Hoofdstuk 2: communiceren
2.1. Persoon, relationele situatie en structurele situatie
Mensen kan je niet los zien van hun concrete leefsituatie. Er is een voortdurende
wisselwerking tussen de persoon en de werkelijkheid die hem omringt. Je wordt wie je bent
door toedoen van alle ervaringen, invloeden vanuit je leefwereld.
Waarden+normen wordt bepaald door je gezin, school, vrienden,... Maar ook door bepaalde
gebeurtenissen, door de huidige economische situatie, tradities...
Kort: De situatie(s) die je als persoon beleeft maken je mee tot wie je bent, geven mee vorm
aan je leven en beïnvloeden jou constant in elk van de rollen die je uitoefent.
Je kan 3 bestaanskringen onderscheiden op 3 verschillende niveaus. Ze zijn niet van
elkaar los te maken zijn en ook voortdurend op elkaar inspelen, maar wel van
elkaar te onderscheiden zijn: de persoon, de relationele situatie en de structurele
situatie:
1. Persoon: ik
(micro)
2. Relationele
situatie: wij
(meso)
3. Structurele
situatie:
context
(macro)
Persoonsniveau (microniveau)
= alle elementen die tot iemands eigenheid behoren = uniek
geslacht, leeftijd, beroep, fysische & psychische eigenschappen, ...
Vb.: Ik ben Els, 18 jaar,hevig temperament. Ik hou van gezelligheid en sport graag. Ik ga naar
de Chiro.
Relationele Situatie (mesoniveau)
= relaties die men heeft met anderen & de manier waarop men deze relaties omschrijft en
hoe men ermee omgaat.
netwerk van sociale contacten, lidmaatschap van groepen en sociale eenheden.
Vb.: Ik ben Stijn, 18 jaar. Ik ben lang bij de Chiro en niemand kan tussen mijn vrienden
komen.
Structurele Situatie (macroniveau)
= fenomenen in de samenleving; de economie, het recht (wetgeving), het onderwijs, de
actualiteit, …
, context of leefomgeving, organisaties, woonsituatie, structurele voorzieningen, … nu=
corona, energiecrisis, stad opgroeien is verschillend met een dorp,...
Vb.: Ik zit in het 1ste jaar Hoger Onderwijs, op een campus die zo groot is dat ik er amper
mijn weg in vond bij het begin van het academiejaar. Omdat ik tamelijk veraf woon en er
weinig openbaar vervoer is, heb ik nu een kot. Ik studeer sociaal werk. Met dat diploma hoop
ik uiteindelijk snel werk te vinden.
Referentiekader / betekeniskader van de MA:
= rugzak die continu gevuld wordt met ervaringen maakt jou jou, de bril dat je ophebt
waardoor je mening hebt op bepaalde dingen (n+w)
- wisselwerking tussen de 3 niveaus
- eigen denk-, leef- en gevoelswereld
- geen statisch gegeven.
!! Jij als MA:
- bewust zijn van eigen betekeniskader (n+w)!!
- bewust zijn + respecteren van het betekeniskader (n+m) van anderen!! geen
vooroordelen!
Vanuit welke bril je kijkt, beinvloed de
situatie
Communiceren
• =
• op verschillende manieren het overbrengen en ontvangen van een boodschap;
• =het uitwisselen van informatie tussen mensen;
• =doorlopend proces van informatie uitwisselen: de een reageert steeds op de ander =
interactie.
• : luisteren, spreken, schrijven en lezen.
Doel:
• Elkaar willen bereiken: je wilt de ander iets vragen of zeggen.
• Zorgen voor meer contact, een betere omgang met elkaar.
• Elkaar beter leren kennen en beter begrijpen.
• Betere samenwerking.
• Zorgt voor betere dienst en zorgverlening.