Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Nederlands: argumentatiestructuren en drogredenen. €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Nederlands: argumentatiestructuren en drogredenen.

 5 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Type

In deze samenvatting vind je alle informatie over drogredenen, argumentatiestructuren, etc.

Aperçu 2 sur 7  pages

  • 25 mai 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 4
avatar-seller
Nederlands: Theorie / 3
Manieren om een pakkende inleiding te schrijven:

- Begin met een of meer directe vragen.
- Begin met een stelling, gevolgd door een vraag (vraag geeft hoofdonderwerp aan)
- Begin met Retorische vraag; een vraag waarop je geen antwoord verwacht
- Begin met een verassende, uitdagende, shockerende of sarcastische openingszin.
- Begin met een constatering; je stelt vast dat een bepaald verschijnsel of bepaalde
ontwikkeling plaatsvindt.
- Begin met een korte anekdote; een kort grappig of verassend verhaaltje.
- Begin met een citaat.

In het middenstuk (kern) behandelt de schrijver het onderwerp echt. Hij behandelt meestal elk
deelonderwerp uit in een aparte alinea.

Verschillende tekststructuren:

Voor-en-nadelenstructuur; Een verschijnsel met duidelijke voor- en nadelen.
‘Wat zijn de voor- en nadelen?’
Slot: afweging, conclusie of samenvatting. (Uiteenzetting / Beschouwing / Betoog)
Vroeger-en-nu-structuur; Het gaat om een ontwikkeling in de tijd (verleden – heden)
Het accent ligt op de scherpe tegenstellingen tussen het heden en het verleden.
Slot: Samenvatting, conclusie, aanbeveling. ‘Wat is er veranderd?’ (Uiteenzetting /
Beschouwing / Betoog)
- Vroeger-nu-toekomststructuur; Het gaat om ontwikkelingen, maar hier valt het accent op de
geleidelijkheid (Verwachtingen die er tot nu zijn geweest – Wat wordt verwacht)
‘Wat is er al veranderd en wat gaat er nog veranderen?’
Slot: Uiteenzetting, beschouwing of betoog. (Uiteenzetting / Beschouwing / Betoog)
- Probleem-en-oplossingstructuur; Problemen worden genoemd en daarna oplossingen
‘Op welke manier(en) kan het probleem worden opgelost?’
Slot; Afweging, aanbeveling of samenvatting. (Betoog / Beschouwing / Uiteenzetting)
- Verschijnsel-en-verklaringstructuur; Er wordt een verschijnsel genoemd + verklaringen
‘Welke verklaringen zijn er voor dit verschijnsel gegeven?’
Slot: Samenvatting, aanbeveling of conclusie (Uiteenzetting / Beschouwing)
- Bewering-en-argumentstructuur; Er is een bewering gegeven + argumenten en het
weerleggen van tegenargumenten ‘Waarom is…. Waar?’
Slot: Conclusie (Betoog)
- Verschijnsel-en-besprekingstructuur; Er wordt een verschijnsel genoemd en allerlei aspecten
van dit verschijnsel. ‘Welke aspecten kent dit verschijnsel?’
Slot: Samenvatting (Uiteenzetting / beschouwing)

Met citeren wordt letterlijk overnemen bedoelt, je begint de citaat met een hoofdletter en eindigt
met een punt. Je schrijft die tussen aanhalingtekens en noteert de regelnummers. Bv.
‘Ik heb dat niet gedaan!’ (Regel 21 – 24) of Ik heb….. niet gedaan (regel 21 – 24)

- Feitelijke uitspraak: Zeer aannemelijk / waarschijnlijk volgens de schrijver (feiten)
- Waarderende uitspraak: Niet-feitelijk, mening; slecht, mooi, ongepast, waardeloos.

, Nederlands; Basisbegrippen H3

- Standpunt / Stelling = Een uitspraak / bewering over een bepaald onderwerp. (Subjectief /
waarderende uitspraak)
- Argumenten= Gebruik je om je standpunt te onderbouwen.
- Impliciet= Niet letterlijk, maar de mening / opvatting kun je opmaken uit de rest van de tekst.
- Argumentatie= Het standpunt + argumenten waar je het standpunt mee ondersteunt of
ontkracht. Dus; Bestaat uit het standpunt en het geheel van argument(en) dat het standpunt
ondersteunt (argumenten) of ontkracht (tegenargumenten)
- Tegenargumenten= Argumenten tégen jouw standpunt (opvatting / mening)
- Objectieve argumenten / bewijs= Feiten, je kunt het controleren.
- Subjectieve argumenten= Argumenten gebaseerd op een mening / opvatting
- Argumentatiestructuur= Maakt duidelijk op welke manier argumenten met elkaar en met het
standpunt samenhangen.
- Enkelvoudige argumentatie= één argument dat één standpunt/mening/stelling ondersteunt.
- Nevengeschikte argumenten= Gelijkwaardige argumenten; ze kunnen afhankelijk en ook
onafhankelijk zijn. Hier worden meerdere argumenten genoemd om je stelling te
onderbouwen.
- Ondergeschikt / subargument= Een argument ter ondersteuning van een ander argument.
(Ter ondersteuning van het hoofdargument) wordt ook wel ketenargumentatie genoemd.
- Hoofdargument= Het eerste argument (wordt soms ondersteund door subargumenten)
- Valide= Geldig; De inhoud van het argument moet kloppen & relevant zijn voor je standpunt.
- Verzwegen argumenten= Argumenten die niet duidelijk worden uitgesproken. Je geeft een
argument maar eigenlijk zit daar nog een argument achter.


Argumentatieschema’s kun je onderscheiden door argumentatie op basis van:

- Oorzaak en gevolg: Daardoor, door, doordat, waardoor, zodat, te danken aan, te wijten aan,
het gevolg van, ten gevolge van, de oorzaak hiervan is. (Oorzaak en gevolgen onderbouwen
elkaar).
- Kenmerk / eigenschap: Er worden kenmerkende eigenschappen van een persoon, object of
verschijnsel genoemd. (vooral signaalwoorden die opsomming / toelichting aangeven)
- Voor- en nadelen; Bedoeling is om een standpunt te onderbouwen of hij/zij voor of tegen die
actie / handeling is. (vooruitgang, ongunstig, waarderen, ontwikkeling, problemen, negatief..)
- Vergelijking; Er worden 2 situaties met elkaar vergeleken (net als, zoals, zo ook, evenals,
eveneens, eenzelfde, hetzelfde, in vergelijking met, soortgelijke, verschillend, onderscheid…)
- Algemene uitspraak & voorbeelden; Er worden voorbeelden gegeven van het optreden van
een eigenschap / verschijnsel. (Bijvoorbeeld, zo, dat komt voor bij, ter illustratie)

Suggestief taalgebruik: De bedoeling om iemand te beïnvloeden door met het gebruik van bepaalde
woorden zijn mening te geven (overtuigende & activerende teksten) – soms manipulerend

- Met bijzonder taalgebruik kun je: Je argumenten versterken, proberen de tegenstander / de
argumenten van de tegenstander belachelijk te maken, iets heel origineel formuleren in de
hoop dat de boodschap blijft hangen. (vaak in reclameteksten)
- Retoriek: Welsprekendheid; Je speelt in op iemands emotie om hem te overtuigen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xoNoaa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99
  • (0)
  Ajouter