1. VENTILATIE
1.1 Waarom ventileren en hoe?
Gezonde binnenlucht garanderen door waterdamp en geuren te verwijderen.
1. WATERDAMP (schimmelvorming vermijden op koudste binnenoppervlakten)
- komt in woning door gebruik (koken, wassen, ademen…)
oppervlakte condensatie: warme lucht (met veel waterdamp) komt tegen een koud
oppervlak -> waterdamp condenseert
2. GEUREN
komt in woning door gebruik (personen, toilet, kuisen, dieren, koken…)
3. TOEVOER ZUURSTOF voor mensen
mens verbruikt O2 en ademt CO2 uit
4. TOEVOER ZUURSTOF voor open verbrandingstoestellen (bv open haard)
= noodzakelijk om goede werking van die toestellen te garanderen
luchttoevoer van 1m³/h per kWh vermogen van het verbrandingstoestel
best -> verbrandingstoestel gebruiken dat verbrandingslucht rechtstreeks uit de
buitenlucht haalt
Hoe gaan we NIET ventileren?
- Ongecontroleerd ventileren: spuiventilatie (intensieve ventilatie)
=> openen van ramen en deuren.
Nadelen: - zorgt voor extra energieverlies
- afkoeling van de ruimtes
- creëert tocht
- inbraak, lawaai
Maar kan ook wenselijk zijn:
- nodig bij tijdelijke oververhitting
- hoge geurproductie, hoge vochtproductie
- netto-oppervlakte van het opgaande deel is
- 6,4% van de vloeroppervlakte indien ramen en deuren in 1 wand voorkomen
- 3,2% van de vloeroppervlakte indien ramen en deuren in 2 verschillende
wanden voorkomen
- Ongecontroleerd ventileren: spleten en kieren
=> via schrijnwerk, rolluikkasten, stopcontacten
- hoeveelheid afhankelijk van wind en temperatuur
- verstoord de bewuste ventilatie
- zorgt voor extra energieverlies
dampkamp= intensieve ventilatie in de keuken en wordt niet als basis
ventilatie gezien; is enkel actief tijdens het koken
,Hoe gaan we WEL ventileren?
1. Luchtdicht bouwen: luchtlekken vermijden -> goede uitwerking van bouwdetails
2. Basisventilatiesysteem: EIS -> regelbaar ventilatiesysteem
3. Aanvullende intensieve ventilatie: dampkap, opengaande ramen
4. Ventilatie van speciale ruimtes: ventilatie van bv garages
VENTILATIESTRATEGIE
Luchtdicht bouwen: waarom?
- warmteverliezen voorkomen -> energie besparen
- gecontroleerd kunnen ventileren
- positieve invloed op geluid
- geen wettelijk minimum opgelegd
- goede luchtdichtheid => beter (lager) E-peil bij de EPB-aangifte -> wordt beloond
met bv: belastingvermindering
Massiefbouw -> wanden bepleisteren, vloeren gieten in beton, luchtdicht schrijnwerk
Houtskeletbouw -> dampschermen, luchtschermen
Voor specifieke lekken: spleet onder deur, brievenbus, kattenluik, dampkap
-> afdichten van voegen en naden
• Luchtdichtheid gaan meten met een “blowerdoortest”: De woning
wordt met een grote ventilator in de deuropening onder druk
gebracht (50Pa). De ventilator moet blijven draaien om de ontsnapte
lucht via de lekken, aan te vullen. Hoe meer lekken, hoe meer debiet
de ventilator moet geven. Dit debiet is de maat voor de
luchtdichtheid van de woning.
• Vuistregel: daling van 1 m³/h.m² komt ongeveer overeen met 1 E-
peil-punt
EIS voor passiefbouw => V50= 0,6m³/h.m²
1.2 Basisventilatie in de woning
Belgische norm basisventilatie
U-waarden
(warmtedoorgangscoëfficiënt);
hoe lager, hoe beter geïsoleerd
S-peil= schildpeil
E-peil= Energiezuinig; hoe lager,
hoe energiezuiniger
, EPB= energieprestatie en binnen-kwaliteit; verplicht bij nieuwbouw
- ventilatievoorontwerp, door ventilatieverslaggever (bij start van de bouw)
x
- ventilatie prestatieverslag, door ventilatieverslaggever (gemeten)
x worden ingevoerd met de EPB aangifte
Basisprincipes basisventilatie
- verse lucht toevoeren in droge ruimtes
- vuile lucht afvoeren in natte ruimtes
- hiertussen: doorstroom
DROGE ruimtes (lage vochtproductie en langdurige bezetting): TOEVOER, PULSIE
- woonkamer, slaapkamer, studeerkamer
NATTE ruimtes (hoge vochtproductie of geuren): AFVOER, EXTRACTIE
- keuken, wc, badkamer, was- en droogruimte
Ruimtes buiten het beschermd volume: zolder, kelder
DOORSTROOM ruimtes: gang, hal, trappenhal, dressing
SPECIALE ruimtes: gemeenschappelijke hal in appartement, garage, bergruimte, sauna,
liftkokers, gasmeterruimtes…
Ontwerpdebiet basisventilatie
Algemene regel: 3,6 m³/h per m² (volgens NBN 50-001)
- minimum eisen -> kleine ruimtes genoeg geventileerd
- om oppervlakte te berekenen: binnen-afmetingen (tussen de muren) gebruiken-> netto-
vloeroppervlak
, Doorstroomopeningen moeten voldoen aan debiet eisen
- openingen moeten niet afsluitbaar zijn
- debiet mag met meerdere openingen of roosters gecreëerd worden
Kan ook een opening zijn (geen deur -> opening moet min. 0,5m², diameter niet < dan 5cm)
diameter (hoogte opening) ≥ dikte van de scheidingsconstructie (dikte muur)
oppervlakte moet aaneengesloten zijn
VENTILATIESYSTEMEN
SYSTEEM A:
- natuurlijke toevoer (eisen & aanbevelingen)
Aanbevelingen: Eisen voor de regelbare toevoeropeningen (EPB)
- op 1,80m installeren - voldoen aan debiet oplegging (tabel1)
- insecten-werend - RTO: regelbare toevoer zijn (3standen) of continu
- regendicht - regeling mag manueel of automatisch
- inbraak
- natuurlijke afvoer (eisen & aanbevelingen)
Eisen
- RAO: eisen voor de regelbare afvoeropeningen
- idem toevoer
Eisen voor afvoerkanaal
- best verticaal, 50cm boven het dak
- dimensioneren met max. luchtsnelheid van 1 m/s
- min. diameter van 5cm
Aanbevelingen afvoerkanaal
- gladde buizen (wenselijk)
- voldoende luchtdicht
- verloop van de buis mag max. 30° afwijken van het verticale
- meerdere ruimtes aansluiten op kanaal mag; met afvoer in de keuken: afgeraden
SYSTEEM B:
=> wordt nauwelijks gebruikt
- mechanische toevoer
- natuurlijke afvoer
SYSTEEM C:
- natuurlijke toevoer
Aanbevelingen: Eisen voor de regelbare toevoeropeningen (EPB)
- op 1,80m installeren - voldoen aan debiet oplegging (tabel1)
- insecten-werend - RTO moet regelbaar zijn (3standen) of continu
- regendicht - regeling mag manueel of automatisch