1 – Inleiding
De richtlijn bied handvatten voor de hulp aan gezinnen waar langdurige, meervoudige en ernstige
problemen spelen en die volgens de betrokken hulpverleners weerbarstig zijn voor hulp.
Uitgangspunten
Deze richtlijn geeft een antwoord op de volgende uitgangspunten:
1. Welk type multiprobleemgezin en hulpvragen/problematiek kunnen worden onderscheiden?
2. Wat is ‘goed genoeg’ ouderschap? Wat moeten ouders hun kind minimaal (kunnen) bieden? Hoe
brengen we dit in kaart?
3. Wat zijn, voor welk type gezinnen, effectieve interventies om ‘goed genoeg’ ouderschap te
realiseren?
4. Hoe ziet effectief casemanagement (regie, coördinatie van zorg) voor multiprobleemgezinnen
eruit?
5. Hoe kunnen hulpverleners de voortgang monitoren en nagaan of de ingezette hulp wel of niet
aanslaat?
Gedeelde besluitvorming
Het is van groot belang dat de jeugdprofessional de ouders en jeugdige betrekt bij het hele proces
van besluitvorming. Hiervoor is het belangrijk dat ze geïnformeerd zijn. In principe volgt de
professional bij de besluitvorming de voorkeur van ouders en jeugdige, tenzij de veiligheid van de
jeugdige in het geding is.
Onder samenwerking wordt verstaan dat de jeugdprofessional:
- luistert naar de verwachtingen en wensen van de ouders en jeugdige, deze zijn leidend in het
hele proces;
- ouders en jeugdigen informeert over wat wel en niet werkt bij bepaalde problemen;
- uitleg geeft over verschillende stappen in het proces van diagnostiek en behandeling;
- verschillende hulpmiddelen voorlegt en de voor en nadelen bespreekt;
- er voortdurend rekening mee houdt dat de ouders en jeugdige onvoldoende kracht,
vaardigheden of inzicht kunnen hebben om optimaal van de aangeboden hulp gebruik te maken;
- oog heeft voor het hele gezin;
- zich aanpast aan het tempo;
- zijn taalgebruik afstemt;
- ouders bij een zorgsignaal zo snel mogelijk betrekt;
- ouders in een open sfeer uitnodigt tot samenwerking;
- open en niet-veroordelend luistert naar het individuele verhaal van elke ouder en elke jeugdige
en naar de problemen die zij ervaren;
- oog heeft voor de mate waarin ouders zich gestuurd voelen of vrijwillig hulp gezocht hebben;
- uitgaat van de kracht en motivatie van ouders om in de opvoeding bepaalde doelen te bereiken;
- met ouders en jeugdige afstemt wat reëel en ‘goed genoeg’ is.
Ook ouders en jeugdige dienen mee te werken, door zich bewust te zijn van hun eigen
verantwoordelijkheid en mogelijkheden, zelf de regie te hebben, bereid zijn tot samenwerking,
ondersteuning toestaan en op tijd aangeven dat iets niet werkt of past.
, 3 – Multiprobleemgezinnen: definitie en kenmerken
Multiprobleemgezinnen volgens Baartman (1998): een gezin van minimaal één ouder en één kind
dat langdurig kampt met een combinatie van sociaaleconomische en psychosociale problemen.
Ghesquière (1993) voegt daar aan toe: de betrokken hulpverleners binden dat het gezin weerbarstig
is voor hulp.
Multiprobleemgezinnen hebben verschillende kenmerken en problemen die tegelijkertijd op
verschillende domeinen in het gezin en de context/leefsituatie rond het gezin spelen. Weerbarstig
voor hulp heeft vaak te maken met niet kunnen: het lukt de gezinsleden niet te veranderen, ondanks
alle hulp die ze al gehad hebben.
Bodden en Dekovic (2010) stellen dat multiprobleemgezinnen op minimaal zes van de volgende
zeven domeinen langdurige problemen ervaart (per domein minimaal één factor):
1. Kindfactoren: psychische of psychosociale problemen inclusief ontwikkelingsproblemen,
gedragsproblemen, psychosomatische problemen en verslavingen, cognitieve problemen en
verstandelijke handicaps, slachtoffer of getuige van mishandeling, misbruik, verwaarlozing of
huiselijk geweld.
2. Ouderfactoren: psychische of psychosociale problemen inclusief psychosomatische problemen,
gedragsproblemen en verslaving, cognitieve problemen en verstandelijke handicaps, slachtoffer,
getuige of dader van mishandeling, misbruik, verwaarlozing of huiselijk geweld.
3. Opvoedingsfactoren: onvoldoende of inconsistente opvoedingsstrategieën, pedagogische
onmacht, weinig consistentie, weinig responsiviteit, veel harde discipline, afwijzing, gebrek aan
gedragscontrole, veel psychologische controle, onveilige hechting.
4. Gezinsfunctioneren: relatieproblemen, conflicten, communicatieproblemen, weinig cohesie, veel
externe locus of control, geen organisatie.
5. Contextuele factoren: meerdere negatieve levensgebeurtenissen, financiële problemen, lage
sociaaleconomische status.
6. Sociaal netwerk: verstoord of gebrek aan sociaal netwerk, conflicten met buurtbewoners en
vrienden
7. Hulpverlening: lange geschiedenis van hulpverlener, uithuisplaatsing.
Baartman zegt dat het onjuist is de complexiteit van de problematiek in deze gezinnen te herleiden
tot individuele tekorten, maar het is ook onjuist om ze te herleiden tot de ongunstige
omstandigheden waarin de gezinnen leven; beide zijn van belang en hebben invloed.
Belangrijkste kenmerken van multiprobleemgezinnen:
- Problemen van psychosociale aard. Externaliserende en internaliserende problemen. Vaker
sprake van verslaving, alleenstaand ouderschap, tienerzwangerschap en een verstandelijke
beperking. Problemen in de opvoeding, ouders en jeugdigen voelen zich minder gehecht aan
elkaar. Intergenerationele overdracht.
- Sociaaleconomische problemen. Vaak financiële problemen, schulden, armoede, sociale isolatie.
- Problemen met hulpverlening. Zowel vanuit de gezinnen als vanuit de hulpverlener. Ouders
vinden het moeilijk om toe te geven dat er een probleem is en zoeken geen hulp. Hulpverleners
versterken of veroorzaken problemen door de problemen geïsoleerd aan te pakken en door te
hameren op ontbrekende motivatie waardoor multiprobleemgezinnen veel hulpverleners
verslijten en hulpverleningstrajecten achter elkaar doorlopen.
De verschillende problemen beïnvloeden elkaar op een lastig te achterhalen manier. Er is geen
sprake van een duidelijk patroon van oorzaak en gevolg, de problemen en kenmerken beïnvloeden
elkaar over en weer op verschillende niveaus. De problemen en kenmerken versterken elkaar: ze
houden elkaar in stand en lokken elkaar uit.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MarielleJonker. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.