Agogiek (veranderkunde)
Agogiek = wetenschap die agogisch handelen bestudeert & die
richtlijnen/aanbevelingen geeft voor agogisch handelen.
Agogiek = leer van eenzijdige, systematische, doelgerichte, beroepsmatige beïnvloeding
die gericht is op het bereiken van een meer wenselijk geachte psychosociale situatie
van cliënten (individueel of onderling verband) die zich van deze beïnvloeding bewust
zijn & deze situatie ook nastreven. ( definitie niet vanbuiten kennen )
Leer van het doen veranderen van mensen in voor & door hen gewenste richting.
Moet passen binnen sociale & culturele ontwikkeling (vooral sociale)
Veranderen
Verandering is een voortdurend proces
Overgankelijk veranderen = jij bent degene die iets of iemand verandert
Onovergankelijk veranderen = jij bent degene die zelf verandert
Doen veranderen = begeleiden, aansturen of beleidsmatig mogelijk maken van
veranderingsprocessen bij mensen.
Verandering = verschil tussen nieuwe & oude situatie
Verschil = vervangen of toevoegen
Vervangen = iets verdwijnt ten gunste van iets nieuw
Toevoegen = oude blijft bestaan, iets nieuw komt erbij
Uitgangssituatie: positief of negatief
Negatief -> verandering is oplossen van probleem
Positief -> verandering is nog betere toestand, nog meer kunnen
Structurele verandering = wezen van situatie verandert
Incidentele verandering = oplossing voor 1 speciaal geval of voor beperkte tijd
Structurele verandering meestal meer effect dan incidentele (spontaan, niet doelgericht
vs bewust & doelgericht)
,Van mensen
Individu, groep, organisatie, netwerk, gemeenschap, samenleving
Groepen:
Bouwstenen van gemeenschap
Kunnen 3 vormen aannemen
1) Groep personen die zelfde interesses delen
2) Groep die bepaald doel of functie heeft
3) Lokale groep die ontstaat in bepaalde omgeving
Netwerk:
= structuur
Relaties tussen verschillende posities of positiebekleders
Aanwezigheid netwerkleden in leven van individu (frequentie, duur, betrokkenheid,
aantal levensdomeinen)
Gemeenschap
Gecreëerd door mensen
Varieert in grootte & omvang
Brengt gemeenschappelijke waarden, belangen, meningen & verwachtingen samen
3 krachten om
1) Probleem te identificeren
2) Oplossing te determineren
3) Sleutelrol te vervullen bij implementeren van oplossing
Voorbeeld van pp hier kleven
2
,In voor & door hen gekozen richting
Kan als cliënten (leren) inzien welke verantwoordelijk zij zelf dragen voor de situatie
waarin ze zich bevinden
Betrokkenen helpen om deze macht & verantwoordelijkheid op zich te nemen
Betrokkenen hebben keuzevrijheid
Agogisch werken: doen veranderen in voor & door hen gewenste richting
AW houdt zich Intensief bezighouden met veranderingsproces van cliënt. Meer gericht
op cliënt dan op probleem
Bedenken goede oplossing of verandering
Werken aan manier waarop cliënt zich die verandering eigen maakt & ermee omgaat
(hoe krijgt ik mijn cliënt zover dat…?)
Agogiek
Leer van het doen veranderen van…
Hoe is het ontstaan?
Sleutelkenmerken agogisch handelen
Niet elke verandering is agogisch
1) psychosociale verandering van handelen
2) op methodische manier
3) emancipatie & empowerment als doel
Psychosociale verandering van handelen
Psychosociaal = gedrag tov anderen heeft te maken met hoe je, je voelt, wat je
denkt & wat je gelooft.
Psychische en sociaal beïnvloed elkaar constant
Handelen = alles wat gedrag aanstuurt
1) Gedrag
Zichtbaar & observeer baar
Objectief observeren
3
, 2) Handelen
Bewust, wat mensen beogen
Onzichtbaar -> wat schuilt er achter het gedrag?
Wat beweegt mensen?
Wat weten, willen, voelen mensen?
Observeren & communiceren
Verandering van enkel kennis is geen agogie
Agogische verandering houdt wel een leerproces in, maar gaat verder dan het
‘weten’
Niveaus psychosociale verandering
- Individu:
Gevoelens, houdingen,…
Bv: gaan aanvaarden dat de zoon eigen keuzes gaat maken
- Groep:
Verzameling mensen die elkaar kennen bv: gezinnen, teams, klassen,…
onderlinge gevoelens, communicatie, onderling vertrouwen,…
bv: meer vrijheid gaan geven, ruzies leren beperken,…
- Organisatie:
Groter en anoniemer dan groepen
Communicatie loopt minder direct en formeler
Communicatie, hiërarchie, posities, belangstellingen,…
Bv: inspraakorgaan opzetten, taakverdeling wijzigen,…
- Netwerk & community:
2 of meer mensen verbinden zich met gezamenlijke wens, idee of
activiteit
Samenstelling herzien, netwerkversterking,…
- Samenleving:
Grotere, anonieme groep van mensen die 1 of meer gemeenschappelijke
kenmerken hebben
Toenemend milieubewustzijn, het op gang komen van vrijwillige hulp,…
4