Samenvatting Deontologie
Proloog: Het goede doen
Sociaal-agogische professionals als technische én normatieve professionals
→ Technisch = de dingen goed (willen) doen
→ Normatief = het ‘waarom’ → Waarom heb je op die manier gehandeld? → Ethische
verantwoording → deontologie is één aspect in dat normatieve
1. Moraal en ethiek
Moraal vs ethiek
• Moraal
o = het geheel van waarden en normen die richting geven aan ons handelen en zin
geven aan wat we denken en doen
o Vooral intuïtief! → Door ons persoonlijk en professioneel referentiekader
• Ethiek
o = de theoretische studie van de moraal → intuïtie onder woorden brengen
o = het expliciteren en kritisch benaderen van morele standpunten en keuzes
De verwisselbaarheidsgedachte
• Principe van gelijkheid
• Iedereen, inclusief jezelf, hetzelfde behandelen
• Een oordeel is pas moreel of ethisch, als het een handelen uit eigenbelang en egoïsme
overstijgt
• Bv: verjaardagstaart snijden
o Verwisselbaarheid
▪ Taart in gelijke stukken snijden
▪ Personen die meer honger hebben krijgen groter stuk, personen die weinig
honger hebben krijgen kleiner stuk
▪ Jarige krijgt groter stuk
o Geen verwisselbaarheid
▪ Grootsten/sterksten krijgen groter stuk dan de kleinere/zwakkere
2. De rechtvaardigheidstheorieën
2.1 Consequentialisme
• = Een handeling is goed als deze de best mogelijke gevolgen oplevert… of de minst
schadelijke
o Streven naar een positieve balans → handelingen stellen die meer ‘goed’ dan ‘slecht’
veroorzaken
o Er wordt niet gehandeld vanuit egoïsme
o Niet enkel de best mogelijke gevolgen voor jezelf, maar ook voor anderen
1
,• Het utilitarisme
o Jeremy Benthem (Britse filosoof)
▪ Grondlegger
▪ Stelt dat we ons niet altijd kunnen afvragen wat het goede is
▪ Onze handelingen moeten steeds ‘the greatest happiness for the greatest
number’
• Handelingen kunnen ethisch gerechtvaardigd worden aan de hand
van de utiliteitscalculus = een afweging tussen ‘voordeel’ en ‘schade’
→ Een goede handeling moet meer voordeel dan schade opleveren
• De ethiek van de opportuniteit
o Consequentialisme wordt ook wel de ethiek van de opportuniteit genoemd
▪ Zolang de gevolgen/consequenties maar goed zijn, maakt de weg ernaartoe
niet uit → daden rechtvaardigen waarbij minderheden worden opgeofferd
voor de meerderheid
▪ = het doel heiligt de middelen onterecht
2.2 Deontologie
• = Een handeling is goed als deze vertrekt vanuit de juiste intentie → juiste intentie als deze
gebaseerd is op een principe of beginsel)
• Deontologie = beginselethiek (= plichtenleer)
o Waarden, normen en principes
▪ Waarde = iets wat we (persoonlijk) belangrijk vinden
▪ Normen = concrete gedragsregels die een waarde of principe in de praktijk
omzetten
▪ Principes = hangen samen met waarden en normen → vrijheid, gelijkheid en
solidariteit horen in de westerse samenlevingen tot de sterkste principes →
in het sociaal-agogische werk, is de waarde vertrouwen tot een principe
verheven, in de vorm van beroepsgeheim
▪ Letter van de wet én geest van de wet?
• De categorische imperatief
o Immanuel Kant (Duitse filosoof)
▪ Grondlegger van het deontologisch perspectief in de normatieve ethiek
▪ Als reactief op het utilitarisme volgens Bentham
▪ Ethiek moet gebaseerd zijn op universele principes waaraan we ons allemaal
moeten houden en waarvan we erop rekenen dat anderen dat ook zullen
doen
o Categorische imperatief (fundament van Kants ethiek)
▪ Handelen vanuit de categorische imperatief = handelen vanuit de ‘goede wil’
(vanuit een morele plicht)
▪ Een autonoom, onvoorwaardelijk moeten
o Universaliseerbaarheidstest
▪ = wanneer we handelen moeten we ons steeds de vraag stellen wat er zou
gebeuren mocht iedereen op dezelfde manier handelen
▪ Beantwoordt aan de verwisselbaarheidsgedachte
2
, 2.3 Consequentialisme en deontologie: een verhaal van ‘worden’ en ‘zijn’
• Consequentialisme = taal van het ‘worden’
o Het goede krijgt vorm in relatie tot elkaar → wat goed is, ligt niet van tevoren vast
maar wordt door ons allemaal bepaald
• Deontologische ethiek = taal van het ‘zijn’
o Juist handelen volgens universaliseerbare principes, waaraan we ons houden
• De ingenieur en de rechter → metafoor
o Ingenieur = consequentialist = bouwt het goede op en handelt vanuit de regel ‘salus
populi suprema lex’ (het welzijn van het volk moet de hoogste wet zijn)
o Rechter = Deontoloog = hanteert de regel ‘fiat justitia et ruant coeli’ (het recht moet
zijn loop kennen, al stort de hemel in’
• Deontologen → je intenties bepalen of een standpunt legitiem is → impliceert dat
handelingen die vertrekken vanuit verkeerde intenties verboden zijn, ongeacht de mogelijk
positieve gevolgen van een handeling → groot verschil met consequentialisme!!!
o Maar, door geen rekening te houden met de gevolgen, blijft een handeling, op goede
intentie, sowieso een goede handeling, zelfs als de gevolgen dat niet zijn
• Het goede of het juiste doen?
o Het goede = een moreel positief doel dat we bereiken door ons handelen
o Het juiste = een geheel van regels en morele normen die onze zoektocht naar het
goede mogelijk maken of net binnen de perken houden
o Consequentialisten → prioriteit bij het goede, ten nadele van het juiste
▪ Priority of the good over the right
o Deontologen → prioriteit bij het juiste, ten nadele van het goede
▪ Priority of the right over the good
o Geen definitie mogelijk van ‘het goede’
→ Wat is goed? (voor iedereen verschillend)
→ Is het goede wel te bepalen? En wie zou dat moeten doen?
2.4 Teleologische of deugdenethiek
• Handelend persoon staat centraal
• Een handeling is goed als deze bijdraagt aan (de vorming van) een goed persoon – handelen
naar best vermogen
o Aristoteles → ‘grootse persoon’
o Nietzsche → ‘übermensch’
• Synthese van twee voorgaande stelsels: gericht op een betere wereld (consequentialisme) en
deugden als ‘juiste’ kwaliteiten
• Teleologie → focus op de telos = doel, richting van ons handelen → sterk verband met
consequentialisme)
o Theorie: Elk individu bevindt zich in een unieke, particuliere situatie met eigen
belangen, drijfveren, angsten en hoop
• Streven naar een zo maximaal mogelijke realisatie van waarden (deontologie)
• Streven naar het best mogelijke! → ‘Wie doet wat hij kan, doe het goed’ – Aristoteles
• ‘Goed handelen’ = de handelende persoon die een morele grondhouding heeft (= de wil om
te leren, de durf om te twijfelen, om te wikken en wegen, en om kritisch te kijken naar het
eigen handelen → persoonlijke ontwikkeling via de praktijk! = praktische wijsheid
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisevandurme. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.