Bank en verzekeringen
1 Het Belgisch financiewezen
1.1 Financiële sector in brede zin
= Iedere instelling die beroep doet op het spaarwezen en/of zorg voor financieringen
van ondernemingen en fungeert als tussenpersoon hiervoor.
1.1.1 Kredietinstellingen
= Bankwet van 25 april 2014
Kredietinstelling:
Deposito’s in ontvangst nemen
Gelden die op een rekening worden geplaatst = deposito
Ik geef €1000 aan de bank = deposito
Kredieten verlenen
- De deposito’s worden gebruikt om de kredieten te verlenen = Financiële
intermediatie
+ Andere toegelaten activiteiten Bv: vermogensbeheer, leasing, effecten…
1.1.1.2 KI: register NBB
Elke kredietinstelling die actief wil zijn in België, moet beschikken over een vergunning en
geregistreerd zijn op de lijst van de Nationale Bank België.
In deze kredietinstellingen wordt onderscheid gemaakt:
× Kredietinstelling naar Belgisch recht
× Bijkantoren van Belgische banken die buiten de EER (= Europese Economische
Ruimte) situeren
Hierin hebben we 3 verschillende soorten banken:
Banken
A.
a. Grote banken
= Zeer veel filialen, kantoren en diensten
= Goed bereikbaar voor het publiek
‘The Beglian Big 4’
b. Gespecialiseerde/regionale banken
1
, = Lokaal een grote invloed
= specifieke doelgroep
c. Kleinere banken
= Minder kantoren
Traditionele banken =
Omnichannel banken
= Ze werken met verschillende kanalen
- bankkantoren
- websites
- app
- bankieren vanop afstand
Bv: The Belgian Big 4
Internetbanken
= Banken die enkel via internetbankieren
Ze maken veel minder kosten = bieden dus vaak een hogere rente aan
Bv: Hello bank, keytrade…
!!!Fishing!!! Internet fraude via mails
B. Spaarbanken
Er zijn slechts 5 spaarbanken in België (die op de lijst NBB staan)
Artgenta
VDK bank
Banque CPH
CVK (Centrale kredietverlening)
Crelan
= Retailbaken = Ze focussen zich op sparen
Wholessalebanken = Focussen zich op meerdere activiteiten
2
, C. EKI = Effecten KredietInstellingen = Belgische zakenbank
- Het situeert zich tussen een beursvennootschap en een KI
- Mogen hetzelfde doen als een bank behalve kredietverleningen
MAAR focussen zich vooral op effectenverrichtingen en vermogensbeheer
Slechts 2 effectenbanken met vergunning in België: Van de Put & Co Privaatbankiers
en Bank Diericks Leys
1.2 Betalingsinstellingen en EGI
In het Belgisch financiën wezen zijn er naast de financiële sector ook betalingsinstellingen en
elektronische geldinstellingen.
A. Betalingsinstellingen
= Het regelt het Europees betalingsverkeer
Bieden enkel “betalingsdiensten” aan Bv: Iets met kaart betalen in de winkel,
online aankoop, overschrijving…
Geen deposito’s
Geen kredieten
Bv: Wordline, BCC
PSD = Payment Service Directive = betalingsdienstenrichtlijn
PDS1:
PDS 2: Meer veiligheid, concurrentie en innovatie in het Europees
betalingsverkeer brengen
B. EGI = Elektronisch Geld Instelling
= Naast de betalingsdiensten mogen ze ook elektronische gelden uitgeven
Bv: maaltijdcheques - Sodexo - Imagor
MAAR: GEEN kredietverleningen
3
, 1.3 Monetaire overheid
= De instantie die het monetaire beleid uitvoeren en bepalen.
1. ECB, ESCB en Eurosysteem
2. NBB
Monetaire beleid = Alle beslissingen die centrale banken nemen om een invloed uit te
oefenen op de prijs van geld, de kosten om te lenen en de opbrengst van het spaargeld.
Via de geldsector gaan ze proberen invloed uit te oefen op de intresten
ECB
Monetaire
ESCB
overheid
NBB
1.3.1 ECB
= Europese Centrale Bank
Verantwoordelijk binnen de eurozone voor:
Monetair beleid
Prijsstabiliteit handhaven (door inflatie bewaken)
Bepaalt hoeveel bankbiljetten er in omloop en gedrukt zijn
Toezicht op NCB’s
Leningen aan banken (‘lender of last resort’)
De voorzitter van de ECB is Christine Lagarde
De hoofdzetel van de ECB is in Frankfurt.
1.3.2 ESCB
= Europees Stelsel van Centrale Banken
= ECB + centrale banken van alle EU-lidstaten
Het coördineert het monetair beleid tussen de eurozone en de andere EU-lidstaten.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoukplanckaert88. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.