Deze samenvatting van macro-economie biedt een overzicht van brede economische indicatoren en beleidsmaatregelen op nationaal niveau. Het behandelt onderwerpen zoals het bruto binnenlands product (BBP), werkloosheid, inflatie en monetaire/fiscale beleidsinstrumenten. De samenvatting belicht macro-e...
Vaak wordt er gekeken naar GDP per capita om beter beeld te krijgen van een land zijn financiele
situatie.
GDP alleen is niet de juiste maatstaf om de welvaart van een land te kunnen constateren, omdat het
een gemiddelde is wat sterk beïnvloed kan worden door uitschieters, maar er ook andere oorzaken
zijn die kunnen leiden tot meer of minder welvaart.
Een belangrijke factor in de cyclus van de economie is unemployment.
Unemployment rate is het percentage van alle werkzoekende op de Labour Force
Labour Force: alle werkende en werkzoekende
Factors of production zijn capital en labour. Hiermee wordt Winst gemaakt waarmee de gemaakte
kosten van labour, capital en belastingen. Wat overblijft is the capital share of income, of ook wel
winst genoemd. Deze winst wordt uitgekeerd aan de eigenaren. De waarde van aandelen hangt af
van deze winstgevendheid. Wanneer een bedrijf ervoor kiest om meer geld uit te keren aan hun
werknemers in de vorm van labour beïnvloedt dit de labour share. Dit is het aandeel van de total
income dat naar de werknemers gaat. Wanneer de labour share hoger is zijn de aandeel prijzen vaak
lager en andersom. Dit is dus een invers verband.
Inflation is de groeivoet van het algemeen prijspeil in de economie.
De gemiddelde prijs berekend van een gezette bulkgoederen die je vergelijkt met de prijzen van
voorgaande jaren.
Deflatie is het omgekeerde van inflatie. Dit kan negatief zijn omdat mensen dan verwachten dat
prijzen blijven zakken en daarmee minder gaan consumeren.
Hyperinflatie is wanneer er een maandelijkse inflatie is van meer dan 50%
Procyclisch is wanneer een variabele meebeweegt met de economische activiteit
Contra cyclisch is wanneer een variabele in de andere richting dan de economische activiteit
De real economy = productie en consumptie van goederen en diensten.
De monetary economy = handel in aandelen en obligaties
Doordat vanuit de monetary economy de rentepercentage tot stand komen beïnvloedt dit de real
economy. Ook consumenten die aandelen bezitten beïnvloeden hiermee hun consumptieniveau in
de real economy.
De openheid van een economie kan bekeken worden met de ratio van import en export ten opzichte
van het GDP. De openheid is de laatste eeuw flink toegenomen. Dit heeft te maken met de
globalisatie. Kleinere landen zijn vaak meer open dan grote economische blokken aangezien zij vaak
minder zelf kunnen produceren. Dit heeft ook een nadeel omdat we door onze openheid ook meer
gevolgen hebben van activiteiten die zich ergens anders afspelen.
,Een Burns Mitchell diagram kijkt naar het cyclisch hoogtepunt waarbij er wordt gekeken naar de tien
voorafgaande periodes en de tien daaropvolgende periodes. Hierdoor krijg je een mooi beeld van de
ontstane situatie. Hiermee kun je ook bepalen of variabele leading of following zijn en of ze contra-
of procyclisch zijn. Hierdoor kunnen er betere voorspellingen worden gemaakt over de verschillende
variabele.
, Hoofdstuk 2
Stock variable: een variabele die afhankelijk van een specifiek punt in tijd
Flow variable: een variabele gemeten per tijdseenheid
GDP Definitions
1. The sum of final sales
2. The sum of added value
3. The sum of incomes earned
Real GDP: berekend met vaste afgesproken prijzen met veranderende hoeveelheden
Nominal GDP: berekend met de prijzen en hoeveelheden op dat moment.
GDP-deflator: Nominal GDP/Real GDP
GDP-deflator inflation: Nominal GDP growth – Real GDP growth
GDP = C + I + G + X – Z
C: Consumption
I: Investments
G: Government spending
X: Export
Z: Import
GDP = C + S + T
C: Consumption
S: Private Savings
T: Taxes
G – T = Government budget deficit
G: Government spending
T: Taxes
(S – I) + (T - G) = X – Z
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sophie20. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.