PSYCHIATRISCHE ZIEKTELEER
à De hoofdstukken die we moeten kennen uit de les
- Hoofdstuk 2: p28-52
o Tabel 2.7 toont heel gestructureerd de elementen van het psychiatrisch onderzoek
à moeten we goed kennen
- H3.1 en 3.2: p56-62 en p64-77
o Etiopathogenese: ontstaangeschiedenis, welke factoren dragen bij tot het ontstaan
ve psychiatrische stoornis
o De rest van H 3 is niet te kennen
Diagnostiek en classificatie
à Diagnostiek in psychiatrie is heel hard te vergelijken met diagnostisch proces in rest van
geneeskunde
- Mensen komen met een klacht en adhv de anamnese en KO gaan we die klacht helderder
krijgen en gaan we uitdiepen welke andere mogelijke, niet gerapporteerde klachten er zijn
met bijkomend onderzoek à andere zaken diagnostisch uitklaren
à Anamnese
- Speciële anamnese: ‘wie komt er nu met wat en specifiek net nu naar hier?’
- Psychiatrisch interview: brengt op systematische wijze de psychiatrische functies in kaart om
te kijken wat er verder aanwezig is
- In psychiatrie kenmerken veel aandoeningen zich door een gebrek aan ziekte inzicht à veel
mensen beseffen niet dat ze bepaalde aandoening hebben
o Vb psychose: hebben waanideeën, psychoses, die niet kloppen met de realiteit (vb
achtervolging) à deze mensen hebben niet het besef dat wat ze denken, dat dat niet
klopt = eigen aan waansysteem
§ Dan is het interessant om info te gaan vergaren van mensen die de patiënt
goed kennen bv familie, andere zorgverleners zoals huisarts, psycholoog =
hetero-anamnese doen bij gebrekkig inzicht
o Heteroanamnese ook heel nuttig bij iemand die volledig delirant binnenkomt, niet in
staat een gesprek te voeren
à Diagnostische hulpmiddelen
- Labo
1
, - Beeldvorming: vooral van brein om vnl neurologische oorzaken gaan uitsluiten die zorgen
voor het psychiatrisch toestandsbeeld
ð Vooral ter uitsluiting van somatische aandoeningen
DSM systeem
= Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
= een categoriaal systeem, waarin psychiatrische aandoeningen opgeleist worden à soort van een
telefoonboek waarin alle diagnoses aan bod komen met definiëring van criteria
- Doel = kunnen geven van een diagnose
o Bv er zijn 9 criteria voor een diagnose en er zijn er 5 van de 9 aanwezig, zonder
andere mogelijke oorzaak à dan kunnen we bv komen tot de diagnose van een
majeure depressie
- Is een classificatiesysteem DUS niet hetzelfde als tot een bredere diagnostiek komen à
diagnostiek is meer dan het tellen van het aantal symptomen of criteria en zien of die
allemaal aanwezig zijn
- We zijn meer geïnteresseerd in het kader van psychiatrie in bv:
o Welke reeds aanwezige kwetsbaarheid was er?
o Welke stressoren hebben aanleiding gegeven tot het huidige toestandsbeeld?
o Welke comorbiditeiten spelen erin een rol?
- DUS een diagnose is beetje ruimer in een meer psychiatrisch diagnostische contrext dan in
classificatie systeem of DSM
- Voordeel van DSM: een psychiater uit frankrijk en een uit België die over een bepaalde
patiënt spreken à systeem laat toe om hetzelfde toestandsbeeld te laten benoemen
o = unformisatie van classificatie
o Voor het invoeren van de DSM dacht men meer vanuit een bepaalde scholing over
pathologie à veel scholen naast elkaar DUS er ontstond spraakverwarring bij het
praten over diagnose
DSM 5
= Amerikaans instrument, uitgegeven door APA (= American Psychiatric Association)
- Laat vooral toe om dit te gebruiken in een klinische context maar ook in research context à
internationale wetenschappelijke literatuur kan dezelfde beelden benoemen
- Men zegt nooit ‘de DSM is af, hij is klaar’ à men blijft er constant kritisch over nadenken
o Nu een heel modelwijziging over ‘hoe kijkt men naar psychiatrische aandoeningen’ =
hot topic à het zag er al naar uit dat men dit al in de DSM 5 ging implenteren MAAR
is nog in ontwikkeling (mogelijks voor een volgende editie)
- Zoveel mogelijk wetenschappelijke onderbouwing à welke diagnoses vindt men effectief
terug en welke niet
2
, o Is iets dat soms cultureel bepaald is à bv oude edities uit jaren 60-70 waarbij er
bepaalde diagnoses waren die vandaag de dag geen stand meer houden
§ Sommige zaken waren een varriant van het normale à bv homoseksualiteit:
vroeger bij seksuele afwijkingen maar is niet het geval!
à Nu versie 5
- Ondertussen ook weer 7j oud à processen zijn in gang om na te denken over hoe verder
met diagnostiek en welke diagnoses kunnen we weerhouden als valide diagnoses
- Inhoud
o Classificatie van psychische stoornissen met codes
o Diagnostische criteria
o Algemene info over prevalentie, familair voorkomen, leeftijds- sekse en
cultuurspecifieke aspecten
§ Bepaalde demografische gegevens bv ene meer bij mannen, andere meer bij
vrouwen, …
- Uitgangspunten:
o Voor- en tegelijkertijd nadeel van de DSM is dat het iets descriptief is = beschrijft de
symptomen zoals ze er zijn
§ Er zit geen theorie achter, zegt niet ‘zo komt depressie tot stand’
§ Bv depressieve patiënt: DSM zegt ‘zijn er slaapstoornissen,
concentratieproblemen, daling plezierbeleving’
§ Waarom? Men weet niet altijd even goed hoe psychiatrische beelden exact
tot stand komen à klinisch beschrijvende niveau houden om niet vanuit een
conceptuele fout een beeld te beschrijven
o Diagnostische criteria:
§ Objectiveerbaar à bv iemand die maar 2 uur slaapt op een nacht, of 5 of 7
uur
§ Maakt ook dat je een beslisboom kan creëren om uw differentieel
diagnostiek uit te voeren
• Bv onderscheid tussen bipolaire en unipolaire stoornis à aan- of
afwezigheid van manische symptomen zal onderscheid maken
tussen gewone depressie of manisch depressieve stoornis
§ Dus je kan een differentiaal diagnose maken ifv al dan niet aanwezigheid van
bepaalde aspecten, kenmerken, toestandsbeelden
o Systematische beschrijving
o Diagnostische regels als info niet toereikend
- Categorieën
3
, Van categoriele naar dimensionele diagnoses
- DSM systeem komt onder spanning te staan, vnl het feit dat het categoriaal opgesteld is
o Bv patiënt krijgt een diagnose: men zegt ofwel ‘hij heeft de diagnose wel of niet, het
is 0 of 1’ à soms zit je met beelden die mengbeelden zijn van die diagnoses, zitten in
een grijszone tussen 2 diagnoses in en dan kom je in de problemen met het
categorieel systeem
- Realiteit is anders: psychiatrische ziektebeeld is vaak gespreid op een dimensioneel spectrum
- Categoriaal systeem gaat artefacten creëren:
o Indien er een symptoom bijkomt, kan de diagnose ineens verspringen van A naar B
o Er kunnen ziektebeelden verdwijnen doorheen het verloop van tijd à diagnose lijkt
te verdwijnen, maar is niet
o Grijze zones gaan artefact diagnoses creëren
o Omdat mengbeelden niet goed beschreven zijn krijg je een accumulatie van aparte
diagnoses bovenop elkaar à zijn waarschijnlijk een vertekening van wat biologisch
echt gaande is bij de patiënt
à Model: je plaatst bepaalde diagnoses meer op een
spectrum ipv aparte categoriënen:
- Psychotische symptomen
o Zijn kernsymptomen van de linker
aandoeningen,
o Maar kunnen ook optreden ikv een
depressie of manie bij een bipolaire
stoornis
o Zelfs bij een ernstige vorm van ‘normale depressie’ kunnen psychotische symptomen
aanwezig zijn
o DUS over de diagnoses heen zie je psychotische symptomen verschijnen
- Stemmingsymptomen zijn ook over het hele spectrum te observeren
o 50% van de mensen met schizofrenie gaan vroeg of laat een depressie doen
o Bipolaire of depressieve stoornis zijn ‘by definition’ stemmingsstoornissen
- Op een onderliggend niveau ook cognitieve aantasting bv werkgeheugen, planning, aandacht
o Ook aanwezig over de verschillende aandoeningen
§ Bij linker deel van spectrum à aantastingen zijn meer uitgesproken
§ Naar rechts schuift het meer op à hier gaan ze in mindere mate aanwezig
zijn, maar ze zijn er wel
- Heeft allemaal te maken met het feit dat er een overlappende genetische factoren
onderliggend zijn
o In bepaalde families ga je mensen zien met een bipolaire stoornis en een nonkel met
schizofrenie
o Bepaalde genetische kwetsbaarheden gaan leiden tot verschillende beelden en ifv
bepaalde omgevingsfactoren gaat het ene lid maar naar de linkse diagnoses en ander
familielid meer naar rechtse diagnoses
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur pauliena. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €47,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.