Algemene Economie
Inhoudsopgave
1: Wat is Economie?.........................................................................................................................................2
2 : Marktmechanisme.......................................................................................................................................6
3: Consumentengedrag..................................................................................................................................15
6: Marktimperfecties & rol overheid..............................................................................................................34
7: Productie, inkomens en bestedingen, macro-economische benadering.....................................................40
8: Economische groei & ontwikkeling.............................................................................................................45
10: Macro-economische evenwicht op KT en LT............................................................................................54
11: Consumptie, investeringen & Aggregatieve vraag....................................................................................59
12: Budgettaire politiek (gesloten economie met overheid)..........................................................................64
13: Monetaire politiek....................................................................................................................................67
14: Werkloosheid, inflatie, Phillips-curve.......................................................................................................73
,1: Wat is Economie?
= object, doel en methode van economische wetenschap (welbepaalde manier inzicht geven in hoe onze
maatschappij zich organiseert)
2. fundamenteel economisch probleem: veelvuldige behoeften versus schaarse middelen
Menselijke en maatschappelijke behoeften
Schaarse middelen en noodzaak te kiezen
o Individu
o Huishoudens
o Bedrijven
o Overheid
Het maken van keuzes en opportuniteitskosten (werkelijke kosten van gemaakte keuze zijn niets
anders dan waarde van beste alternatief dat men opgeeft door deze keuze maken)
Economische goederen: Behoeften:
- Nuttig - Talrijk
- Schaars (vs. <vrij>) - Wisselend
- Alternatief aanwendbaar - Hiërarchie
Productiefactoren: - ondernemersinitiatief
- Arbeid
- Kapitaal
(basisbehoeften, materiele behoeften,
- Natuur
individuele behoeften en collectieve behoeften
Economie (def!) = economische analyse
gaat na hoe beslissingsmakers (mensen, bedrijven, overheden, andere organisaties) keuzes maken
en wat daarvan de private en maatschappelijke gevolgen zijn
(Scitovsky) => economie is sociale wetenschap die tot voorwerp heeft het beheer van schaarse middelen
3 beheersproblemen:
1. volledige aanwending vd schaarse middelen (stabilisatieprobleem) veel activiteit, te weinig input
2. allocatie (toewijzing) vd schaarse middelen (allocatieprobleem) moeten alle middelen gebruiken?
3. distributie (verdeling) vd economische goederen ts eco subjecten (verdelingsprobleem) discussies
productie:
wat? Hoeveel? Wordt beslist in welke hvlh, rekening houdend met niet-onuitputtelijk beschikbare goed
Hoe? Combinaties productiefactoren
Waar? Locaties van inputmarkt
Voor wie? In ruil voor loon bieden mensen arbeidsprestaties aan
micro-economie => bestudeert gedrag van eco agenten (consument, producent) allocatie en distributie
, individueel & onderling
macro-economie => bestudeert invloed allocatieprobleem van arbeid & kapitaal op werking van eco (ook
stabiliteitsprobleem)
3. Het productieproces: productiefactoren
Primaire productiefactoren:
o Arbeid: fysisch, intellectueel
o Natuur: grond, lucht, ruimte, klimaat
Afgeleide productiefactoren:
o Kapitaal: gebouwen, machines, infrastructuur (<omwegproductie>)
Ondernemersinitiatief: menselijk kapitaal
Productiefunctie: X = f(L, N, K)
=> geeft relatie ts hvlh productiefactoren (inputs) en hvlh eco goederen (outputs)= X
3 productiefactoren: hvlh arbeid (L), natuur (N), kapitaal (K), incl. ondernemersinitiatief
productieproces:
Meerdere productiestadia
Inzet arbeid, kapitaal, natuur met als doel de productie van eco goederen
Consumptiegoederen en kapitaalgoederen
K en N (vast), L (variabel)
toename hvlh arbeid ook productie toeneemt, hoewel toename steeds kleiner => afnemend marginaal
product/ afnemende fysieke meeropbrengsten
toename arbeid zorgt voor zelfde toename productie => constant marginaal product/ constante
fysieke meeropbrengsten
Productiemogelijkhedencurve (K, N constant & L alternatief aanwendbaar)
= curve die alle combinaties van productie van economische goederen die mogelijk zijn bij volledige
aanwending vd beschikbare productiefactoren
, Illustreert begrippen: schaarste/ opportuniteitskost/ keuzeprobleem
omvat 2 beheersproblemen: volledige aanwending (stabiliteits) & allocatie middelen
techno vooruitgang schaalvoordelen (++ prod met – arbeid) tijd verschuiven curves naar boven, minder
arbeid
figuur aangeven wat produceren met maximale input
punten (a, b, c, … a: alles inzetten op graan en geen
kleding produceren
delta graan/ delta kleding: wat is verandering in prod
van graan ten gevolge van prod kledij?
Verruiming productiemogelijkheden:
Meer productiefactoren (natuur, kapitaal, arbeid, ondernemersinitiatief)
betere productiefactoren:
Arbeidsverdeling (Adam Smith, speldenfabriek)
Techno vooruitgang
Nieuwe eco ordening/instituties
Technologische voouitgang: X = f(L, N, K, T)
Methodologische aspecten vd eco analyse:
- Hypothesen
o Homo economicus (optimaliseren gedrag en prikkels)
o Partiële analyse: ceteris-paribus-clausule
- Marginaal principe
- Positieve en normatieve analyse
- Statische versus dynamische analyse
- Deductieve en inductieve methode
- Experimenten
- Econometrie (economie + wiskunde + statistiek)