Dit is een samenvatting van het vak ondernemingsrecht. Het bevat alle slides, extra uitleg en mogelijke examenvragen van het 2de jaar aan de KDG Antwerpen Hogeschool.
Ondernemingsrecht
samenvatting
Inhoud
1. Wettelijke context
2. Vennootschap
3. De betrokkenen bij vennootschappen - in het kort
4. De effecten
5. Oprichting
6. Het bestuursorgaan
7. Rapportering bij de jaarafsluiting
8. De commissaris
9. De algemene vergadering van aandeelhouders
10. Wijzigingen aan en behoud van eigen vermogen
11. De algemene vergadering van obligatiehouders
12. Herstructurering van vennootschappen
13. Omzetting van een vennootschappen
14. De ontbinding en vereffening van de vennootschap
15. Geschillenregeling
16. De minder courante vennootschapsvormen
17. De verenigingen
18. Inwerkingtreding en overgangsbepalingen
1. Wettelijke context
Het wetboek is onderverdeeld in boeken, bijvoorbeeld boek 1 is de ‘Inleidende bepaling”. De
maatschap (Boek 4) is een apart boek en zit niet mee in boek 2 omdat het geen
,rechtspersoonlijkheid heeft dus de regels zijn niet van toepassen. We bekijken de kader als
een huis van de wetgeving van vennootschappen en verenigingen
Boek 15, 16, 17 en 18 gaan we niet behandelen
2. Vennootschap
Leerdoelen
• Je kan de essentiële elementen van de definitie van de vennootschap opsommen.
• Je kan toelichten wat het onderscheid is tussen de vennootschappen enerzijds en de
verenigingen anderzijds.
• Je kan een vennootschap categoriseren.
• Je kan bepalen welke banden tussen vennootschappen bestaan.
• Je kan een vennootschap indelen op basis van grootte en geeft de gevolgen hiervan
weer.
• Je kan het systeem van erkenning van vennootschappen beschrijven.
2.1 Begrip
VENNOOTSCHAP
- Je hebt een bepaalde inbreng nodig bijvoorbeeld een bepaald goed of geld. Dan is het aan
de vennootschap om dit te gebruiken en winst mee te maken.
- Wordt opgericht door 1 of meer personen
- Een vennootschap wordt opgericht door een rechtshandeling, het heeft als doel
rechtsgevolgen te hebben en is dus geen rechtsfeit.
- Eén van de doelen is het vermogensvoordeel en dus winst maken voor de aandeelhouders
- Het voorwerp is 1 of meer activiteiten, een onderneming mag geen handelingen doen dat
niet te maken hebben met hun onderneming, anders zijn deze nietig.
TIP: Een rechtsfeit is niet doelbewust, het is een feit dat rechtsgevolgen heeft. Als je tegen
een buskotje rijd moet je dat dus betalalen. Een rechtshandeling ontstaat wel met opzet en
heeft als doel rechtsgevolgen te hebben.
VERENIGING
- Het is een overeenkomst tussen 2 of meer personen
- Er is geen vermogensvoordeel, de winst mag niet worden uitgedeeld. Ze mogen winst
maken maar het moet terug worden geinvesteerd in de onderneming.
- Het voorwerp is 1 of meer activiteiten, een onderneming mag geen handelingen doen dat
niet te maken hebben met hun onderneming, anders zijn deze nietig.
- De onderneming moet een belangeloos doel hebben bijvoorbeeld bij KDG is dat studenten
onderwijzen.
Bijvoorbeeld: Een VZW
STICHTING
- Het heeft 1 of meer stichters/bestuurers maar geen leden.
- Een vennootschap wordt opgericht door een rechtshandeling, het heeft als doel
rechtsgevolgen hebben en is dus geen rechtsfeit.
- De onderneming moet een belangeloos doel hebben bijvoorbeeld bij KDG is dat studenten
onderwijzen.
,- Het voorwerp is 1 of meer activiteiten, een onderneming mag geen handelingen doen dat
niet te maken hebben met hun onderneming, anders zijn deze nietig.
- Er is geen vermogensvoordeel, de winst mag niet worden uitgedeeld. Ze mogen winst
maken maar het moet terug worden geinvesteerd in de onderneming.
Het grootste verschil tussen een Vennootschap en Vereniging/Stichting
= Het doel van een Vennootschap is winst maken en dit hierna uitkeren aan de
aandeelhouders of vennoten. Bij de Vereniging of Stichting moet je de winst herinvesteren in
de onderneming.
Andere noodzakelijke elementen zijn...
- Rechtsvorm: Je bepaald de identiteit van de onderneming aan de hand van de rechtsvorm.
Bijvoorbeeld Bv, Nv, Cv, ...)
- Naam: Je mag geen vennootschap oprichten met een bestaande naam
- Zetel: De plaats waar de onderneming gevestigd is volgens de statuten.
- Nationaliteit: Dit is waar de zetel/onderneming gevestigd is. Bv. België -> Op deze manier
kunnen we weten dat de ondernemingen bestuurd worden volgens het Belgisch
vennootschapsrecht.
Als we de nationaliteit van een onderneming willen weten kunnen we gaan kijken naar...
1. Statutaire zetelleer: We gaan kijken naar de statutaire zetel dus vanuit de statuten
2. Werkelijke zetelleer: Dit is waaruit de vennootschap bestuurd wordt dus de voornaamste
vestiging (Wordt niet meer toegepast)
2.2 Categorieën van vennootschappen
1. Handelsvennootschap en burgerlijke vennootschap
= Verschil bestaat niet meer.
2. Met of zonder rechtspersoonlijkheid
Een rechtspersoon heeft een zelfstandige en autonome entiteit
- Heeft een eigen identiteit: Hierdoor gaat die zelf drager worden van rechten en plichten
- Afgescheiden vermogen: Schuldeisers kunnenniet aan het vermogen van de vennootschap
- Eigen organen: Heeft eigen bestuursorganen
→ Rechtspersoonlijkheid betekend dat de natuurpersoon of rechtspersoon drager kan zijn
van rechten en plichten, Het bestaat vanuit het recht.
Een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid... (Maatschap)
- Heeft geen afgescheiden vermogen onderverdeelheid
- Er wordt verhaal gedaan op het privevermogen van de vennoten door schuldeisers
Feitelijke vereniging = Heeft geen rechtspersoonlijkheid
Vereniging met rechtspersoonlijkheid = VZW en IVZW
Stichting met rechtspersoonlijkheid = WVV
EXAMENVRAAG: Je klant (een maatschap) kan zijn huurovereenkomst niet betalen, welke
acties kan je ondernemen?
, = De aandeelhouders/vennoten van de maatschap moeten de huur betalen met hun eigen
vermogen. Omdata de matatschap geen rechtspersoonlijkheid heeft, zijn de aangekochte
goederen bijvoorbeeld een auto, in onverdeelheid tussen de aandeelhouders. Dit wil zeggen
dat een schuldeiser van de aandeelhouder zomaar beslag kan nemen op het deel dat de
aandeelhouder in bezit heeft in de maatschap.
3. Met of zonder beperkte aansprakelijkheid
- Beperkte aansprakelijkheid = De aandeelhouders worden gehouden tot hun inbreng.
-> We zien het als een muur tussen het vermogen van de aandeelhouders en de vereniging.
- Onbeperkte aansprakelijkheid = De vennoten worden gehouden met heel hun vermogen
We hebben 2 uitzonderingen
1. Oprichtersaansprakelijkheid: De allereerste aandeelhouders zijn de oprichters. Deze
verschijnen bij de het tekenen van de oprichtingsakte. Hierbij riskeren ze
oprichtersaansprakelijkheid. Stel er zijn problemen tijdens de oprichting bij bijvoorbeeld de
inbreng, dan kunnen ze aansprakelijk worden gesteld.
Als de vennootschap failliet ga binnen de 3 jaar na het krijgen van de rechtspersoonlijkheid,
gaan we kijken of er voldoende aanvangsvermogen was om de toekomstige activiteiten
gedurende 2 jaar zonder probleem verder te zetten. Hierbij gaan we het financieel plan
opvragen dat bij de notaris ligt. Als blijkt dat het aanvangsvermogen ontoereikend was voor
het uitoefenen van de normale activiteiten, kan je als oprichter aansprakelijk worden
gesgteld naar een verhouding dat de rechter toekent. (Art 5:16, 2de puntje)
Voorbeeld: Je hebt een brand van 1 miljoen in je magazijn en de rechter ziet dat je 200 00
euro aanvangsvermogen had, dan zegt die “Je had 400 000 euro moeten hebben dus je moet
nog 200 000 euro bijleggen.
2. Contractueel: Art. 5:16. Niettegenstaande andersluidende bepaling, zijn de oprichters
jegens de belanghebbenden hoofdelijk aansprakelijk: 1° voor de schade die het onmiddellijke
en rechtstreekse gevolg is, hetzij van de nietigheid van de vennootschap uitgesproken op
grond van artikel 5:13, hetzij van het ontbreken of de onjuistheid van de vermeldingen
voorgeschreven bij artikel
MAW = "Zelfs al zegt een bepaalde bepaling het anders, we gaan er geen rekening met
houden en het gewoon toepassen.
4. Personenvennootschap en kapitaalvennootschap
Personenvennootschap = Het is gebonden aan de persoon van de vennoten
- Gesloten
Kapitaalvennootschap (= Eigenvermogenvennootschap): De inbreng staat hier centraal.
- Open
Verschil rechtspersoon en een natuurpersoon = Rechtspersonen ontstaan door het recht
bijvoorbeeld een Nv en een Bv. De natuurpersonen bestaan door de natuur dus bijvoorbeeld
ik als student. Natuur en rechtspersonen hebben een rechtspersoonlijkheid dus dit wil
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Annedevoeght. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.