THEATERWETENSCHAPPEN
VELDSCHETS
Rens Bod: def theaterwetenschap
def is onvoldoende; hij voegt 4 functies toe
Functies van de humane wetenschappen (volgens Rens Bod)
Memory function: keeping alive works from past and present, often through collections
Educational function: teaching works to new generations
Critical function: interpreting works for public at large
Research function: asking questions, posing hypotheses regarding humanistic artefacts
gemeensch grond: empirische dimensie?
Empirisch: ervaring uit praktijk; theaterwetensch draait om theorie+praktijk!
2 stereotypes rond objectiviteit/subjectiviteit
Humane wetensch ≠ subjectief
Grondslag = wat bestudeerd wordt = het werk
Object theaterwetensch = theater?
Wat is theater?
Hybridiseren: cf vb1 Mette Edvardsen, Black 2011
Kamer schetsen door woorden te herhalen
Woorden verliezen betekenis door herhaling
Verhaal speelt zich af in verbeelding kijker
Wordt voorgesteld als dansvoorstelling
Voorstelling speelt met klassieke genre indeling
Theater Dans
= tekst = beweging
Voorstelling stelt dit in vraag
Vb2 Kris Verdonck, I/II/III/IV, 2007
Gewichtloosheid/moeiteloosheid bij ballet in vraag stellen door autonomie v
bewegingsvrijheid weg te nemen + machinaal omhooggaan
=> Hybridiseren => welke labels plakken? Performance?
Invloed door avant garde
Marinetti: variététheater; futurisme
Chaos in de zaal
Omwenteling van wat theater was
Experimentele performances
1 doel: het genre steeds herdenken
Performance
Grondlegger: Richard Schechner
Context: VS, jaren 1960
Nieuwe academische
discipline/interdisciplinair
Wou zich niet definiëren
Antidiscipline – Joseph Roach
Combinatie kennis/methoden uit antropologie, sociologie, psychologie, kunstgesch, …
=> typerend: brede def “performance”: “broad spectrum approach”
,John McKenzie: “uiteindelijk is alles performance”
Schrijft over Herbert Macuse: the performance priciple
Sinds ’50 gebruikt om werkrealiteit te beschrijven
Je moet performen om te knn blijven
Hand geven = conventie = script
=> performance
Richard Schechner
Performance theory, 1977
Broad spectrum
Codified behaviour hoort bij restored
behaviour
Continuüm: versch vormen hebben
linken met elkaar
Performancestudies Theaterwetenschap
Nieuwe discipline Schatplichtig aan literatuurwetenschap
Studie v performance in brede zin Studie vd dramatische tekst
vh woord Emancipatie begin 20eE
Grondlegger: Richard Schechner Duitsland onder invloed v Max Herrmann
Institutionalisering vanaf ’80 “its the performance that matters”
“Antidiscipline” – Joseph Roach “Ongedisciplineerde discipline” – Patrice Pavis
Definieert zich in oppositie itt theater Fungeert als algemene noemer
Uiteindelijk veel overeenkomsten tss beide domeinen
Grote invloed performancestudies op herdefiniëring theaterwetenschap
Erika Fischer-Lichte, “Quo vadis? Theater studies at the crossroads”, 2001
Theaterpraktijk beweegt zich op continuüm tss:
Hybridisering: “exchange w other genres of cultural performance, other media, …”
Mediumspecificiteit: “proclamation of a poor theatre, theatre of empty space,
theatre reverting to its ‘essentials’”
Theaterwetensch volgt die trend
Interdisciplinair: steunen op andere domeinen: culturele/media studies, esthetica
Verenging: binnen lijntjs vd eigen discipline blijven
Gevaar v beide posities:
Uitwaaieren v wetensch methodes (en verlies v studieobject)
Theorie volgt niet langer ritme vd praktijk
Homo Ludens > Academicus Ludens? – Fischer-Lichte
“let us play theatre studies”; theaterwetenschap spelen
Antropologie vd spelende mens
De continuïteit van vernieuwing
Vlaamse golf
, Groep artiesten/kunstenaars die gelijktijdig veel veranderd/gebracht hebben
Jaren ‘80
Plotse opgang; Fabre, de Keersmaker, …
Nieuwe taal voor op het theater
Vormelijke vernieuwingen
Zette vlaanderen op de kaart
Hiervoor “oerklassiek theater”
VG zette zich hiertegen af
Mythologisering want gesch is complexer dan vaak wordt vermeld
Maar! Voor ‘80/’90 waren er ook belangrijke kunstenaars; ≠ ontstaan bij VG
=> Postdramatisch theater
Idee dat theater moet vertrekken vanaf geschreven tekst wordt herdacht
= breukmoment in klassiek theater
PERFORMANCE
Theaterwetensch baseerde zich eerst op geschreven teksten: toneelteksten
Begin 20eE: wetenschprs willen meer focussen op emancipatie
Poging tot lostrekken v litwetensch; eigenheid studieobject bepalen
Theater = gebeuren ≠ enkel tekst
Herrmann: belangrijke rol in geëmanccipeerde theaterwetensch
Geëm theaterwet wordt performance studies (met Schechner als founding father)
1980: erkend door unifs, werd gedoceerd
Wordt onafhankelijk domein
Verschil theaterwet: “theater is te klassiek”
Richard Schechner: concentrische cirkels
Drama: tekst
Domein vd auteur, componist, scenarist
Materiële drager
Focus vd traditionele theaterwetenschap
Kleinste segment
Tekstueel: “tekst”; ook dansnotatie
Script: blueprint voor actie
Domein vd leraar, guru, regisseur
Patterns of doing
Geheel v conventies die van persoon tot persoon worden doorgegeven
Verschil drama: script ≠ altijd opgeschreven
Hoe theatervoorstellingen wden gemaakt
Hoe het vorm krijgt
Behelst script
Afspraken onderling tss acteurs
Belichaamde dimensie hoe vormgeving gebeurt
Theater: theateruitvoering
Domein vd performers
Concrete uitvoering (belichaming) v tekst/script
Focus vd “geëmancipeerde” theaterwetenschap
, Eigenlijke uitvoering
De performance, het samenkomen
Performance: performancegebeuren
Domein vh publiek
Breedst mogelijk cirkel v events (ook buiten het theater)
Focus v performance studies
Gehele proces van binnenkomen tot buitengaan publiek
Publiek voert ook script uit!
Bv kaartje kopen, zwijgen wnr het donker is
Script bestaat uit conventies
Is theater pas theater wnr het op podium getoond wordt?
Door cirkels zie je alle lagen vh “simpele”
theater, model geeft ruimte voor dingen die
eigenlijk niet als theater moeten gezien wden bv
rituelen
Schechner: wou westers idee v theater uitbreiden
W: draait om drama/cript
Geschreven tekst/scenario
NW: theater binnen performance
De uitvoering, niet per se vertrokken
vanuit tekst
Wij zijn overwegend geschreven sl
Wat doet dit met ons?
Vanaf we geletterd werden: tekst voorop!
Script ≠ centraal, geschreven = centraal
Theater = presenteren v tekst
Wat is performance studies? – Schechner (interview)
Art imitates life = life imitates art
Rebellion (avant-garde) body (lichamelijkheid)
= enacted events; focus op event zelf
= embodied knowledge; kennis in tekst en lichaam (scripts)
No finality
Antidiscipline, ≠ fundamentals
Performance vs writing
P = aesthetic = kunstpraktijken
= ritual behaviour/ritualised behaviour = rituelen
Performance doen we altijd
Restored behaviour/hersteld/opnieuw gedaan => twice behaviour
= stukjes v gedrag op scene tonen, theater put uit alledaagse performances
Vb hand geven, kopje koffie drinken
Afh v culturele context
dit zijn fundamentals: restored behaviour, rituals, aesthetic, body
Wnr je kijkt naar foto’s verandert dit je visie; je ziet elke foto als performance