Methoden van
communicatieonderzoek
Les 1: Introductie
Introducti e
Dit vak gaat niet over de praktische kant van onderzoek, maar wel over de theorie ervan. We gaan
onderzoek voorstellen (theorie) en toepassen (lezingen, papers). Het belang van dit vak is om een
goede verantwoording te hebben tussen de onderzoeksvraag en het onderzoeksdesign van een
onderzoek.
Dit vak is belangrijk om te krijgen, zeker ten tijde van fake news. Een methode is een keuze die wordt
gemaakt. Het is als een bril: het bepaalt wat je gaat zien. Je tracht de werkelijkheid te reduceren in
complexiteit om het te kunnen meten. Dit impliceert dan ook een selectie uit de veelheid aan
methodieken. Het nadeel van deze keuze is dat je bepaalde dingen (mogelijks) niet gaat zien. Er zijn
verschillende facetten van media, veel verschillende mensen die hierin werken en media zelf. Het is
onmogelijk ieder aspect volledig mee in rekening te kunne brengen noch alles te onderzoeken in één
keer.
Er zijn veel verschillende methoden. Dit wordt ook wel het methodologisch pluralisme genoemd. Een
methode is een toolbox, geen antwoord. Het wordt gebruikt als instrument of middel om je
antwoord te bekomen. De keuze van een methode hangt af van je vraagstelling. Deze vraagstelling is
op zijn beurt gebaseerd op:
Maatschappelijke tendensen, …
Theorie
Vroeger onderzoek
Daarnaast zijn er ook nog enkele ‘bijkomende factoren’ die beslissend zijn voor de gekozen methode:
praktische factoren (zoals tijd en geld), voorkeuren voor een bepaalde methode en de
opdrachtgever.
Een voorbeeld
Dit voorbeeld kan de gevolgen van een keuze voor een bepaalde methode illustreren. Stel dat de
onderzoeksvraag als volgt is: wat zijn de effecten van Covid-19 nieuws op Antwerpse studenten?
Experiment:
Aan welk nieuws worden de studenten blootgesteld? Antwoord: het stimulus materiaal moet
worden bepaald. Er wordt een keuze gemaakt in het nieuws dat zal worden getoond aan de
participanten.
Op welke uitkomsten verwacht je effect? Antwoord: we kunnen een effect vinden op de
kennis, twijfel of het online sharen bij de studenten.
Analyse van data? Antwoord: ANOVA
Survey:
1
, Aan welk nieuws worden de studenten blootgesteld? Antwoord: bij een survey kunnen
volgende vragen worden gesteld: ‘welke kranten lees je?’ ‘hoeveel aandacht geef je aan
COVID-nieuws?’
Op welke uitkomsten verwacht je effect? Antwoord: we kunnen een effect vinden op de
kennis, twijfel of het online sharen bij de studenten.
Analyse van data? Antwoord: correlaties en regressies
Inhoudsanalyse:
Aan welk nieuws worden de studenten blootgesteld? Antwoord: nieuwsberichten worden
gedownload uit een database. Hier moet ook weer worden bepaald welke berichten
(bijvoorbeeld op basis van een zoekterm), hoeveel berichten en over welke periode.
Op welke uitkomsten verwacht je effect? Antwoord: hier kan enkel een antwoord worden
gegeven op de vraag van ‘online sharing’. Twitter en/of Facebook data kunnen worden
gedownload om dit te analyseren.
Analyse van data? Antwoord: codeboeken moeten worden ontwikkeld om een
inhoudsanalyse uit te voeren. Hier zal een verschil te vinden zijn bij inductieve of deductieve
onderzoeken.
Literatuurstudie:
Aan welk nieuws worden de studenten blootgesteld? Antwoord: er zullen (systematisch)
wetenschappelijke artikelen worden gedownload.
Op welke uitkomsten verwacht je effect? Antwoord: dit hangt volledig af van de literatuur
die wordt gevonden.
Analyse van data? Antwoord: codeboeken worden ontwikkeld voor het coderen van
artikelen. Daarnaast moeten ook de inclusie/exclusiecriteria worden bepaald.
Uit dit voorbeeld kan je dus afleiden dat je keuze voor een methode bepaalt:
Welke vervolgstappen je moet nemen
Wat je wel kunt beantwoorden
Wat je niet kunt beantwoorden
Bij iedere keuze moet rekening gehouden worden met de implicaties van je keuze. Sterktes en
zwaktes; wat wordt er gezien en wat niet; … Daarnaast is het belangrijk om te onthouden dat iedere
methode vormt een ingreep in de werkelijkheid. Dit wil zeggen dat tijdens een onderzoek er sprake
is van selectieve observatie, er vaak data wordt gecreëerd en dat er een specifieke werkelijkheid
wordt onderzocht (dus niet de gehele werkelijkheid).
Basis: wat is communicati eonderzoek?
Algemeen gesproken is onderzoek het zoeken naar informatie over iets. We onderzoeken veel meer
op dagelijkse basis dan we zelf vaak denken. Zo sta je stil bij welke gsm je gaat kopen, welk eten
gezond is om te eten en of dat een Netflix-serie wel leuk gaat zijn. Wetenschappelijk onderzoek is
anders dan dagelijks onderzoek. Het is:
Systematischer
Meer gebaseerd op feiten dan gevoel
Meer voorzichtig (in de uitspraken die je doet, niet tevreden
zijn met de eerste conclusie of analyse)
Meer focus op juistheid en waarachtigheid
2
,Wetenschappelijk onderzoek moet niet noodzakelijk bestaan uit getallen en statistiek. Er zijn voor
literaire studies en historisch onderzoek die amper met cijfers in aanraking komen.
Onderzoek binnen de communicatiewetenschappen
Er zijn twee grote stromingen te onderscheiden (Deuze, 2021):
1) Geesteswetenschappelijke georiënteerde studie van media en communicatie: link met
disciplines die producten van menselijke cultuur analyseren en begrijpen (taal,
kunstgeschiedenis, filosofie, cultuur, …)
o Bijvoorbeeld: mediastudies, cultural studies en de studie van populaire cultuur
o Deze studies onderzoeken alles van art house cinema en fictie tot strips, televisie,
films, muziek, digitale media en het dagelijks leven.
o Baseren hun analyses meestal op de concepten, ideeën en theorieën van filosofen,
psychologen, sociale wetenschappers, linguïsten en anderen
o Vaak kwalitatief onderzoek
o Bij de studie van populaire cultuur analyseren ze ‘teksten’ in plaats van ‘data’. Dit is
enkel een verschil in jargon. Hiermee wordt bedoeld dat ze de teksten analyseren
van opera’s, toneelstukken, gedichten, films, strips, …)
2) Sociaalwetenschappelijk georiënteerde studie van media en communicatie: link met
disciplines die menselijk gedrag analyseren, begrijpen én voorstellen (sociologie, psychologie,
politicologie, …)
o Bijvoorbeeld: media-effecten onderzoek en strategische communicatie
o Deze studies onderzoeken de (positieve en/of negatieve) invloed en effecten van
media en communicatie op het gedrag van mensen en de maatschappij.
o Baseren hun analyses meestal op de concepten, ideeën en theorieën van sociale
wetenschappers en (experimentele) psychologie.
o Vaak kwantitatief onderzoek
Er is geen strikte scheiding in onderzoek. Onderzoek is vaak interdisciplinair.
Het probleem van zekerheid en ‘objectiviteit’
Er moet steeds een kanttekening worden gemaakt bij de uitspraak dat wetenschappelijk onderzoek
objectief is. Bij het begin van een onderzoek worden steeds keuzes gemaakt, ook de instelling en
motivatie van het onderzoek zijn misschien niet volledig objectief. Ook je schrijfstijl en taalgebruik
dragen bij aan hoe je tot conclusies komt.
Dat er geen uniforme interpretatie is, wil niet zeggen dat alles kan en mag gedaan worden bij de
analyse van data of teksten. Zelfs wanneer er statistieken zijn, is de interpretatie van die statistieken
open voor onenigheid. Er moeten steeds goede redenen bestaan voor een redenering en
interpretatie. Doorgedreven onderzoek is wat ons redenen geeft om bepaalde interpretaties te
maken van teksten en data. Je hebt een transparante procedure nodig en een aanneembaar bewijs
voor je interpretatie. Hierbij ligt de nadruk op open science: in iedere stap van het onderzoek moet
teruggekoppeld worden aan een ‘second opinion’ instantie. Er moet transparant worden
gecommuniceerd naar de lezers toe en er is een peer review nodig voor het publiceren van een
artikel. De manier waarop je resultaten rapporteert (taalgebruik en schrijfstijl) is bepalend in de
sterkte waarmee je tot conclusies komt. Alle keuzes die je maakt, van methode tot taalgebruik
moeten bij elkaar aansluiten om tot een sterke conclusie te komen
3
, Al het vorige maakt duidelijk dat er een strategie nodig is voor je onderzoek en het maken van
coherente keuzes die bepalen hoe je naar de sociale realiteit kijkt. Dit is dus de keuze van een
onderzoeksmethode.
Kwalitati ef versus kwanti tati ef
Wanneer we denken aan kwantitatief onderzoek in de media en communicatie, denken we
aan getallen, effect, experimenten en manipulatie.
o kwantitatieve onderzoekers worden er soms van beschuldigd te beperkt te zijn, hun
onderzoek te baseren op wat zij kunnen tellen, meten en waarnemen, daarbij
verwaarlozen zij de complexiteit van de ruimere context.
Bij kwalitatief onderzoek denken we aan mediateksten, interpretaties en etnografisch
onderzoek.
o Kwalitatieve onderzoekers worden er echter vaak van beschuldigd in teksten dingen
te "lezen” of interpretaties te maken van hoe mensen media consumeren die er niet
zijn. Interpretaties lijken vaak erg persoonlijk en teveel evaluatief/waardegedreven.
De verschillende onderzoeksmethoden, kwalitatief of kwantitatief, of combinaties zijn niet inherent
‘beter’ of ‘juister’ dan een andere, maar lenen zich voor andere onderzoeksvragen en observaties.
Het bepalen van een onderzoeksmethode is deel van een strategische onderhandeling, om een
strategische keuze te maken. Bijvoorbeeld: je kiest een andere methode als je zoekt naar de
representatie van een bepaalde bevolkingsgroep op televisie dan als je zoekt naar de effecten van
deze representatie op televisie.
Belangrijke vragen bij het maken van deze strategische keuze
1) Welke methodologie werd bij het onderzoek gebruikt, wat zijn de strategische keuzes en
redeneringen (epistemologische en ontologische overwegingen, deductief, inductief)?
2) Hoe belangrijk is het onderwerp en vormt het een uitdagend wetenschappelijk onderzoek?
3) Welke conclusies werden getrokken?
4) Worden de conclusies ondersteund door de gegevens? Zijn de conclusies geloofwaardig?
5) Kan men uit het onderzoek generaliseren?
6) Kunnen deze bevindingen tot praktische aanbevelingen leiden?
Les 2: Kwalitatieve inhoudsanalyse
Introducti e
= interpretatieve analyse van documenten (visueel, materiaal, representaties, literatuur,
beleidsdocumenten). Hierdoor wordt het ook wel documenten-analyse genoemd.
Jensen: ‘Content analysis is interested in discerning patterns, trends and relations between
the manifest content of a text and an objective account of reality’
Altheide: Document analysis refers to an integrated and conceptually informed method,
procedure, and technique for locating, identifying, retrieving and analysing documents for
their relevance, significance, and meaning.’
Kwalitatieve inhoudsanalyse is verbonden met tekst. Audiovisuele inhouden kunnen ook onderzocht
worden in een kwalitatieve inhoudsanalyse.
Persoonlijke en officiële documenten: je kan verscheidene documenten combineren om onderzoek
te doen. Zo heeft Kapsis met zijn onderzoek naar de reputatiebouw van Hitchcock interviews,
gesprekken, andere mensen, krantenknipsels, … allemaal onderzocht om zijn studie uit te werken.
4