De mens maakt de samenleving
0. Introductie
- Sociologie bestudeerd het ontstaan, voortbestaan en veranderen van maatschappelijke
patronen/structuren en het sociaal handelen van mensen in interactie met deze patronen en
structuren.
Niet altijd een besef van de maatschappelijke invloed. Vergelijking: Vis zwemt in water
en beseft dit niet, tot hij eruit wordt gehaald.
1. Een mens leeft nooit alleen
1. De mens maakt de samenleving
1.1. Mensen maken de samenleving: interactie tussen individuen
(MICRO)
Hoe maken we samenleven mogelijk?
- We ontmoeten anderen (on)gewild en reageren op elkaar, maar stemmen ook op elkaar. We
moeten samenleven dus doen aan sociaal handelen. Hierbij stemmen we ons handelen
(on)bewust af op elkaar.
Sociaal handelen is een complex gebeuren dat bestaat uit interactie en communicatie.
- Interactie zijn waarneembare handelingen in het tussenmenselijk verkeer.
Civil inattention is een interactiepatroon beschreven door Goffman en wordt ook wel
beschaafd negeren genoemd. Het houdt in dat je op een beschaafde wijze geen
aandacht aan elkaar besteed. We staren niet langdurig, want dit kan opdringerig
overkomen.
- Communicatie is het overbrengen van gedachten, gevoelens en wensen. Zo oefenen we een
invloed uit op anderen en omgekeerd.
! interactie en communicatie moet in praktijk juist worden geïnterpreteerd!
Voorspelbare patronen in ons gedrag komen voor als we dezelfde betekenis geven aan een situatie,
want dan is de kans groot dat we op dezelfde manier reageren. Zo ontstaat er orde,
voorspelbaarheid en routine. (civin inattention behoort hierbij)
Thomas-theorema houdt in dat als mensen situaties als ‘echt’ definiëren, ze ook echt worden in hun
gevolgen. We handelen dus naar onze kennis, maar de voorspelling/ gedachte die je maakt, hoeft
niet uit te komen.
- De mens creëert zijn eigen sociale realiteit
Als iemand roept ‘brand’ ontstaat er paniek, ook al is er geen brand zichtbaar. Kinderen
die denken dat geesten bestaan
1.2. Groepen en organisaties maken de samenleving (MESO)
Een groep zijn een aantal personen met duurzame interactie ( overeenkomsten en veel interactie
op lange termijn). Mensen nemen posities in en er ontstaan spontaan groepsregels. Uiteindelijk komt
er een gevoel van samenhorigheid.
- Primaire groep (Cooley) is een kleine groep, waar je niet zomaar kan uitstappen. Er is
intensieve interactie en een emotionele band. (gezin)
1
Sociologie
,De mens maakt de samenleving
Peergroup is een groep van gelijken (vaak leeftijd) die langdurig met elkaar optrekken.
Een voorbeeld hiervan zijn jongeren
- Secundaire groep is een grotere groep, met minder intens contact en is vaak zakelijk en
taakgericht. Verder zijn er duidelijk omschreven posities, die zorgen voor routine. Alles loopt
dus ordelijk.
- Doelgroepen wordt vaak in marketing gebruikt en is niet echt een groep. Ze hebben wel een
gemeenschappelijk kenmerk en zo wordt het groepsgevoel vergroot. (Awel; jongeren met
problemen is hun doelgroep)
! relatieve termen en kunnen overlappen, wees kritisch !
- Een organisatie is een groep met mensen die samenwerking en duidelijke posities hebben.
Ze hebben een gemeenschappelijk doel en willen dit realiseren. Het is herkenbaar als geheel
en gaat in interactie met andere organisaties.
1.3. Instituties maken de samenleving (MACRO)
1.3.1. Wat is een institutie?
Een institutie is een abstract begrip en zorgt voor gestandaardiseerd gedrag tussen mensen en
groepen(vast patroon dat door veel mensen gevolgd wordt) het gedrag is stabiel, maar kan
veranderen, en geeft routine en orde. Verder geeft het een antwoord op levensnoodzakelijke vragen
- The nuclear family (kerngezin)
GG: mama + papa + kind, S: eenouder, adoptie, RO, LV: voortplanten, opvoeding, affectie
Is een prefab: voorgemaakt gedrag, we moeten zelf niet teveel nadenken
- Extended familie
Verwanten buiten gezin (grootouders, ..)
- Voorbeeld: gezondheidszorg: naar dokter gaan voor ziektebriefje, er zijn wegen, het gezin,
taal, …
1.3.2. Institutionalisering
Institutionalisering zijn interactiepatronen dat zich verspreiden over de hele samenleving .
Samenleving is het geheel van alle interacties tussen individuen, groepen en
organisaties.
- Zachte solidariteit
solidariteit dat afhankelijk is van de gunst van de schenker (liefdadigheid)
- harde solidariteit
de institutionalisering van de hulp- en dienstverlening als sociaal grondrecht (regels)
besluit:
- De mens maakt de samenleving; de mens creëert zijn eigen sociale realiteit van micro
naar meso naar macro.
2. De samenleving maakt de mens
2.1. De structuur in de samenleving maakt de mens
Structuur zijn samenstellende delen en de ordening tussen die delen
- Geheel wordt groter dan som van de delen
Voorbeeld: huis: stenen, cement, losse ramen, …
2
Sociologie
, De mens maakt de samenleving
2.1.1. Functionalistische visie
= structuur van samenleving vergelijken met menselijk lichaam
Elk orgaan (categorie mensen) heeft een functie voor het geheel
Kritiek:
- Functie in samenleving teveel benadrukken
- Doet alsof iedereen blij is met functie, en niemand verandering wil.
- Sommige keuren armoede goed
- Functionalisten zijn conservatief (behoudsgezind)
2.1.2. Conflictsociologie
= structuur in de samenleving is ongelijk
Verschillen: arm, rijk, opleiding, woonsituatie, gezondheid, …
2.2. Culturen in de samenleving maken de mens
2.2.1. Wat is cultuur
Cultuur is alles wat de mens ooit toevoegde aan de natuur.
- Voorbeeld: wetenschap, taal, religie, levensstijlen, sociale verhoudingen, …
- Lange definitie: Het geheel van kennis, waarden, doelen en normen; die ontstaan in en
evolueren in een samenleving; die een noodzakelijke handleiding zijn voor interacties; die
mensen moeten aanleren en op hun beurt verder doorgeven
2.2.2. Wat is de inhoud en functie van cultuur
Cultuur bevat:
- Kennis
Achtergrondkennis over situatie waarin je je bevindt, situaties definiëren
- Waarden en doelen
Idee over wat goed en wenselijk is (motor van het leven) + zetten ons in beweging
Individualisme + materialisme
- Normen
Richtlijn (hoe het hoort), anders sanctie
Reflectie:
- Cultuur evolueert en is plaat afhankelijk
Niet statisch: taal, manier van wonen, … veranderd
Unief <-> hogeschool, kledij over wereld, …
- Cultuur of culturen
Dominante cultuur: meeste mensen
Subcultuur: bepaald niveau, manier van denken, ..
Multicultureel: visie van hedendaagse sociologen. Vinden twee bovenstaande woorden
niet nauwkeurig genoeg.
2. Interacties op micro-, meso-, en
macroniveau
3
Sociologie