H1: Personen met een verstandelijke
beperking
VB= verstandelijke beperking
1.2 Terminologie
1.2.1 Verstandelijke beperking als een beperkt IQ?
Vroeger: VB = ‘gekken’, ‘idioten’, ‘debielen’
- Binet + Simon: intelligentietest -> normaal + afwijkend intelligentiequotiënt
Stoornisdenken WANT VB gevolg van tekort in persoon, persoonskenmerk
‘afwijkende’ mensen etiketteren + afzonderen in apart onderwijs + instituten
1.2.2 Verstandelijke beperking als sociaal probleem?
Eind 20e E: paradigmaverschuiving = beeldvorming + benadering van personen met VB veranderde
- Besef: mensen met VB kunnen zich minder goed ontwikkelen in instituten
- Besef: beperkt intellectueel functioneren sterk bepaald door context + interactie met
omgeving
Bv. Sommige culturen: belangrijk om moeilijke uitleg te begrijpen
- Stoornisdenken => sociaal-ecologische visie
VB ontstaat door wisselwerking tussen persoonskenmerken + verwachtingen +
inspanning van omgeving
Spreken van personen met verstandelijke beperking OF personen met verstandelijke
handicap
1.2.3 Huidige omschrijving van ‘verstandelijke beperking’
AAIDD= American Association on Intellectual and Developmental Disabilities
Definitie verstandelijke beperking volgens AAIDD
= een verstandelijke beperking wordt gekenmerkt door belangrijke beperkingen in zowel het
verstandelijk functioneren als in adaptief gedrag. Deze beperkingen beginnen voor de leeftijd van 22
jaar.
Ontrafeling definitie:
- Verstandelijke handicap leidt tot conditie, een toestand
= beperking leidt tot resultaat van interactie tussen functioneren van de persoon +
ondersteuning en verwachtingen van maatschappij
- Die conditie: gekenmerkt door beperkte intellectuele vaardigheden
Beperking bij redeneren, plannen, problemen oplossen, abstract denken, moeilijke
ideeën begrijpen, snelheid van leren, leren uit eigen ervaringen
IQ van 70 of minder (-> vastgelegd op 2 standaarddeviaties beneden
populatiegemiddelde)
- Adaptief gedrag/ adaptieve vaardigheden= mogelijkheden van iemand om te
beantwoorden aan eisen van omgeving, om zich aan te passen aan wat men van mensen
met dezelfde leeftijd verwacht, binnen specifieke cultuur
wijkt af
- Adaptief gedrag 3 categorieën
, Conceptuele vaardigheden= vaardigheden die je kan gebruiken om zelf vorm te geven
aan je leven, om te beslissen in je eigen leven
bv. Taal, lezen, schrijven, geldbegrip, zelfbepaling, …
Sociale vaardigheden= interpersoonlijk contact, verantwoordelijkheidsbesef, kunnen
inschatten van én weerstand bieden aan negatieve beïnvloeding, je houden aan
geldende regels en wetten, vermijden om terecht te komen in slachtoffer rol, …
Praktische vaardigheden= activiteiten van dagelijks leven (eten, aankleden,
lichaamszorg, je verplaatsen), instrumentele activiteiten (maaltijdbereiding,
huishoudelijke activiteiten, gebruik telefoon, omgaan met geld), vaardigheden met
betrekking tot werk, vermijden/ voorkomen van gevaarlijke situaties
- Functionele beperking moet voor de leeftijd van 22 jaar duidelijk worden
WANT VB= ontwikkelingsstoornis ontstaat voor, tijdens, kort na geboorte
Voor 12 jaar ontdekt MAAR leeftijdsgrens op 22 jaar OMDAT uitzonderlijke gevallen
=>VB= samenspel van factoren: intelligentie, omgeving
1.2.4 Gevolgen van de nieuwe definitie voor terminologie
AAIDD: gebruikt terminologie ‘handicap, beperking’ ipv ‘stoornis’
CENTRAAL: mismacht tussen mogelijkheden persoon + verwachtingen maatschappij
AAIDD: people first- benadering = we spreken van PERSONEN met beperking/ handicap
NIET: verstandelijk gehandicapten, mentaal gehandicapten onrespectvol
1.2.5 Gevolgen van deze definitie in het werkveld
1.2.5.1 De diagnose mag niet meer afhangen van IQ-score
Classificerende diagnostiek: bepalen of persoon VB heeft
- Beslissen of persoon in aanmerking komt voor hulp/ ondersteuning
Bv. Doorverwijzing door CLB, ondersteuning VAPH, PVF-budget, …
- Test bij kinderen onder 5 jaar: onvoldoende betrouwbaar latere leeftijd gesteld
Kinderen halen belangrijke mijlpalen niet 1e diagnose= globale
ontwikkelingsvertraging
Vroeger: enkel intelligentietest
Nu: grensscore 70 op IQ-test + adaptieve vaardigheden (meer bepalend)
WANT IQ-scores: niet meer gebruiken om personen met VB in te delen in diepe, ernstige, matige,
lichte VB
REDEN 1:
Meer kritisch gekeken naar waarde van intelligentietest OMDAT:
- Weinig afgestemd op culturele verschillen tussen personen
Bv. Personen met migratieachtergrond -> vaak onterecht stempel VB
- Taalkundige verschillen tussen mensen bepalen mee resultaat van intelligentietest
- IQ-getal = statisch cijfer MAAR mensen zijn dynamisch
- Intelligentiemeting van personen met zwakke intellectuele mogelijkheden -> niet goed
uitvoerbaar + onbetrouwbaar
- Context is erg bepalend voor IQ-cijfer: begrijpen van taal + moment waarop test wordt
afgenomen
REDEN 2:
,Personen met IQ van 70 of er net boven ook ondersteuning nodig
Personen met IQ van 70/75 + 85: geen VB volgens AAIDD, zwakbegaafd genoemd
- Geen toegang tot verschillende ondersteuningsvormen
1.2.5.2 Belang van adaptieve vaardigheden in de diagnose
Gescoord a.d.h.v. vragenlijsten of observatieverhalen
1.2.5.3 Multidimensionale kijk op elke persoon met VB
Handelsgerichte diagnostiek= proces waarbij ondersteuningsvraag van een persoon in kaart wordt
gebracht om daarna ook de juiste ondersteuning te kunnen bieden.
AAIDD: model opgesteld voor handelsgerichte diagnostiek
- Beeldvorming: multidimensionale + ecologisch (= brede kijk op verschillende identiteiten +
hoe die interageren met omgeving)
->context in kaart brengen door negatieve (belemmerende) + positieve (ondersteunende)
invloed
- 5 dimensies die menselijk functioneren bepalen (multidimensioneel)
Intellectueel vermogen (intelligentie)
Verscheidene vaardigheden (adaptief gedrag)
Interactie met omgeving (context)
Hoe je directe omgeving/ maatschappij je betrekt, mogelijkheden en belemmeringen, in
dagelijks leven (participatie)
Gezondheid: bijkomende problemen (fysieke en psychische gezondheid)
Om tot beeldvorming te komen:
- Oog hebben voor verschillende contexten waarin persoon leeft + hoe hij daarin functioneert
- Naast testen/ vragenlijsten ook oog voor verhaal van persoon: wat vertelt hij over zichzelf?
Wat vertellen andere personen over hem? Hoe functioneer tin dagelijkse context?
!! Alleen cijfers + labels volstaan niet
- Sterktes + zwaktes in kaart brengen van persoon zelf + netwerk/ omgeving
- Totaalbeeld maken waarin de 5 dimensies aan bod komen + hoe ze elkaar beïnvloeden
- Analyse ondersteuningsnood
1.3 Etiologie/ verklaring
, VB komt voor als deel van syndroom OF geïsoleerd
Syndroom= naast VB ook lichamelijke, medische of uiterlijke kenmerken of typische
gedragskenmerken heeft
OORZAAK VB: niet altijd bekend
- Oorzaak matig VB bij 80% aangetoond
- Oorzaak lichte VB bij 50% aangetoond
- Oorzaak ernstige/ diepe VB bij 40 % aangetoond
=>Hoe ernstiger de VB, hoe duidelijker de oorzaak
Mogelijke oorzaken VB indelen 2 criteria
1. Moment waarop beïnvloedende factor is ingetreden: prenataal, perinataal, postnataal
2. Aard van die factor: biologische, sociale factoren, gevolg van specifiek gedrag, gevolg van
beperking in ontw.
1.3.1 Prenatale factor
= oorzaken ontstaan voor de geboorte => aangeboren verstandelijke beperking
1.3.1.1 Biologische factoren:
onderverdeling van 4 factoren:
1. ERFELIJKE AANDOENINGEN:
= 40% van de verstandelijke beperking ontstaat door een erfelijke aandoening, maar lang
niet allemaal door erfelijk overdraagbaar syndromen
→ SOMS toevallige erfelijke fouten krijgen, terwijl materiaal van de moeder+ vader in orde is
Chromosomale afwijkingen
= een menselijk cel bestaat uit 23 chromosomenparen
o Bij één of meerdere van deze paren is er iets fout gegaan in de bouw
o Fout in aantal chromosomen
→ Fout in AANTAL chromosomen
o Down Syndroom, Turner Syndroom
→ Deleties of fouten in de BOUW van de chromosomen
o Chri-du-chat, Prader-Willi, Fragiel-x, Angelmanssyndroom
Monogene afwijkingen
= Chromosomen zijn lange draden waarop genen zitten
o Blokjes DNA
o Afwijking in deze genen
→ AFWIJKING in de genen
o Rett syndroom (= defect gen)
→ toevallige GENMUTATIE
o Erfelijk materiaal kan nog veranderen na de bevruchting
Erfelijk materiaal van de moeder en vader zijn in orde
Tijdens de bevruchting en celdeling in het erfelijk materiaal is er
deels iets veranderd
!Gezinnen met kinderen met CV moeten bezorgt zijn over hun volgende kindjes!
Multifactoriële afwijkingen
= in deze gevallen is er een combinatie van problemen in het erfelijke materiaal
o Niet één duidelijke erfelijke oorzaak
→ AANGEBOREN aandoeningen