Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting psychologie €6,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting psychologie

 33 vues  1 fois vendu

Samenvatting psychologie Alle lessen + volledig het boek er naast Ik haalde hier een 17/20 voor

Aperçu 4 sur 81  pages

  • Oui
  • 7 novembre 2023
  • 81
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (87)
avatar-seller
PraktijkgerichteOrthopedagogieHoGent
PSYCHOLOGIE
Op examen geen open vragen! Allemaal meerkeuze!

HOOFDSTUK 1: PSYCHOLOGIE ALS WETENSCHAP

 Verschillende stromingen: verschillende kijk op de mens
 Diverse stromingen van 19e eeuw tot nu
 Eerste helft vorige eeuw: psychodynamische theorie vs behaviorisme
 Gevolgd door stromingen die er los van stonden
 Eind van de eeuw
 Nieuwe stromingen die verder aan de slag gaan met bouwstenen uit eerdere stromingen
 Evidence based

1. KENMERKEN VAN WETENSCHAP

Domein

 Domein van de psychologie is de mens met zowel zijn innerlijke psyche als zij gedragingen als de
interactie met de context waarin hij leefde en leeft
 Het onderwerp van een bepaalde wetenschap of discipline
 Verschillende stromingen binnen de psychologie concentreren zich vaak op verschillende
onderwerpen
 Behavioristen > observeerbaar gedrag
 Cognitieve psychologen > hinderlijke denkpatronen

Hypothesen en theorieën

 Een theorie is opgebouwd uit getoetste stellingen en inzichten, bij voorkeur causale verbanden, die
hiërarchisch zijn geordend
 Systematisch en hiërarchisch ordenen v inzichten en causale verbanden over bep gebied vd
werkelijkheid
 Een hypothese is een wetenschappelijke stelling die nog niet bewezen is
 1. Hypothesen formuleren > 2. Hypothese aftoetsen & theorie ontw > 3. Observeren in de
samenleving > 4. hypothese onderzoeken > klopt: integreren in theorie (cyclische voortgang)

Reductie

 Elke wetenschap is een vereenvoudiging van de werkelijkheid
 De kracht van de wetenschappen ligt in het isoleren van deelsystemen
 Proberen vh bewustzijn te vertalen nr fundamentele deelfacetten
 Wnr we uitgaan v eigen ervaringen (ook met inlevingsvermogen) ontglipt de totaliteit ons
 Iedere psychologische theorie faalt sowieso als ze een individuele mens wil beschrijven en verklaren,
omdat die nu eenmaal zoveel complexer is dan de theorie

Intersubjectieve overeenstemming

 Intersubjectieve overeenstemming = iets is geldig of waar voor een groep mensen onderling

[NAAM VAN AUTEUR] 1

,  Voorbeelden: God, ufo’s, verzinsels…
 Wetenschap streeft naar intersubjectieve overeenstemming tussen diegenen die zich aan
wetenschappelijke regels houden

Formulering

 Wetenschappelijke kennis is zo ondubbelzinnig en nauwkeurig mogelijk geformuleerd
 Elke wetenschap beschikt over een eigen vakjargon die binnen een bepaalde theorie verankerd is
 Voordeel: maken een economische en efficiënte communicatie mogelijk + geen discussie



Voortgang

 Elke wetenschap evolueert
 Kuhn: ontwikkeling en evolutie van een wetenschap verlopen niet homogeen
 Paradigma’s volgen elkaar op en de overgangen ertussen zijn vaak bruusk (tijdsgebonden)
 Paradigma = een stelsel van met elkaar samenhangende wetenschappelijke visies, theorieën
en begrippenkaders en onderzoeksmethoden (algemene overtuiging v/e ondw op dat
moment in de tijd)
 Referentiekader dat bepaalt welke de belangrijke vragen zijn en hoe daarvoor een oplossing
kan worden gevonden
 Elke wetenschap evolueert door een cyclische voortgang
 Vertrekkend bij concreet waargenomen feiten, komt een onderzoeker tot het formuleren van
algemeen geldende hypothesen en vervolgens toetsen in onderzoeksopzetten
 Daarna integreren in een theorie

Kritisch

 Alle wetenschappen worden kritisch opgebouwd
 Men vraagt zich af of het verzamelde feitenmateriaal niet gekleurd is door subjectieve
vooronderstellingen en verwachtingen
 Volledig obj zijn is onmogelijk  voorstellen aan wet forum (panel v wetenschappers)
 Het is pas als men tot een intersubjectieve overeenstemming komt dat de conclusies worden
geaccepteerd binnen de wetenschap

Mensbeeld en filosofisch gedachtengoed

 Elke wetenschap impliceert een mens- en wereldbeeld
 Ofwel onderliggend bij het formuleren van een nieuw paradigma of vloeit als een onlosmakelijk
conclusie voort uit de opgebouwde theorieën
 Onderliggende mensbeelden
 Organisch mensbeeld: de mensen zien als een geheel/totaliteit waarbij de samenstellende
elementen elkaar beïnvloeden (Gestaltpsychologie en systeemdenken)
 Mechanisch mensbeeld: vergelijkt de mens met een machine, samengesteld uit afzonderlijke
delen met bepaalde eigenschappen (behaviorisme)
 Personalistisch mensbeeld: omschrijft mensen als uniek, mensen zijn scheppers van cultuur en
geven zelf zin aan hun bestaan (humanisme)

2. SITUERING TUSSEN DE WETENSCHAPPEN

Nomothetische en ideografische wetenschappen

[NAAM VAN AUTEUR] 2

,  Nomothetisch: natuurwetenschappen zoals chemie, aardrijkskunde, fysica… Op basis van feiten,
experimenten en deductie proberen zij wetmatigheden te vinden
 Doel = verklaren
 Algemeen geldende regels formuleren
 Ideografisch: geesteswetenschappen zoals geschiedenis, literatuurstudie…
 Doel = begrijpen vd mens
 Unieke en specifieke ontsluieren

Psychologie is beide, begrijpen en verklaren sluiten elkaar n uit bv gedrag v iemand verklaren mr de unieke
beleving begrijpen

3. METHODEN

De methodologie is de discipline die omschrijft aan welke spelregels moet worden voldoen om tot
betrouwbare wetenschappelijke kennis te komen

Drie verschillende soorten methoden

1. Mensenkennis
2. Niet-psychometrische methoden
3. Psychometrische methoden


3.1 MENSENKENNIS

We moeten een onderscheid maken tussen mensenkennis en wetenschappelijk psychologische kennis

 Wetenschappelijke kennis is verkregen via strikte onderzoeksmethoden en is meestal
betrouwbaarder, abstracter en nauwkeuriger dan mensenkennis
 Mensenkennis is subjectief, waardegeladen, cultuurgebonden en niet noodzakelijk universeel


3.2 NIET-PSYCHOMETRISCHE METHODEN

Methoden die geen strikte statistische of cijfermatige onderbouw hebben

6 niet-psychometrische methoden

1. Observatie: systematisch waarnemen en registreren
 Participerende observatie: als observator deelnemen aan het proces waarbinnen hij personen
observeert zonder dat proces te verstoren of slechts minimaal
2. Introspectie: innerlijke zelfwaarneming
3. Interview: meer of minder gestructureerd
 Actief luisteren
 Valkuil: projectie
4. Anamnese: de studie van de ontwikkeling van een bepaalde problematiek (= ontstaansgeschiedenis)
 De gevals- of ontstaansgeschiedenis zoals die subjectief door de persoon is ervaren
 “mijn” visie op de problematiek
 Zoveel mogelijk perspectieven proberen krijgen
 Altijd subjectief
5. Gevalsstudie of casestudy: een intensieve, kwalitatieve bestudering van één praktijkgeval
 Globaal inzicht verkrijgen in een gegeven problematiek
 Brede waaier aan methodes: medische gegevens, anamnese, vragenlijsten, interviews…

[NAAM VAN AUTEUR] 3

,  Diepgaand en zeer gedetailleerd
 Resultaten niet zomaar te veralgemenen
6. Projectieve technieken: projectie = persoon gaat eigen gedachten, emoties en motieven toeschrijven
aan iets of iemand buiten zichzelf
 Testen: Rorschachprent, Thematische Apperceptie Test, House-Tree-Person-test


3.3 PSYCHOMETRISCHE METHODEN

Experiment

 Men zoekt de mogelijke verbanden tussen variabelen
 Variabele = een grootheid die kan variëren, verschillende waarden kan hebben en gemeten kan
worden (temperatuur, lengte, leeftijd, haarkleur…)
 Variabele die gemanipuleerd wordt = onafhankelijke variabele
 Variabele waarop de onafhankelijke variabele invloed heeft = afhankelijke variabele
 Voorbeeld experiment: “Invloed van alcohol op reactietijden bij 18-25 jaar in Vlaanderen”
 Populatie: 18-25-jarigen in Vlaanderen
 Steekproef: minimaal 50 mensen
 Taak: computersimulatie met kleuren
 Variabelen variëren: de ene persoon meer alcohol geven dan de ander (ook bv Jupiler 0.0 geven)
 Experimentele groep: verschillende condities (= verschillende situaties waarin een proefpersoon
kan terecht komen
 Conditie 1: 2 shotjes
 Conditie 2: 4 shotjes
 Conditie 3: 6 shotjes
 Controlegroep (= om het effect van de onafhankelijke variabele na te gaan): mensen geen alcohol
serveren maar wel de taak laten doen
 De onderzoeker meet de gevolgen van de manipulatie van de onafhankelijke variabele op de
afhankelijke variabele
 De waarde van de afhankelijke variabele is afhankelijk van de waarde van de onafhankelijke variabele
(als er een verband is)
 Isolerende variatie = in wetenschappelijk onderzoek wil men alle omstandigheden zoveel mogelijk
gelijk houden, afgezien van de variabelen die men onderzoekt
 Dubbel blind = noch de proefpersonen noch de onderzoekers mogen tijdens het experiment weten
wie in de experimentele en wie in de controlegroep zit

Correlationeel onderzoek

 Men manipuleert geen variabelen
 Men onderzoekt in welke mate veranderingen in de ene variabele samengaan met veranderingen in
een andere variabele
 Uitgedrukt in correlatiecoëfficiënt
 Positief (0 tot +1): als hoge waarden bij de ene variabele ook hoge waarden bij de andere geven
 Negatief (-1 tot 0): hogere waarden voor de ene variabele en lagere waarden voor de andere
 Geen correlatie (0): geen duidelijk verband

Testen

 Altijd relatief en vergelijkend meten
 Voorwaarden
 Normering: vergelijken met scores van een vergelijkbare groep

[NAAM VAN AUTEUR] 4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur PraktijkgerichteOrthopedagogieHoGent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter