Hoofdstuk 1: veiligheid in een chemisch
labo, veiligheidsbegrippen en risico-
analyse
Preventie en bescherming
Veiligheidssignalisatie – preventie incidenten
CBM - collectieve beschermingsmiddelen bv. trekkasten, opvangbakken, brandkasten
PBM – persoonlijke beschermingsmiddelen bv. labojas, veiligheidsbril, kledijvoorschriften,
afspraken, ..
Chemicaliën
Risicofactoren van chemische producten à via:
Etiket: info over aard product, mogelijke gevaren, voorzorgsmaatregelen
• Gevarensymbolen
• GHS: H & P zinnen
• Fysicochemische parameters (Tkpt, r, ..)
• Naam/adres leverancier
• …
Vakliteratuur: veiligheidsinformatiebladen
• SDS fiches (safety data sheets)
• Chemiekaarten
• Merck index
• Gevarendiamant
GHS: Globally Harmonized System
Wereldwijd systeem voor indeling en etikettering chemische stoffen op basis van
gevaareigenschappen
Initiatief VN
Doel = hoog niveau bescherming milieu/gezondheid + vrij verkeer stoffen mengsels (vroeger
verschillen tussen toxisch, nu: overal hetzelfde)
CLP: Regulation on Classification, Labelling and Packaging
CLP verordening voert GHS in EU in
Regels binnen EU
Regels voor het leveren,labelen, gebruik van gevaarlijke stoffen, …
Nederlandse werknaam: CLP of EU-GHS
1
,EU-GHS
Chemische stoffen/mengsels ingedeeld in gevarenklassen/categorieën naargelang aard
gevaarlijke eigenschappen + ernst gevaar.
• Criteria voor classificatie:
o Fysische gevaren
o Gezondheidsgevaren
o Milieugevaren
o (gevaar voor ozonlaag: enkel in EU)
• Gevaarklasse: met gevaarssymbolen
o Fysische gevaren: 16 klassen: ontvlambaar, oxiderend, ontplofbaar, gas onder
druk, …
o Gezondheidsgevaren: 10 klassen: giftig, gevaarlijk, corrosief, schadelijk, …
o Milieugevaren: 1 klasse milieugevaarlijk
• Categoriën: bv. bij ontvlambaar à 3 categoriën afhankelijk vh vlampunt (1 gevaarlijk)
• Elke categorie heeft signaalwoord
o Gevaar (DANGER): meest gevaarlijk binnen klasse
o Waarschuwing (WARNING): minder gevaarlijk binnen klasse
• Etikettering
• H(azard) en P(recautionary) zinnen
o H-zinnen
§ Zin, ingedeeld bij gevarenklasse
en categorie die aard /
intrinsieke eigenschap beschrijft
van gevaarlijk prooduct en van
het risiconiveau
§ Geen combinatie
o P zinnen
§ Beschrijft aanbevolen maatregel
om nadelige effecten te
voorkomen / minimaliseren die
het gevolg zijn van blootstelling
aan een gevaarlijk product
§ Wel combinatie
2
,VN-GHS
Bepaalde richtlijnen niet opgenomen à toegevoegd met EUH
Bv. EUH059: gevaarlijk voor de ozonlaag
Opslag
Chemiekaarten
• Gevaarlijke eigenschappen
• Welke preventie maatregelen
• Wat bij ongeval
• Hoe gemorste stof opruimen
• Stof opslaan
• Stof gecodeerd
• Afvalcategorie
Merck index
Meer informatie, encyclopedie
(M)SDS-fiche
• Veel informatie risico’s gevaarlijke stof
3
,Gevarendiamant
Samenvattend
Algemeen:
- Gevaar = overal
- Binnenkrijgen via ademhaling, spijsvertering, huid
- Leiden tot verschillende (ernstige) aandoeningen
Informatie:
- Etiket
- SDS / chemiekaarten
- Gevarendiamant
Preventie
- Aan de bron risico’s aanpakken
- CBM
- PBM
4
,Chemische producten
Product:
- DIRECT terug op juiste plaats na gebruik
- Juiste stop gebruiken (geen contaminatie verschillende stoffen)
- Fles vastnemen bij buik (etiket onder de handen)
Product losmaken
- Geen glazen staaf à metalen spatel
Zuren verdunnen
- Zuur in water gieten! Geen zuren dopen! à want zo kan er veel warmte vrijkomen
waardoor zuur kan opspatten (brandwonden) en glaswerk kan breken)
Afval
Afval NOOIT in gootsteen
- Vloeibaar à afvalschema
o Gehalogeneerde
o Solventen
o Zuren
o Basen
- Vast
o Specifiek afval à labelen
- Recuperatie
o Bvb. Aceton
Afval (zie practica)
- Afvoer
o Eind lab of recipiënt vol
o 2 studenten (nooit alleen)
- Afvalbak
o Geen papier/vod met vluchtige/brandbare stof
o Geen zelfontbrandende stoffen
- Indicatorpapier
o Met glazen staaf druppel op papier à zuur/base à indeling afval
- Laboglas
o Verontreinigd glas chemicaliën, pyrex, borosilicaatglas
o Geen biologisch besmet laboglas
- Papier & karton: geen tork (restafval) (tork met aceton eerst trekkast)
- Laboplastiek: curvetten, handschoenen, tipjes,
Evacuatie
Alles laten liggen à deur à deuren en ramen sluiten à naar plaats
5
,Veiligheidsbegrippen
Des te makkelijker damp of brandbare stof gevormd kan worden, des te makkelijker brand.
Hangt af van: dampspanning, kookpunt, …
Dampspanning (dampdruk)
Verzadigde druk die uitgeoefend w door gasfase stof die in evenwicht is met vloeibare/vaste
fase
Hoeveelheid gasdruk die damp vloeistof heeft bij bepaalde temperatuur
à maat voor vluchtigheid van een stof bij T.
à dampspanning vluchtige stof
In mbar, Pa, kPa, hPa
1 mbar = 0,1 kPa = 1hPa = 100 Pa
Bv. aceton 247 mbar bij 20°C, 814 bij 50°C
Vlampunt
= laagste temperatuur waarbij voldoende damp boven vl ontstaat om te k ontbranden
(bij atmosferische druk = 1013 mbar)
à ¯ Vlampunt ontvlambaar (nog wel ontstekingsbron + O2 nodig)
Bv. ether -45°C à zelfs in de koelkast k explosie veroorzaken (brandkast)
Categorie 1: Zeer licht ontvlambaar < 0°C
Categorie 2: licht ontvlambaar <23°C
Categorie 3: ontvlambaar 23°C - 60°C
Zelfontbrandingstemperatuur
= laagste temperatuur waarbij stof vanzelf ontbrandt
(niet altijd ontstekingsbron nodig: proces spontaan) (O2 nodig)
Diethylether= 175°C
Ethanol = 363°C
O2 kan zelfontbrandingstermperatuur doen dalen
à reden waarom oxiderende stoffen niet samen met ontvlambare stoffen bewaard.
Relatieve dichtheid
Dichtheid tov water r = 1 g/mL
r stof < 1 à drijft op water
r stof > 1 à zinkt in water
Relatieve dichtheid bij 20°C van een verzadigd damp/luchtmengsel
Dichtied damp tov lucht r = 1 g/mL
(damp die boven vl ontstaat)
r damp/lucht mengsel < 1 à damp stijgt naar boven
r > 1 à damp zakt naar beneden (à ophopen à ontstekingsbron laten ontsteken)
6
,Bv. aceton 1,2 g/mL
Kerosine 0,8 g/mL à zelf laag bij de grond blijven
Explosiegrenzen
Bepalen gebied waarbinnen mengsel van lucht met gas, damp, nevel of poeder bij
ontsteking k ontbranden/exploderen
V% : hoeveelheid gas in ruimte tov totale volume
LEL = lowest explosion limit
kleinste concentratie die je met ontstekingsbron k aansteken
Te weinig stof, te veel lucht
UEL = upper explosion limit
Hoogste concentratie die je met ontstekingsbron k aansteken
Te veel stof, te weinig lucht
MOC = minimum oxygen concentration à 14-15% O2 à vuur k nt branden à doven
Bv. benzine: 2,6 – 8 v%
Verzopen motor à zal niet meer starten à zal dus niet meer ontsteken à
dampconcentratie > 8v% (even wachten meer O2)
Berekening explosiegevaar adhv dampspanning
Xyleen: 8,0 mbar
LEL: 1,2 v%
UEL: 7 v%
𝑑𝑎𝑚𝑝𝑠𝑝𝑎𝑛𝑛𝑖𝑛𝑔 8,0 𝑚𝑏𝑎𝑟
× 100 = × 100% = 0,8 𝑣% → 𝑛𝑖𝑒𝑡 𝑖𝑛 𝑒𝑥𝑝𝑙𝑜𝑠𝑖𝑒𝑔𝑒𝑏𝑖𝑒𝑑
𝑙𝑢𝑐ℎ𝑡𝑑𝑟𝑢𝑘 1013 𝑚𝑏𝑎𝑟
MAC-waarden
= maximale aanvaarde concentratie van gas, damp, nevel, stof in lucht op werkplaats
(geen MAC ¹ stof zonder risico)
In mg/m3
In ppm (mL/m3) (cm3/m3) (g/m3)
MAC TGC = tijd gewogen gemiddelde (meestal over 8u)
MAC C= absolute grens (C = ceiling)
Inhalatierisico
𝑑𝑎𝑚𝑝𝑠𝑝𝑎𝑛𝑛𝑖𝑛𝑔 𝑝
𝑀𝐴𝐶 − 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒
LD-50
LD: Lethale (dodelijke) dosis
Dosering waarbij 50% van onderzochte proefdieren sterft.
Hoe lager LD-50, hoe giftiger de stof (al bij lage dosis giftig voor 50%)
7
,Hoofdstuk 2: veiligheid: risico-analyse
Methode van Kinney
Risico’s waarmee labomedewerker in aanraking kan komen à maatregelen die moeten
genomen worden ten behoeve van de veiligheid en gezondheid.
Risico
= kans op ongewenst effect bij uitvoeren activiteit
Veiligheidsprogramma binnen het departement WT = preventiebeleid
Doel: preventiebeleid
Inhoud: risico’s correct inschatten via risicoanalyse à JSA: Job Safety analyse à
maatregelen om risico’s te beperken (preventieve maatregelen)
Uitvoeren van risico-analyse
Stap 1: gevaren identificeren
Stap 2: blootgestelde identificeren
Stap 3: riciso’s identificeren
Stap 4: risico’s beoordelen
Stap 5: risicobeheersing
Stap 6: risico’s opnieuw beoordelen na het nemen van de preventieve maatregelen
à risicobeoordeling adhv methode van Kinney
Methode van Kinney
Risicobeoordeling: frequentie / kans / ernst
à mathematische beoordeling
à eenvormige manier om potentiëte risico’s te evalueren
Frequentie: aantal x bepaalde handeling (idee blootstellingsgraad risico)
8
, • F = 10 voortdurende blootstelling bv. student op trap
• F = 0,5 zeer zeldzame blootstelling bv. student gasfles vervangen
Kans: kans ongewenste gebeurtenis
• K = 10 situatie leid quasi zeker tot ongeval
• K = 1 leid slechts op langere termijn tot ongeval
Ernst: ernst ongewenste gebeurtenis
• E = 10 catastrofe bv. struikelen en nek breken
• E = 1 bijna ongeval bv. struikelen zonder letsel
Risicowaarde
Risicogetal R = F x K x E
à helpt om mogelijke gevaren te rangschikken naar ernst en zo weten waar eerst aan
risicobeheersing te doen
Risico-beheersing = maatregelen nemen om risico’s te beperken
Bv. Telenet graaft put om internet aan te leggen
F à er passeren veel studenten à 10
K à vallen is goed mogelijk à 6
E à kans op ernstig letsel à 15
R = 900 à groot risico à stopzetting overwegen à uitstellen tot schoolvakantie of andere
maatregelen: put afbakenen à kans zal verminderen à R verlaagd
9
, Maatregelen
• Risico elimineren
Bv. gevaarlijk product vervangen door
ongevaarlijk
• Risico verminderen
Bv. destillatie brandbaar solvent:
verwarmingsmantel ipv bunsenbrander
• CBM
Bv. zuurkrast
• PBM
Bv. labojas, bril, handschoenen
• Waarschuwing en instructies
Bv. duidelijke procedure voor experiment
à waarden die je geeft is een persoonlijke risicobeleving die afhankelijk is van:
- Kennis en informatievoorziening
- Gewoonte (minder oplettend)
- Beheersbaarheid van het risico
- Tijdsduur waarna schadelijke effecten optreden (bv. meteen uitslag = oplettender)
- Afstand tot risicodragende activiteit
- Culturele achtergrond
10