Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Onderneming en Arbeid JUR-4ONDARB €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Onderneming en Arbeid JUR-4ONDARB

 72 vues  10 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van alle voorgeschreven stof, incl. colleges

Aperçu 4 sur 31  pages

  • 12 mai 2023
  • 31
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Onderneming en arbeid
JUR-4ONDARB
Hoorcollege 1 – Snijvlak van het arbeids- en ondernemingsrecht

Inleiding van het vak
Het gaat om de positie van werknemers binnen de onderneming. Werknemers nemen een
bijzondere positie in. Wat maakt hun zo speciaal? Zonder werknemers namelijk geen
onderneming. Zij doen feitelijk al het werk. Als je een arbeidsovereenkomst sluit, dan
treedt je toe tot de onderneming. De hoedanigheid van de onderneming heeft invloed op
de positie van de werknemer; wisselwerking.

Er bestaat wel een spanningsveld tussen belangen ondernemer en belangen
werknemers. Denk aan fusies, overnames. Wat de ondernemer wil kan op gespannen
voet staan met wat de werknemer wil. De regels die gaan over dat spanningsveld staan
centraal.

Ondernemingsrecht heeft faciliterende functie:
- Een raamwerk voor het efficiënt functioneren van rechtspersoon
- Vrijheid van ondernemerschap ligt hieraan impliciet ten grondslag  de
ondernemer moet een zekere mate van vrijheid hebben. Er zijn wel grenzen
waarbij een derde bescherming moet krijgen.

De faciliterende functie vindt zijn grens daar waar gerechtvaardigde belangen van derden
in het geding komen:
- Werknemers zijn een bijzondere categorie derde. Werknemers zijn juridisch
‘derde’, maar ze behoren tot het interne deel (zie organigram).
- Balansoefening tussen ondernemersvrijheid en
werknemersbescherming Rechtspersoon
- Die balans wordt (grotendeels) geslagen in regels die behoren tot
het domein van het arbeidsrecht

Doelen van het arbeidsrecht Onderneming
De hoofddoelen zijn:
- Ongelijkheidscompensatie. Dit betekent het bieden van
+ werknemers
tegenwicht aan de inherente ongelijkheid van
onderhandelingsmacht tussen werkgever en werknemers. De werknemer is in
zekere mate economisch afhankelijk van de werkgever. Dit leidt tot ‘macht’ van de
werkgever. Om dit dichter naar elkaar toe te brengen is er
ongelijkheidscompensatie.
- Menselijke waardigheid. Arbeid is geen handelswaar.
- Institutionele (economische) redenen. Het is belangrijk dat het arbeidsrecht op
een goede manier is geregeld voor een zo efficiënt mogelijke arbeidsmarkt. Bijv.
werken met cao’s kost minder tijd voor werkgever.
Doelen en politieke overwegingen geven betekenis aan rechtsregels.

Waar vind je deze doelen terug?
- Europese pijler van Sociale rechten en EU-handvest.
- Internationale en Europese verdragen zoals ILO-verdragen en EVRM
- Europese en nationale beleidsdocumenten zoals de parlementaire geschiedenis
Maar regels zijn altijd het resultaat van politieke afweging. Politiek besluit hoe ver regels
ingrijpen op vrijheid ondernemer is meer een politieke vraag. Verschillende landen hebben
vaak dezelfde doelen, maar de specifieke regels verschikken als gevolg van de politieke
afweging en eigen kijk op de arbeidsmarkt.

,Rol en positie van de Europese Unie
EU is gebaseerd op economische verkeersvrijheden en vrije mededinging. De EU is er
zeker voor werkgevers. In de jaren 70 kwamen ze erachter dat werknemers ook een
bepaalde mate van bescherming moesten hebben. Als het slecht gaat met een
onderneming, dan moeten de gevolgen voor de werknemer worden verzacht.
Daarom zijn er vandaag de dag meerdere arbeidsrechtelijke richtlijnen op snijvlak arbeid-
onderneming. O.a. collectief ontslag, overgang van onderneming en medezeggenschap.
Echter, veel arbeidsrecht is nog steeds nationaal van origine; er bestaat nog geen richtlijn.
Over veel thema’s is het niet gelukt om overeenstemming te bereiken. Het nationale
arbeidsrecht kan echter wel in strijd komen met de verkeersvrijheden (spanningsveld).

Vrijheid van vestiging art. 49 VWEU
De vrijheid van vestiging is van toepassing in 2 situaties:
- De ondernemer verplaatst zijn zetel naar een andere lidstaat. Dit is het recht op
primaire vestiging. Voorbeeld. Onderneming in Bulgarije verplaatst zich naar
Nederland.
- De ondernemer vestigt een filiaal of dochtervennootschap in een andere
lidstaat. Dit is het recht op secundaire vestiging. Voorbeeld. Onderneming in
Bulgarije vestigt een nieuw filiaal in Nederland.
Dus: bij een grensoverschrijdend element.
- Nationaal (vooral collectief) arbeidsrecht wordt snel gezien als een beperking van
bijvoorbeeld de vrijheid van vestiging.
- Beperkingen moeten worden gerechtvaardigd door nationale wetgever (rule of reason):
o Legitiem doel
o Geschiktheid
o Noodzakelijkheid (minst vergaande middel).
o !!!!! HvJ legt EU-recht uit en heeft beslissende stem
o NB. proportionaliteit is in principe geen onderdeel van de toets.


HvJ Viking
De nationaliteit van het schip Viking Line maakt uit voor welk arbeidsrecht van toepassing
is. Het was een Fins schip. Dit arbeidsrecht was nadelig. Daarom wilde zij zich laten
‘omvlaggen’ naar de Etste vlag. De ITF (internationale organisatie) stuurde daarom een
bericht naar de vakbonden met een verbod om in onderhandeling te gaan met de Viking
Line. De Estse vakbonden konden hierdoor niet in onderhandeling gaan. De bemanning
van het schip gaat in staking. Het ging hier dus om vrijheid van vestiging versus
stakingsrecht.
1. Het stakingsrecht beperkt vrijheid van vestiging. Het maakte het moeilijker om zich
te laten omvlaggen. Daarom kreeg je te maken de rechtvaardigingstoets.
2. Bescherming van werknemers is een legitiem doel
3. Staking is een geschikt middel om dit doel te bereiken
4. De noodzakelijkheidstoets. Stakingsmiddel is alleen toegestaan als andere minder
verstrekkende middelen zijn uitgeput.

HvJ AGET Iraklis
Hier ging het om vrijheid van vestiging versus collectief ontslag. Het ging om het Griekse
ontslagsysteem. Als je werknemers wil ontslaan bij economische redenen, heb je
toestemming nodig van de minister (vgl. in Nederland met toestemming UWV). In de crisis
wilde de minister AGET geen toestemming geven om werknemers te ontslaan.
1. Collectief ontslagrecht beperkt vrijheid van vestiging
2. Ook nu is werknemersbescherming en werkgelegenheidsbeleid een legitiem doel

, 3. Uit Richtlijn collectief ontslag volgt dat collectief ontslag niet onmogelijk mag zijn
(nuttig effect). Dat was ook niet het geval, want de minister kan wel ook
toestemming geven.
4. Vindt bevestiging in vrijheid van ondernemerschap.
5. Bij de noodzakelijkheidstoets ging het mis. De nationale Griekse regels waren
onduidelijkheid. Er waren te vage en algemene criteria voor de minister wanneer
hij toestemming moest verlenen en wanneer niet. De maatregel vormde een niet te
rechtvaardigen beperking op de vrijheid van de ondernemer.
Maar was er hier wel sprake van een grensoverschrijdend middel? Ja, want het Griekse
bedrijf maakte onderdeel uit van een Franse moedervennootschap, dus het recht op
secundaire vestiging. De Franse moeder was echter niet betrokken bij de procedure.

Hoe beïnvloedt de vrijheid van vestiging de Nederlandse soevereiniteit op het terrein van
het arbeidsrecht?
- Invloed vergroot als gevolg van uitleg grensoverschrijdend element
- Werkgever met buitenlandse moeder kan beroep doen op vrijheid van vestiging en
zo nationaal arbeidsrecht ter discussie stellen.
- Nationale wetgever heeft wel enige beleidsvrijheid
- Uitkomst van noodzakelijkheidstoets blijft lastig te voorspellen
- Laatste woord is uiteindelijk aan Hof van Justitie.

EU-handvest
Het handvest van de grondrechten van de EU is sinds 2009 bindend. HvJ EU moet daar
dus acht op slaan.
- Bevat grondrechten, zoals fundamentele arbeidsrechten (recht op collectief
onderhandelen).
- Verrassend genoeg ook de vrijheid van ondernemerschap (art. 16). Nederland
heeft dit erkend, maar wel indirect als onderdeel van art. 19 lid 3 Gw.
- Valt te verklaren door economische ontwikkeling in de EU

Vrijheid van ondernemerschap art. 16 EU-handvest
De vrijheid omvat de vrijheid een economische of commerciële activiteit uit te oefenen,
vrijheid van contract en vrijheid van concurrentie. Het beoogt de bescherming van het
recht van elk persoon om een bedrijf te starten zonder te worden onderworpen aan
discriminatie of disproportionele beperkingen. Het is geen absoluut recht, dus
inperkingen zijn mogelijk (art. 51 lid 1), bijv. inperking over arbeidstijden, openingstijden.
De vrijheid van ondernemerschap kent soortgelijke rechtvaardigingstoets als vrijheid van
vestiging art. 52 lid 1.

Meerwaarde ten opzichte van vrijheid van vestiging:
- Art. 16 Handvest vindt toepassing bij de uitvoering van EU-recht (art. 51 lid 1)
Bijv. als Nederland een arbeidsrechtelijke richtlijn implementeert.
- Art. 16 vereist dus geen grensoverschrijdend element  een puur Nederlands
bedrijf kan hier dus een beroep op doen.
- Over-implementatie van richtlijnen kan in strijd zijn met art. 16  werknemer meer
bescherming geven dan eigenlijk hoeft.

Stelling
Het Europese recht zorgt voor een evenwichtige balans tussen de vrijheid van de
ondernemer om zijn arbeidsorganisatie in te richten zoals hij dat wil en de
bescherming van de factor arbeid. Is de balans eerlijk? Ondernemer heeft wellicht meer
vrijheid, dus niet volledig in balans. Argument daarvoor is om zo te concurreren met
andere grote contineten (China). Het is dus niet puur juridisch, maar ook politieke
afweging. Je kan je afvragen of het aan HvJ EU is om over die balans te oordelen.

, Blok I Collectief ontslag

Werkgroep 1 - Procedurele aspecten van collectief ontslag

Opzegging arbeidsovereenkomst
De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen indien art. 7:669 lid 1 BW:
1. Herplaatsing van de werknemer
2. Redelijke grond (lid 3)
Tegenover de a-grond (bedrijfseconomische redenen) staan de persoonsgebonden
redenen (b-i grond). De i-grond is de cumulatiegrond, waarbij het mogelijk is om
ontslaggronden c-h te combineren.

Preventieve ontslagtoets art. 7:671a BW
Indien de werkgever voornemen heeft om een arbeidsovereenkomst op te zeggen o.g.v.
de a- of b-grond (dus ook bij collectief ontslag) dan moet de werkgever toestemming
verzoeken bij het UWV. Zij voert een preventieve toets uit.
- Art. 6 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA) 
bestuursrechtelijke preventieve toets
- Het doel van de preventieve toets is tweeledig
o Werkgelegenheid in stand houden en economisch herstel te bevorderen
(belang arbeidsmarkt)
o Bescherming van de individuele werknemer tegen ongerechtvaardigd
ontslag (HR Nuon/Olbrych ovv Wfz 1998).
- Geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming:
o Belasting van het ambtelijk apparaat
o De duur
o De burgerlijke rechter kan repressief toetsen (achteraf). Zie HR Hal/Van
Werkhoven.
In art. 7:671a lid 5 BW is uitgewerkt dat bij de a-grond eerst de arbeidsrelaties met
bepaalde personen moet zijn beëindigd. In art. 17 Ontslagregeling zijn hierop
uitzonderingen gemaakt.

De preventieve toets zie je bijna nergens terug, alleen in Nederland en Griekenland. Het is
dus uniek. In 2015 heeft er een grondige herziening van het ontslagrecht plaatsgevonden.
Toch is de preventieve toets gehandhaafd. Hij staat niet meer in het BBA. De preventieve
toets is vastgelegd in het BW.

Hoe verhoudt de preventieve toets zich in het licht van de vrijheid van ondernemerschap?
Toets in Irakles
Griekse preventieve toets  bestuursorgaan beoordeelt collectief ontslag o.g.v. 3 criteria:
- Omstandigheden op de arbeidsmarkt
- Situatie van de onderneming
- Het belang van de nationale economie
Systeem van preventieve toets vormt een beperking op de vrijheid van vestiging en de
vrijheid van ondernemerschap (punt 54, 55).

Rechtvaardiging  ruime beoordelingsmarge voor lidstaten bij keuze maatregelen sociaal
beleid (punt 81).
Preventieve toets is geschikt om bij te dragen aan werknemersbescherming en bovendien
is in beginsel het standpunt te huldigen dat een dergelijk mechanisme noodzakelijk is om
een betere bescherming te waarborgen (punt 92 en 93).
Het gaat mis op de concrete uitvoeringsbepalingen; de criteria zijn te algemeen en vaag
geformuleerd waardoor niet voldaan wordt aan het evenredigheidsbeginsel (punt 99, 100).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bojansen2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79271 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49  10x  vendu
  • (0)
  Ajouter