Cursus Belastingrecht - Schenk- en erfbelasting 2017-2018 Studenteneditie
Een complete samenvatting gebaseerd op een collegedictaat van alle hoorcolleges. Alle relevante elementen zijn erin opgenomen om een goed resultaat te behalen voor het tentamen. Bovendien zijn de belangrijkste sheets incl. uitleg erin opgenomen. De samenvatting bevat:
-Erven
-Schenken
-Overdrachtsb...
Samenvatting
Vak: Successiewet en WBR (SeWBR)
Collegejaar 2017-2018
,Successiewet en WBR
Openboek tentamen: cursus belastingrecht schenk- en erfbelasting 2017-2018
In tentamen altijd wel een vraag over overdrachtsbelasting m.b.t. erven en schenken.
Successiewet is de belastingwet over het erven en schenken.
Erfrecht: Boek 4 BW, wie erft wanneer iemand overlijdt? -> civiel. Gaan we het niet over hebben.
Fiscaal kijken. Maar erfrecht moet je wel beheersen. Hoofdlijnen erfbelasting! Wie erft?
Juridische motieven
-Draagkrachtbeginsel: dragende beginsel van de erfbelasting. “Er gaat iemand dood met
vermogen, daar kunnen we van heffen”. Sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
-Buitenkansbeginsel: je krijgt ineens zomaar iets in je schoot geworpen dus mag je best belasting
betalen. Het is een buitenkans.
-Beginsel van de minste pijn: Beredenering van de erflater. Hij gaat dood, dus hij heeft er toch geen
last van. Erfgenaam krijgt wat, is iets minder maar enfin.
-Loon naar werken: werk je en moet je belasting betalen heb je inspanning verricht. Inkomen zomaar
door niks te doen moet dan toch ook wel belast worden.
-Profijtbeginsel: Doordat de overheid erfgenamen mogelijk stelt, moet je voor betalen.
Economische motieven
-Welvaartmaximalisatie: je moet het zo verdelen dat de welvaart zo hoog mogelijk is.
-Bedoelde nalatenschappen: Nalatenschap opbouwen met de bedoeling iets na te laten aan
kinderen. Heffing is gerechtvaardigd als het maar niet verstoort. Het kan wel gedragsverandering in
werking stellen. Je kunt namelijk alles opmaken. Erfbelasting heeft hier wel een verstorend element.
-Altruïstisch: je laat iets na omdat je een kik krijgt om het na te laten. 2 personen
hebben hierbij voordeel/nut van 1 nalatenschap.
-Beloningsmotief: je hebt me zo goed behandeld (diensten) dat ik je iets nalaat.
-Onbedoelde nalatenschappen: nalatenschap die onbedoeld is. Sparen voor oudedag
bijvoorbeeld. Je was niet van plan iets na te laten maar het is nu eenmaal zo. Het veranderd je gedrag
niet. Je zult altijd wat sparen. Volgens economen kun je 100% heffen, omdat geen
gedragsverandering.
Belastingen mogen zo min mogelijk verstoren. Je kunt niet kiezen om niet te overlijden. Een belasting
waar je uiteindelijk niet aan kunt ontkomen.
{Teruglezen artikel van de Beer}
Bezwaren erfbelasting:
-Dubbele heffing: het is al eens belast als vermogen of inkomen bij de erflater. Dan wordt het ook nog
eens belast als erfenis.
-Privé: het is wat je geeft of krijgt van een ander (vermogensoverdracht), en daar heeft de overheid
niks mee te maken. Bij IB komt het uit economisch verkeer.
Het is meer een gevoelskwestie. Zijn maatschappelijke opvattingen over. Over inkomen waar je voor
werkt betaal je 52% soms en een erfenis waar je niks voor hoeft te doen slechts 10%.
We heffen van individuen. Subjectieve belastingplicht. Elk subject moet je gelijk belasten, dat brengt
het gelijkheidsbeginsel met zich mee.
Grootste vermogensbestandsdelen in nalatenschap zijn: woning en bank-spaartegoeden.
,Casus Pim
7 maand oude aandeelhouder omdat ouder aandelen op naam van Pim heeft gezet. Geen
erfbelasting betalen indien vader overlijdt, omdat aandelen al in bezit zijn van Pim = particularistisch
principe: je moet zorgen voor je nabestaanden.
Casus Sting
Heeft al zijn kinderen onterft. Ze moeten het zelf maar doen. De dood in de pot. Iedereen moet
gelijke kansen hebben. =Universalistische principe: we hebben het pad voor ze gebaand, maar daarna
moeten ze het zelf doen want dat moesten wij ook. Equality idee. Iedereen gelijke kansen.
Naarmate de nalatenschap groter wordt, is het minder onbedoeld. Naarmate je vermogen toeneemt
ga je afvragen wat je ermee zal doen. Kleine nalatenschappen zou je dan meer moeten belasten dan
grote nalatenschappen, maar dit strookt niet met draagkrachtbeginsel. Naarmate nalatenschap
groter wordt heb je een hogere beloningsmotief. Jonge erflaters laten onbedoeld na. Oude erflaters
laten bedoeld na. Want je bent er dan meer mee bezig. Jonge nalatenschappen zouden dan meer
belast moeten worden dan oude erflaters.
Erfbelasting
Erflater woont in Nederland t.t.v. overlijden. Maar we heffen van de erfgenaam. Is dat niet gek?
Omdat het overlijden wordt geregistreerd.
Schenkbelasting
Schenker woont in Nederland t.t.v. schenking. Maar we heffen van de verkrijger.
Moeten we niet naar woonplaats van de verkrijger? Is risicovol, omdat alle andere landen ook van
woonplaats van erflater/schenker uitgaan. Je kunt als erfgenaam uit NL vertrekken en dan betaal je
geen belasting. Mismatch buitenlandse situatie voorkomen.
Recht van overgang: Erflater/schenker woont niet in NL, maar laat binnenlandse situsgoederen na. =
vervallen per 1 januari 2010. Was in strijd met EU. Andere landen kennen deze heffing (nog) wel.
Hebben deze nog niet afgeschaft.
situatie ontstaan dat 2 landen willen heffen d.m.v. woonplaats vs situsgoed (recht van overgang).
Daarvoor kennen we verdragen voorkoming dubbele heffing.
Woonplaats van erflater/schenker leidt tot onbeperkte belastingplicht. Dan doet het er niet toe waar
de verkrijger zich bevindt. Je wordt belast voor de wereldnalatenschap.
Beperkte belastingplicht (recht van overgang)
-Beperkt aantal vermogensbestandsdelen. Art 5 lid 3 t/m 6 SW (oud)
-Woonplaatsfictie (art 3 lid 1 SW): iedere NLer die woonplaats metterwoon verlegt binnen 10
jaar overlijdt of een schenking doet, wordt geacht in NL te wonen.
zou in strijd zijn met EU-recht, maar alle claims afgewezen.
, Tarieven (art 24 lid 1)
Tarieven erf- en schenkbelasting zijn hetzelfde.
Meerdere verkrijgingen worden vaak samen genomen (art 25 t/m 28) omdat het om een
tijdstipbelasting gaat. Het knoopt aan bij 1 specifieke gebeurtenis: doodgaan + schenken.
Anders zou je denken: ik schenk je nu 5000 euro en gebruik de vrijstelling. Paar uur later nog eens en
opnieuw de vrijstelling benutten. Dat kan natuurlijk niet. Alles in een kalenderjaar samengeteld.
Wie is partner? [art 5a AWR + art 1a SW]
-Echtgenoten
-Gehuwden en geregistreerden (onderdeel a)
-tenzij van tafel en beld gescheiden (lid 3 jo. Boek 1, titel 10 BW): huwelijk in stand blijft maar
vermogensrechtelijk uit elkaar zijn.
-Samenwonenden
Notarieel samenlevingscontract + samenwonen
Zes maanden aan die eis hebben voldaan (om misbruik te voorkomen: hoge partnervrijstelling)
Indien geen notarieel samenlevingscontract dan partner als je >5 jaar samenwoont.
Uitzonderingen staan in art 1a SW.
Kleinkinderen hebben een verhoging om generationskipping te voorkomen. Je laat dan vermogen na
aan je kleinkinderen, om heffing in het vervolg te voorkomen.
Vrijstellingen
Vrijstelling van partners wordt verminderd indien pensioenvrijstellingen worden verkregen
(pensioenimputatie) art 32 lid 2. Partnervrijstelling in leven geroepen om verzorgen langstlevende te
garanderen. Partnerpensioen zorgt al voor een verzorging in levensbehoeften.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Diony. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.