenaar, de tweede is
een absoluut recht, je bent eigenaar van het ‘ding’. Dit maakt pas uit wanneer er
sprake is van een faillissement, niet als een bedrijf gewoon goed draait.
Bij relatieve rechten is er sprake van paritas creditorum (art 3:277 BW), als je
relatieve rechten hebt kom je in een poel met andere relatieve eigenaars. Eerlijk
delen, leidt vaak tot helemaal niks overhouden.

Absolute rechten kan je alleen maar hebben op een bepaald goed. Er is sprake van een
bewijsprobleem als jij niet precies weet (bijv) welke fiets van jou is, je kan niet zomaar een
fiets aanwijzen en zeggen dat dat jou fiets is. Je hebt het absoluut recht op een fiets als je
bijv weet wat het framenummer is van jouw fiets. Je moet precies kunnen aanwijzen welke
van jou is, een specifiek te individualiseren object.
Bij relatieve rechten is dit anders, als je een fiets koopt en er staan 100 dezelfde fietsen in
een magazijn, dan heb je het recht op een van die fietsen, en niet specifiek op 1 fiets. Het
recht heeft niet met de fiets te maken, maar met de verkoper. Pas als de verkoper jou de
fiets daadwerkelijk geeft, dan ben je de absolute eigenaar en heb je het absoluut recht over
die fiets.
Teixeira de Mattos arrest, eigenaren van aandelen die in een kluis lagen, konden niet precies
aanwijzen welke van de aandelen van hun waren. Ze wisten wel dat ze eigenaar waren, maar
niet van welke specifieke aandelen ze dan eigenaar waren. De regel die hier geldt is dat je
moet kunnen aantonen wat van jou is, wat jouw eigendom is.

Nu de relatieve rechten: ‘Verbintenis’.
Je bent verbonden aan elkaar. Het moet een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking zijn, aan
de ene kant een crediteur (schuldeiser) aan de andere kant een debiteur (schuldenaar),
waarbij de crediteur tot een prestatie gerechtigd is, waartoe de debiteur verplicht is.
Prestatie houdt in:
- Het geven (koop)
- Het doen (arbeidsovereenkomst)
- Het dulden (een parkeerplaats laten gebruiken/toestaan tot gebruik)
- Het nalaten (geen harde muziek)

Dus:
Een crediteur heeft een vordering op een debiteur ->
De debiteur heeft een schuld (plicht tot prestatie) richting de crediteur->
De crediteur heeft vervolgens dan weer een rechtsvordering naar de debiteur toe.
- Rechtsvordering-> de bevoegdheid tot het nakomen om het recht af te dwingen en
de debiteur dus aansprakelijk te stellen.
- Als de rechtsvordering ontbreekt door verjaring dan kan de rechter daar weinig aan
doen, de vordering is verjaard. De rechter mag dit niet ambtshalve dat doen, daar
moet aanspraak op gedaan worden. De verbintenis blijft dan wel bestaan, een
natuurlijke verbintenis. Dit is belangrijk voor bijv de belasting, als de debiteur alsnog
over de dijk komt en het geld betaald, dan hoeft daar door de natuurlijk

, Privaatrecht


overgebleven verbintenis geen belasting over betaald worden. Als dit niet zo was
geweest dan was het een schenking, daar moet je wel belasting over betalen.
- Executie -> het vonnis wordt geëxecuteerd (uitgevoerd), niet de persoon.
- Draagplicht -> wie is aansprakelijk en tot wie komt de draagplicht. De verhuurder van
een huurauto moet in eerste instantie het slachtoffer betalen, want die is
aansprakelijk. De huurder die het ongeluk heeft veroorzaakt heeft echter een
draagplicht, en ‘moet het aan de portemonnee voelen’. Die betaald de verhuurder
dan het geld terug. Hier dus 2 mensen aansprakelijk, waarbij 1 iemand draagplicht
heeft, die is draagplichtig. Dat de verhuurder van de huurder het geld terug wil
krijgen is een vordering, een relatief recht. Gaat de huurder ondertussen failliet of
komt in de schuldsanering terecht dan ziet de verhuurder dat geld niet meer terug,
dat is een risico. Dus: onderscheid tussen aansprakelijkheid en draagplicht.

Systeem van het vermogensrecht
Het grondbeginsel is de bescherming van het eigendom, wordt nu voornamelijk door het
publiekrecht geregeld, maar is toch een privaatrechtelijk grondbeginsel.
In ons liberaal-kapitalistisch systeem is dat iemand eigenaar is van iets wat je hebt. In andere
systemen kan dit uitgangspunt anders zijn. Vanuit andere perspectieven kunnen de
basisuitgangspunten ter discussie gesteld worden.

Er moet een reden zijn voor het verschuiven van vermogen (vermogensverschuiving), of het
verlenen van prestaties. Er moet een reden zijn dat mijn fiets niet meer van mij is maar van
iemand anders, of dat iemand iets voor jou doet zoals werk verrichten.
De reden is vaak een verbintenis, dat is een rechtsband waarbij de een de ander geld geeft
voor een bepaalde prestaties of andere verplichtingen. De rechtsgrond voor de prestatie en
waarom die is ontstaan is van belang, waarom heeft iemand ergens recht op (zoals op geld)?
Is dat op een legitieme manier gebeurt?
4 bronnen van verbintenis:
- De wet -> eigenlijk is dit de enige, want een overeenkomst is ook weer op de wet
gebaseerd. Zo wordt niet gedacht echter. Dit komt direct uit de wet.
- Een overeenkomst -> een afspraak
- Een rechtmatige daad -> niet verwijtbaar handelen, wel een reden tot verbintenis.
Bijvoorbeeld geld overmaken naar een verkeerde rekening, of te veel geld
overmaken. Het deel verkeerd of te veel overgemaakte geld moet dan weer
terugkomen bij de juiste persoon. Dit komt terug op de gedachte dat er voor elke
verbintenis een prestatie moet zijn, per ongeluk geld overmaken is dit niet.
- Een onrechtmatige daad -> verwijtbaar handelen of genomen risico’s, kan ook op
afstand plaatsvinden, door het genomen risico van een persoon (jij besluit een mijn
uit te buiten, gaat fout komt schade, dan ben jij verantwoordelijk).
Stelen is een voorbeeld van een onrechtmatige daad, kwalijk gedrag.
Bij het uitwerken van een casus dus nagaan wat is de rechtsgrond voor de prestatie en hoe is
die prestatie ontstaan.

Het halfopen stelsel van bronnen van verbintenis
In het recht zijn veel open texturen, open normen. Zo wijst de wet naar ongeschreven recht,
bijvoorbeeld de maatschappelijke betamelijkheid en de redelijkheid en billijkheid. Of
bijvoorbeeld dat het ‘uit de wet voortvloeit’, uit de wet een verbintenis voortvloeien.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur guusbeaumont. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,76. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,76
  • (0)
  Ajouter