Volledige samenvatting van het vak Psychologie aan de hand van het boek "Het palet van de psychologie" van Jakop Rigter. Modeltraject 1 sociaal werk - academiejaar . Aantal pagina's 62. Behaald resultaat met deze samenvatting (eerste zittijd): 10/20
Hoofdstuk 1: Psychologie een palet vol theorieën
1.1 Wat is psychologie?
Het ontstaan ervan is een sociaal en historisch gegeven
Psychologie is geen exacte wetenschap en bestaat uit verschillende, conflictueuze stromingen.
Theorieën= eenzijdig: ze geven een verklaring voor slechts een deel van het menselijk gedrag
• Onenigheid over de definitie
• Geen eenduidigheid over het object
o Extern (tussen de psychologie en andere (mens)wetenschappen): De psychologie
kent van oudsher veel raakvlakken met andere mens- of sociale wetenschappen
▪ Bv. depressie, ADHD, …
▪ Andere kijk op de problematiek, andere waarden en normen
o Intern ( verschillende theoretische stromingen binnen de psychologie + de daarmee
samenhangend methode waarmee kennis wordt verworven): Veel
meningsverschillen tussen psychologen
• Rivaliserende beschrijvingen en verklaringen over eenzelfde onderwerp
Een poging tot definiëring
“Psychologie is een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt bestudeerd als de
gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun gedrag en de omstandigheden
waarin dat plaatsvindt.”
Beschrijving en verklaring van object op individueel niveau: meer aandacht voor beleving en
waardering van gedrag van de persoon zelf + directe omgeving
Typeren van een wetenschap a.d.h.v. drie factoren
1. De soorten vragen en problemen (het object)
2. De methoden en theorieën
o Dynamisch spel tussen deze twee factoren
o Gevolg: grenzen tussen wetenschappen liggen niet vast
3. Het maatschappelijk draagvlak
o Hoe sterk persoonlijke theorieën gekleurd worden door WE kennis: ervaringen
worden mede bepaald door psychologische theorieën, in de tijd verschoven naar
een grotere invloed van biologische en medische theorieën (genetisch onderzoek +
toenemende acceptatie psychofarmaca)
o Westerse wereld = een gepsychologiseerde wereld
1.2 Theorieën
• Stromingen
• Theorieën = referentiekaders
o Bieden interpretaties waarmee verschijnselen bekeken en verhelderd worden
o Grote verscheidenheid -> theorieën over specifieke onderwerpen
• Geen theoretische overeenstemming
1
, o Eenzelfde verschijnsel vanuit meerdere theorieën verschillend beschreven en
verklaard
Functies van theorieën
1. Systematiseren of ordenen
o Niveau van beschrijving: systematische weergave van wat er wordt waargenomen
o Wetenschappelijke kennisverwerving geschiedt volgens expliciete regels:
▪ Duidelijk en controleerbaar
en
▪ Herhaalbaar of repliceerbaar
o <-> Dagelijks leven: kennis gekleurd en weinig systematisch (behoeften, emoties,
kennis)
o WE geen objectieve waarneming maar theoriegeladen:
▪ Hun referentiekader bepaalt wat ze zien → verschillende waarnemingen en
verklaringen voor hetzelfde verschijnsel
▪ Hier rekening mee houden, anders gevaar voor dogma
2. Verklaren en voorspellen van gedrag
o Verklaren van resultaten omdat ze in specifieke omstandigheden bereikt worden
3. Heuristische functie
o Een theorie is nooit af; zij levert weer nieuwe ideeën op
o Op grond van inzichten opgeleverd uit theorie nieuwe voorspellingen doen
1.3 Kenmerken van psychologische stromingen
• Een stroming heeft een geschiedenis
• Een stroming heeft een mensbeeld
1.3.1 Geschiedenis van theoretische stromingen
Historische ontwikkeling
• Altijd een historische ontwikkeling
• Altijd invloed van cultuur en tijdstip van ontstaan (cultuurhistorisch bepaald)
• Theoretische stromingen kennen vaak een lange geschiedenis
• Wortels uit oude filosofische tradities en nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen
1889: Eerste Internationale Congres voor de Psychologie, discussie tussen:
• Europa: alomvattende theorie psychisch functioneren -> praktische toepassingen
• VS: kennis dienstbaar aan concrete maatschappelijke doelstellingen
• Schoolvorming (vergelijkbaar met liberalisme-socialisme-christendom-islam en met vorming
politieke partijen): uitstekend zolang men andere gezichtspunten kent en gebruik van maakt
o Gebeurde niet in de eerste helft 20e eeuw (bestrijden van elkaar, andere belevingen
waren irrelevant, ≠ accenten)
o Nu: toenemende samenwerking tussen ≠ scholen
Cultuurhistorische bepaaldheid
• Politieke partijen + stromingen = product van tijd
• Altijd (achteraf) te verklaren waarom bepaalde stromingen op een bepaald moment ontstaan
• Voorzien in behoefte van die periode en vertegenwoordigen W&N die op dat moment van
MA belang waren
2
, Op elkaar reageren
• Stromingen reageerden op elkaar
• Als partijen een belangrijk MA probleem verwaarlozen → nieuwe partij opgericht die hier wel
bij stilstaat
• = hetzelfde bij psychologische stromingen
Behaviorisme (verwaarloosde
cognitieve eigenschappen mens Cognitieve psychologie
(zoals denken en geheugen))
Slingerbeweging
• Er is vaak sprake van wisselende modes; slingerbeweging
Gebruikmaken van elkaar
• Stromingen maken gebruik van elkaars inzichten
• Partijen: standpunten overnemen van elkaar en aanpassen aan eigen inzicht
• Fusies in psychologie: gedragstherapie= behaviorisme + cognitivisme
• Samenwerking net zoals scholen en stromingen: historisch + cultureel bepaald
• Toenemende behoefte aan flexibele en pragmatische opvattingen
• Pragmatisch te werk gaan: ambities niet te hoog stellen en overal wat in zien
Nadruk op effectiviteit
• Hulpverleningsmethoden= van toenemend belang dat ze bewezen zijn als effectief-
werkzaam - zijn (evidence based)
• Nadruk op effectiviteit van een methode/behandeling
• Een theorie en de daarop gebaseerde behandeling moet bewijzen dat ze een juist inzicht
biedt, dus dat ze werkt
• Minder nadruk op theoretische uitgangspunten en meer op praktisch nut
Evidence based
• Afkomstig uit de medische wetenschap
• = Wetenschappelijk bewijs
o Bewijsmateriaal uit systematisch kwantitatief en kwalitatief onderzoek
1.3.2 Mensbeelden bij theoretische stromingen
Twee aspecten van een mensbeeld:
• Beschrijving van kenmerkende eigenschappen/essentiële kenmerken (bodem van menselijk
bestaan)
o Bv. verschillen tussen dieren en mensen/volwassenen en kinderen
• Verwijzing naar hoe mensen behoren te zijn/hoe ze zich moeten gedragen (doelbeeld)
o Morele visie: ons eigen handelen sturen en het gedrag van anderen beoordelen
• Elke stromingen = bepaald mensbeeld over hoe ‘de mens’ opgevat wordt
• Opvattingen = historisch, religieus en cultureel bepaald
• Westen -> individuele verantwoordelijkheid
• Andere culturen -> nadruk op groep of familie, individu is ondergeschikt aan groepsbelang +
religieuze oriëntatie
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ellenanckaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.