Pathologie 3de Bachelor 2023-2024
Oncologie
Deel 1: Definitie, voorkomen en nomenclatuur van tumoren
1. Definitie
Gezwel = tumor = neoplasie
= een omschreven, structureel en functioneel abnormale woekering van lichaamseigen cellen, welke
autonoom groeit en het organisme in zijn geheel schade toebrengt. Gaat vaak uit van 1 celtype!
→ Overschrijdt de groei van normale weefsel
→ Synoniemen van een tumoraal proces: blastoma, neoblastoma, neoplasie, neoplasma
Autonome groei: tumorgroei is onafhankelijk van de normale fysiologische regelingsmechanismen van het
lichaam
-> blijft verder bestaan, nadat de uitlokkende noxe reeds lang verdwenen is
! Te onderscheiden van regeneratieproces, productief ontstekingsproces en hyperplastisch groeiproces
(allemaal macroscopisch als een gezwel zichtbaar) -> deze 3 processen regresseren wel nadat de
uitlokkende oorzaak verdwenen is.
Oncologie = studie van de gezwellen
• Maligne tumor:
- Kwaadaardig
- Snelle en agressieve groei
- Leidt tot de dood van het individu
• Benigne tumor:
- Goedaardig
- Leidt niet tot de dood van het individu omwille van zijn snelle of agressieve groei
→ Kan eenvoudig door zijn lokalisatie, eventueel toch tot de dood leiden
2. Voorkomen
• Komen steeds meer voor
• Bij alle gewervelde dieren
• Reeds in de prehistorie aanwezig (500 000 v.C.)
Registratie is belangrijk om het gedrag en het voorkomen van tumoren in kaart te brengen en dus een
causaal verband te kunnen leggen. Dit is van belang naar prognose toe; om de eigenaars te kunnen
communiceren wat ze kunnen verwachten.
→ Diersoort, geslacht en leeftijd, ras
→ Omgevingsfactoren, geografische ligging, voeding
→ Tumor identificatie (gebaseerd op histiopathologische tumoren)
→ WHO heeft een internationale classificatie systematiek voor tumoren bij huisdieren
Onder de huisdieren die als huisdier gehouden worden, komen gezwellen veruit het meest voor bij de hond
en de kat. Dit is vooral omdat deze dieren de ‘kanker-leeftijd’ kunnen bereiken.
MARTHE D'HAEYERE 1
,Pathologie 3de Bachelor 2023-2024
! Groot aantal tumoren van huid en weke weefsels: komt vooral omdat deze het snelst worden opgemerkt
door de eigenaars.
! De enige cel die niet tumoraal ontaard is de rode bloedcel, aangezien die geen kern heeft. De precursoren
van de RBC hebben wel een kern en kunnen dus wel ontaarden. Alle gekernde cellen kunnen ontaarden.
3. Indeling en algemene nomenclatuur van tumoren
Een tumor bestaat uit:
• Parenchym: tumorale cellen (cellen van oorsprong)
• Stroma: steunbindweefsel en bloedvaten
• Meeste tumoren bestaan uit één celtype
• Nomenclatuur gebaseerd op:
→ Weefseloorsprong (histiogenese): epitheliale of mesenchymale tumoren, pigmentvormende,
neuro-ectodermale, menggezwellen, teratoma
→ Biologisch gedrag (digniteit): maligne (kwaadaardig) of benigne (goedaardig) tumoren
=> Naam tumor = cel van oorsprong + digniteit
! Het histologisch gedrag stemt niet altijd overeen met het klinisch gedrag. Enkel de histologie kan zekerheid
geven of het tumoraal of niet is.
! De veterinaire nomenclatuur stemt niet volledig overeen met deze gebruikt in de humane geneeskunde.
Mesenchymale tumoren
Oorsprong: cellen van het embryonaal mesoderm
• Goedaardige tumoren: ‘-oma’
- Bindweefsel (uit fibroblasen): fibroma
- Vetcellen: lipoma
- Kraakbeen: chondroma
- Been: osteoma
• Kwaadaardige tumoren: ‘-sarcoma’
- Bindweefsel: fibrosarcoma
- Vetcellen: liposarcoma
- Kraakbeen: chondrosarcoma
- Been: osteosarcoma
! Tumoren afkomstig van cellen uit de hematopoëtische cellijn zijn eveneens mesenchymale tumoren (vb.
leukemie).
Soms zit een tumor tussen goed- en kwaadaardig in.
De epitheliale en de mesenchymale zijn de belangrijkste
MARTHE D'HAEYERE 2
,Pathologie 3de Bachelor 2023-2024
Epitheliale tumoren
Oorsprong: cellen van de 3 embryonale cellagen (endo-, meso- en ectoderm).
• Goedaardige tumoren: ‘-oma’
- Klierweefsel (glandulaire structuren): adenoma
→ Talgklier: sebaceous adenoma of talgklieradenoma
→ Zweetklier: apocrien adenoma
→ Melkklier: mammair adenoma
- Basaal cel: basalioma
- Papilloma = benigne gezwel dat vingervormige of wratvormige uitstulpingen vertoont
(microscopisch en/of macroscopisch)
- Poliep = macroscopisch waarneembaar, goedaardig gezwel op mucosale oppervlakten
• Kwaadaardige tumoren: ‘-carcinoma’
- Klierweefsel: adenocarcinoma
→ Vaak toevoeging van groeikarakteristieken: papillair, tubulair, cysteus
- Basaal cel: basaal cel carcinoma
- Squameuze cel: squameuze cel carcinoma
Neuro-endocriene gezwellen
• Tumoren van pigmentvormend weefsel:
- Benigne melanoma/melanocytoma
- Maligne melanoma
• Cortex van de bijnier: adrenaal corticaal adenoma (B) en carcinoma (M)
- Bijnier: benigne of maligne pheochromocytoma
- Sertolicel tumor, Leydigcel tumor, granulosacel tumor
- β-cel tumor: Insulinoma
Menggezwellen
= een tumor die uitgaat van één celtype, maar die andere cellen aanzet tot proliferatie
→ Zowel mesenchymale als epitheliale componenten
→ De neoplastische klonale cellen kunnen differentiëren naar cellen van één of meerdere kiembladen
Tumorale woekering van epitheliale neoplastische cellen + mesenchymale component doordat
de neoplastische cellen differentiëren
• Carcinosarcoma = zowel epitheliale als mesenchymale component hebben kwaadaardige
eigenschappen
• Collisietumoren = tumoren van verschillende histiogenese, die in verschillende, doch tegen elkaar
liggende weefsels ontstaan en die in elkaar gaan groeien.
• Complexe carcinomen = gevormd door proliferatie van luminale epitheliale en myoepitheliale
cellen van klierweefsel (vb. bij mammair complex carcinoma)
• Teratoma = bijzondere menggezwellen waarbij differentiatieproducten zitten van de 3 verschillende
kiembladen
→ Vormen tumoren waarin haren, vetweefsel, spierweefsel, kraakbeen en zelfs tanden kunnen
voorkomen
→ Frequentst voor in de gonaden
→ De meeste zijn benigne, maar er kunnen maligne vormen voorkomen
MARTHE D'HAEYERE 3
, Pathologie 3de Bachelor 2023-2024
Caniene complex melkklier tumor.
Er is een proliferatie van epitheliale cellen (tubulaire structuren) en myoepitheliale cellen in
een myxeus stroma.
Teratoma bij de kat.
Met aanwezigheid van cysten, haarfollikels, tandaanleg en kraakbeen.
Tumor-like letsels
= massa’s die niet tumoraal zijn, maar die er wel op lijken
• Hamartoma’s = gedesorganiseerde, mature, mesenchymale of epitheliale weefsels die zich op hun
normale anatomische lokalisatie bevinden
= proliferatie van mature cellen, meer dan normaal, maar wel op de oorspronkelijke plaats
→ Volledig goedaardig
→ Vooral vasculaire hamartoma’s
• Choristoma’s = volledig normale, mature weefsels die zich op een ectopische plaats (=plaats waar
ze niet thuishoren) bevinden.
vb. dermoïd: huidweefsel met haar, cornea
Mandibula van een kalf met een vasculair hamartoma.
Dermoïd op de cornea bij een kalf.
Huidweefsel met haar op de cornea.
METHODES VOOR HET NAGAAN VAN DE WEEFSELOORSPRONG EN/OF CEL IDENTIFICATIE
• Klassiek histologisch onderzoek
- Standaardtechniek
- HE, Giemsa, PAS, Von Gieson…
• Enzymreacties
- Karakteristieke enzymreacties van weefseloorsprong van de tumor nagaan
• Elektronen microscopie (EM)
- Karakteristieke organellen in de tumorcellen opsporen
MARTHE D'HAEYERE 4