FINANCIËLE ANALYSE
Hoofdstuk 1: algemene inleiding
WAT IS FINANCIËLE ANALYSE
= het berekenen en interpreteren van ratio’s of kerngetallen op basis van boekhoudkundige en
bedrijfseconomische gegevens
Inzicht krijgen in:
Financiële structuur van een onderneming
Fundamentele gezondheid of leefbaarheid van een onderneming
Ratio’s
Liquiditeitsratio
Solvabiliteitsratio
Rentabiliteitsratio
Toegevoegde waarde ratio’s
De basis voor de berekeningen is de jaarrekening (neergelegd) hoe beter, hoe betrouwbaarder
INTERPRETATIE!!!
= vergelijke met
Sector (concurrentie) vind je op de NBB
Voorgaande jaren (om evolutie te bepalen, intern)
Normgetallen (waarde als standaard)
Andere ratio’s (verbanden tussen ratio’s geven ook info)
Baseren op:
Jaarrekening
o Externe JR voor iedereen beschikbaar
Sectorgegevens
o Balanscentrale bij analyse en statistieken
o Trendstop
o Gespecialiseerde bureaus
Hoofddoel: inzicht krijgen in de financiële structuur, gezondheid en de overlevingskansen van de
onderneming van belang voor onderneming, AH, fin. Instellingen, leveranciers, klanten, WN, OH,..
,BOEKHOUDVERPLICHTINGEN
= rechtsvorm en omvang zijn bepalende ondernemingskenmerken voor de boekhoudverplichtingen
Vereenvoudigd boekhouden
Volledig boekhouden
Vereenvoudigd boekhouden
= zeer kleine ondernemingen, voorwaarden (moet cumulatief aan voldaan zijn)
Natuurlijk persoon die koopman is, VOF of CommV
De omzet bedraagt niet meer dan €500 000
Voldaan:
Geen jaarrekening
Minstens 3 dagboeken (aankoop, verkoop en financieel dagboek)
Inventaris 1x per jaar
Voorbeeldondernemingen:
Schilderwerken Rudy Vlaeminck
Afrikaans kapsalon
All for you
Frituur Biekorf
Volledige boekhouding
= vennootschapen met RPH en alle ondernemingen met een omzet vanaf €500 000
Volgens principe van dubbel boekhouden
Met MAR
Jaarrekening (balans, RR en toelichting)
Publicatie JR verplicht
Indeling volgens drempelwaarde
Gemiddeld personeelsbestand: 50
Omzet: 9 000 000
Balanstotaal: 4 500 000
Verdeling
1. Grote vennootschap – volledig model
= indien 2 of 3 drempelwaarden overschreden zijn OF beursgenoteerd
verplicht volledig model + aanstelling commissaris-revisor + jaarverslag en verslag
commissaris publiceren
, 2. Kleine vennootschap – verkort model
= indien maximaal 1 van de drempelwaarden overschreden is, niet beursgenoteerd
mag verkort, aanstelling commissaris niet verplicht, publicatie verslagen ook niet
verplicht, MAAR als je commissaris aanstelt, wel publiceren
3. Micro vennootschap – micro model
= maximaal 1 drempelwaarde overschreden
o Gemiddeld personeelsbestand: 10
o Omzet: 700 000
o Balanstotaal: 350 000
subcategorie kleine vennootschap, mag op datum jaarafsluit geen moeder of dochter zijn
Voorbeelden
Grote vennootschappen: AB Inbev, Club Brugge, Lotus,..
Kleine vennootschappen: Montrial Sport,..
Micro vennootschappen: Absolu,..
De jaarrekening wordt neergelegd bij de NBB (=balanscentrale)
Binnen 6 maand na afsluit boekjaar goedkeuring door de AV
Binnen 30 dagen na goedkeuring neerlegging balanscentrale
WAT VINDEN WE IN DE JAARREKENING
Balans
Resultatenrekening
Resultaatverwerking
Toelichting
Waarderingsregels
Jaarverslag
Verslag van commissarisrevisor
Sociale balans
De balans
= een momentopname van de activa en passiva vermogensverantwoording van een bepaalde
onderneming op een bepaald ogenblik gevaar: window dressing = anders voorstellen dan het is
Activa: welke middelen heeft het bedrijf om haar activiteiten te ontwikkelen
o Liquiditeit laag naar hoog
Passiva: hoe financiert de onderneming haar ondernemingsmiddelen
o Opeisbaarheid laag naar hoog
= fundamentele gelijkheid TA (bezittingen en vorderingen) = TP (schulden)
, ACTIVA
Vaste activa: blijven voor een lange termijn in de organisatie
Doel: opbrengsten mee genereren
IVA: niet of minder tastbaar gedurende een lange periode (kosten voor onderzoek en ontwikkeling,
concessies, octrooien, patenten, goodwill,..)
MVA: materieel aanwezig in het bedrijf gedurende een lange periode (terreinen, gebouwen,
installaties, machines, meubilair, rollend materieel, leasing, overige, in aanbouw,..)
FVA: aandelen of vorderingen op tegoeden
Vlottende activa: komen voort uit de normale exploitatiecyclus van een bedrijf, onmiddellijk bruikbaar
Vorderingen op meer dan een jaar: tegoeden bij een organisatie (bouwbedrijven, banken, leasing,..)
Voorraden en bestellingen in uitvoering: alle voorraden (grondstof, hulpstof, goederen in bewerking,
gereed product, handelsgoederen, OG, vooruitbetalingen)
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar: handelsvorderingen en overige vorderingen
Geldbeleggingen: termijndeposito’s
Liquide middelen: kasmiddelen en tegoeden op een zichtrekening
Overlopende rekening: over te dragen kosten en verkregen opbrengsten
PASSIVA
Eigen vermogen: niet-opeisbaar
Kapitaal: in geld, in natura, geplaatst en niet opgevraagd kapitaal, minimum
Uitgiftepremies: indien een kapitaalsverhoging boven pari, een hogere prijs dan de nominale waarde
Herwaarderingsmeerwaarden: niet gerealiseerde meerwaarde, een mogelijkheid geen verplichting
Reserves: gerealiseerde winsten (wettelijke, onbeschikbare, belastingvrije en beschikbare)
Overgedragen winst/verlies: naar volgende BJ
Kapitaalsubsidies: verkregen op investeringen in VA met eigen middelen
Voorzieningen en uitgestelde belastingen: pensioenen, herstellingen, onderhoud, waarborg,..
Schulden (vreemd vermogen):
Schulden > 1 jaar: leasingschulden en kredietinstellingen
Schulden ten hoogste 1 jaar: binnen het jaar vervallen, financiële, handelsschulden, mbt belastingen,
bezoldigingen en sociale lasten
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
Schulden uit bestemming van het resultaat
Diverse schulden
Overlopende rekeningen: toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten