1
Doelstellingen
theorie
(belangrijk!
Dit
zijn
de
zaken
die
worden
getest
op
het
examen!)
Na
afronding
van
het
theoretische
gedeelte
IT
van
dit
studiedeel
zullen
studenten:
–
Kunnen
definiëren
en
uitleggen
wat
informatiesystemen
(IS)
zijn,
(IS
=
basisthema
van
dit
vak)
–
Aanduiden
hoe
en
waarom
IS
gebruikt
worden
in
een
bedrijfscontext,
(waarom
zo
in
investeren?)
–
Illustreren
wat
de
rol
is
en
in
eigen
woorden
de
werking
uitleggen
van
de
onderliggende
componenten
van
een
informatiesysteem
(i.e.
technologie,
mens
en
organisatie),
–
Verklaren
hoe
nieuwe
technologieën
verschillende
vormen
van
communicatie
&
samenwerking
ondersteunen
–
Het
strategic
alignment
model
and
IT
Governance
met
Cobit
kunnen
duiden
en
linken
aan
een
algemene
definitie
van
een
business
model
Hoofdstuk
1
–
Grondslagen
van
bedrijfsinformatiesystemen
Leerdoelen
1.
Begrippen
informatica,
systeem,
IS,
IT
begrijpen.
(&
de
verschillen
ertussen
kennen
!!)
examentip
2013:
5
begrippen:
Definieer
Informatica,
IS,
IT,
..
2.
Nut
en
functies
van
IS
in
het
bedrijfsleven
herkennen
en
illustreren.
3.
Evoluties
in
IS,
en
evolutie
in
de
met
de
functies
begrijpen.
4.
IS
managementproblematiek
herkennen.
5.
Onderdelen
van
een
IS
kunnen
herkennen,
verklaren
en
illustreren.
1.1
Basisbegrippen:
informatiesystemen
in
het
bedrijfsleven
1.1.1
Definities
1.1.1.1
Wat
is
informatica?
(examentip)
-‐
Informatica
is
de
wetenschap
van
de
informatieverwerking
(met
computers)
=
Vakgebied
van
het
bestuderen
van
het
verwerken
van
data
(Informatics
ßà
Economics)
(Al
of
niet
met
computers
(?),
bv.
bibliotheek
werkt
met
kaartenbakken
=
ook
informatiesysteem)
-‐
Gebeurt
binnen
bedrijven
m.b.v.
informatiesystemen,
die
op
hun
beurt
gebruik
maken
van
informatietechnologie,
maar
die
ook
andere
aspecten
behelzen
-‐
Binnen
de
bedrijfsinformatica
bestuderen
we
daarom
informatiesystemen
zoals
gebruikt
binnen
bedrijven,
en
alle
deelaspecten
van
deze
informatiesystemen,
waaronder
informatietechnologie
1.1.1.2
Wat
is
een
systeem?
(examentip)
(cfr.
systematisch
denken
=
de
realiteit
benaderen
als
een
systeem)
-‐
Een
duidelijk
begrensde
verzameling
onderling
samenhangende
onderdelen
die
samenwerken
om
een
gezamenlijke
verzameling
(set)
doelstellingen
te
bereiken
(HB
p.4)
(definitite
=
examentip)
-‐
Breed
toepasbaar:
bloedcel
(met
onderling
samenhangende
onderdelen
om
bep.
functies
te
verwezenlijken)
Maar
ook:
à
menselijk
lichaam
à
ecosysteem
à
planeet
à
galaxy
àà
zijn
allemaal
systemen
-‐
‘Grenzen’
hangen
af
van
perspectief
(duidelijk
begrensde
verzameling)
-‐
Subsystemen
(bv.
bloedcel
is
een
subsysteem
van
het
menselijk
lichaam,
etc…)
1.1.1.3
Wat
is
een
informatiesysteem?
Het
systeem
dat
je
info
verwerkt
(Examentip)
-‐
“Een
georganiseerde
combinatie
van
mensen,
hardware,
software,
communicatienetwerken,
gegevensbronnen,
beleid
en
procedures,
à
Procedures
&
beleid:
hoe
maken
we
precies
gebruik
van
dat
IS?
Breed:
nt
enkel
server
&
SW
bekijken!
-‐
waarin
informatie
wordt
opgeslagen
en
getransformeerd,
à
Activiteiten
die
gebeuren.
Ruwe
data
komen
binnen
&
worden
verwerkt
tot
info
op
maat
vd
gebruiker
-‐
waaruit
informatie
wordt
opgevraagd
en
in
een
organisatie
verspreid.”
(HB
p.7)
,
2
INPUT
(data)
àààààà
ààààà
OUTPUT
(informatie)
er
wordt
ook
data
in
componenten
werken
samen
opgeslagen
à
belangrijk:
gegevensbronnen
om
de
input
te
verwerken
1.1.1.4
Wat
is
informatie?
&
Data
-‐
Definitie
IS:
“…
waarin
informatie
…
en
waaruit
informatie
wordt
opgevraagd
en
…
verspreid.”
-‐
Wat
is
informatie?
à
Informatie
is
alles
wat
als
een
sequentie
van
nullen
en
enen
kan
opgeslagen
worden,
dus
alles
wat
kan
voorgesteld
worden
als
een
bitsequentie
Alles
wat
je
op
een
computer
kan
opslagen,
bv.
Tekst,
nummers,
film,
audio,
video,…
-‐
Wat
is
data?
à
Gegevens
à
Data
(gegevens)
is
alles
wat
als
een
sequentie
van
nullen
en
enen
kan
opgeslagen
worden,
dus
alles
wat
kan
voorgesteld
worden
als
een
bitsequentie
-‐
Wat
is
het
verschil
tussen
informatie
en
data?
(meer
verwerking,
hoger
niveau
van
begrip)
à
Info
is
data
die
waarde
verschaft
aan
de
eindgebruiker:
ruwe
data
wordt
getransformeerd
tot
info:
-‐
Wat
is
het
verschil
tussen
informatie
en
kennis?
(Kennis
is
van
nog
een
hoger
level
dan
informatie)
-‐
Wat
is
het
verschil
tussen
kennis
en
wijsheid?
(Wijsheid
is
van
nog
een
hoger
level
dan
kennis)
-‐-‐>
Subjectief!
(hangt
af
vd
eindgebruiker,
het
kan
zijn
dat
iets
voor
jou
info
is
maar
niet
voor
mij)
-‐
Typisch
bepaald
door
het
betrokken
niveau
van
:
à
Aggregatie
à
Transformatie
(EN:
processing)
à
Begrip
à
…
(Bv.
klantengegevens
verwerkt
in
grafiek)
Voorbeeld
IS:
VUB
Vb.
Bibliotheek,
CALI,
pointcare,
database
studenten,…
à
alles
is
aan
elkaar
gelinkt
&
communiceert
met
elkaar
:
info
moet
van
database
nr
applicaties,..
à
Complexiteit↑ à
Moeilijkheid
↑ à
Heel
wat
mgmt
nodig
=
technisch
probleem
in
heel
wat
bedrijven
Voorbeeld
IS:
Bank
-‐
Bank
à
Historisch:
fusie
v.
meerdere
banken
(typisch
voor
een
bank,
duurt
zelfs
jaren
om
af
te
stemmen)
à
Meerdere
klantsegmenten
(wholesale
nr
bedrijven&OH,
retail
nr
particulieren
:
≠applicaties)
à
Internationale
filialen
à
complexe
Bedrijfsstructuur:
veel
≠
dep.’ten
(comm.,marketing,risk..)
(cfr.
model
piramide)
à
Complexe
regelgeving:
rapportering
@
NBB
(obv
van
bv.
kridietrisico:
rapporten
knn
genereren)
à
Back-‐office,
middle-‐office,
front-‐office
à
Duizenden
gebruikers
(maken
deel
uit
van
het
IS
volgens
de
definities)
à
Online
banking
(voegt
nog
eens
een
extra
laag
van
complexiteit
aan
het
IS)
-‐
Resulteert
in
een
wirwar
van
intergeconnecteerde
systemen
en
applicaties
à
Assemblage
rapport:
soms
fouten
(random
getallen)à
Lange
weg
afleggen
van
alle
gepasseerde
systemen
à
Heel
complex
om
systeem
te
updaten,
vergt
veel
onderzoek
(bv.
SIS
van
KBC
stopgezet
na
4j.)
,
3
1.1.2
IS
in
het
bedrijfsleven
1.1.2.1
Doelstellingen
en
functies:
(‘…
ter
verwezenlijking
van
doelstellingen’)
Nut
van
IT
in
bedrijfsleven:
2
duidelijke
doelen:
à
Verhoging
rendement
en
effectiviteit
van:
(efficiency
&
effectiveness
:
verschil
kennen!)
à
Effectiviteit
=
de
JUISTE
dingen
doen
(dingen
doen
die
waarde
creëren
voor
het
bedrijf)
à
Rendement
=
efficiency:
de
dingen
die
je
doet
GOED
doen
(lage
kosten,
hoge
opbrengst)
-‐
Bedrijfsprocessen
à
Top
(CEO,
CFO,..):
strategic
mgmt:
midden
à
Strategic
mgmt:
strat.
visies
in
projecten
gieten
lager
à
lager
mgmt
(line
mgrs,
operational
mgrs):
staan
heel
dicht
bij
de
werkvloer,dag/dag,min./min.
-‐
Managementbesluitvorming
-‐
Samenwerking
à
Ter
ondersteuning
v.
eender
welke
bedrijfsactiviteit
(productontwikkeling,
klantenondersteuning,…)
Doelstellingen
IS
in
bedrijfsleven
=
fundamentele
functie
van
IS
i/h
bedrijfsleven
(p9)
-‐
3
fundamentele
redenen
voor
alle
bedrijfstoepassingen
van
IT
–
3
essentiële
functies
die
IS
knn
uitvoeren
à
Ondersteuning
van
bedrijfsprocessen
en
operaties
(examentip)
(Operationele
processen
die
ertoe
leiden
dat
product,
service
wordt
geproduceerd)
à
Besluitvorming
door
werknemers
en
managers
(bv.
strategisch:
nieuwe
markt
betreden?)
à
Strategieën
voor
concurrentievoordeel:
IS
=
innovatie
(=
bron
van
concurrentievoordeel)
(=
Raamwerk
dat
toelaat
ieder
gebruik
v.e.
IS
te
kaderen
in
1
of
meerdere
van
deze
3
categorieën)
-‐
Opmerking:
IS
kunnen
ook
het
product
of
de
dienst
zelf
zijn
die
een
bedrijf
produceert
of
levert
Bv.
Microsoft
Excel,
office,..
=
software
ontwikkeling
(maar
staat
buiten
de
3
fundamentele
functies)
Voorbeeld
fundamentele
functies:
detailhandel
à
Ondersteuning
bedrijfsprocessen:
computerinformatiesystemen
om
aankopen
te
registreren,
voorraadbeheer,
betaling
WN’ers,
etc..
Bv.
Kassa-‐IS
in
Colruyt
(info=barcode,
gekoppeld
aan
systemen),
voorraadsyst.
Ikea,
betaling
WN’er,..
à
Ondersteuning
besluitvorming:
locatie
nieuwe
winkel,
analyse
van
consumentengedrag,
etc..
Bv.
Welke
klanten
targetten?
Welke
klanten
zijn
een
risico?
Agressieve
strat
Starbucks,
Netflix
BE,..
à
Ondersteuning
strategiën
vr
concurrentievoordeel:
e-‐commerce,
apps
van
winkels,
e-‐banking,
etc..
Bv.
IKEA
online
stockcheck
à
Als
men
dat
niet
zou
ontwikkelen
,
doet
concur.
het
à
concurr.nadeel
-‐
Interplay
tussen
functies
(bep.
systeem
kan
tegelijkertijd
≠
rollen
opnemen)
-‐
Integratie
van
systemen
die
functies
ondersteunen
1.1.2.2
Trends
in
IS
(examentip)
-‐
2000-‐2010:
Entreprise
resource
panning
(ERP)
en
bedrijfsinformatie
à
Ondernemingsbrede
applicaties
met
gezamenlijke
interface
(IS
die
alle
bestaande
IS’en
in
een
bedrijf
koppelen
om
optimaler
te
plannen
en
af
te
stemmen)
à
Supply
chain
management
systemen
(element
binnen
ERP
gericht
op
logistieke
keten)
à
Datamining
&
weergave
v.gegevens,klantrelatiebeheer,beheer
v.toeleveringsketen,..
(big
data)
-‐
1990-‐
2000:
Elektronisch
zakendoen
en
elektronische
handel
(zakendoen
via
internet)
à
Internetondernemingen
à
E-‐business
onderneming
(Ook
intranetten
en
andere
netwerken)
à
Wereldwijde
elektronische
handel
(elektronisch
zakendoen
via
inernet)
à
Opkomst
internet
&
netwerktechnologie
heeft
basis
gelegd
aan
overkoepelende
systemen