Samenvatting motorisch leren 2021-2022
Hoofdstuk 1: controle van beweging
1. Motorische controle en motorisch leren: definiëring en domeinbepaling
Motorische controle de processen die een rol spelen om te komen tot actie.
Motorisch leren veranderingen in het proces (of de processen) van motorische controle die
optreden in verloop van de tijd.
Motorische ontwikkeling het opgroeien van baby tot volwassene
Motorisch herleren Wanneer er sprake is van functieverlies en men iemand opnieuw een
motorische vaardigheid wil aanleren. Hierbij is het belangrijk om te begrijpen hoe beweging tot
stand komt.
2. Motorisch gedrag en motorische controle
2.1. Motorisch gedrag
Motorisch gedrag gedrag dat tot stand wordt gebracht door het uitoefenen van spierkrachten
die inwerken op de ledematen of andere lichaamsdelen. Ook het stilhouden van het hoofd door
werking van de spieren, zonder beweging, is er sprake van motorisch gedrag.
Motorisch gedrag is complex en in de meeste gevallen is het niet willekeurig maar wordt het
gedrag vertoond met een doel voor ogen. Het is complex en flexibel. Het is een term die alle
bewegingen omvat die gedurende een bepaalde tijdsperiode uitgevoerd kunnen worden.
Doelgerichte motorische actie “iets” wat gedaan kan worden om een doel te bereiken dat je
voor ogen hebt. Het wijst op de verschillende acties die ondernomen moeten worden.
Elementaire acties bouwstenen waaruit meer complexe acties kunnen opgebouwd worden.
Motorische fit om in verschillende omstandigheden toch steeds dezelfde actie te kunnen
uitvoeren, zijn verschillende bewegingspatronen en spieractivatiepatronen vereist.
Het motorisch gedrag moet aangepast zijn aan de omstandigheden.
Vrijheidsgraden zorgen voor adaptiviteit.
Dit fenomeen van motorische fit, en het optreden van adaptief gedrag, geeft aanleiding tot
motorische equivalentie Twee bewegingen, of spieractivatiepatronen, zijn equivalent
wanneer ze tot hetzelfde resultaat leiden ook al zijn ze verschillend op andere domeinen.
2.2. Vrijwillige en doelgerichte bewegingen
Adaptief
Persistance in response of failure
Gericht op bereiken van het doel
Vrijwillig (motorisch) gedrag (motorisch) gedrag dat wordt uitgevoerd met de bewuste
intentie om een doel te bereiken. De uitvoerder is zich bewust van de keuze om het gedrag
al of niet te vertonen.
Onvrijwillig gedrag geen bewuste intentie, de uitvoerder heeft geen (bewuste) keuze om
het gedrag al of niet uit te voeren. Let op, gedrag waartoe iemand gedwongen wordt is geen
onvrijwillig gedrag. Het zijn reflexmatige bewegingen.
1
, De pupilreflex heeft een duidelijk doel maar toch beschouwen we de bewegingen van de
oogspieren niet als doelgericht. Dit heeft te maken met 1) het adaptief vermogen en 2)
volharding in geval van falen (“persistance in response to failure”).
Doelgerichte bewegingen zijn adaptief, in tegenstelling tot reflexpatronen, deze zijn
stereotiep.
Doelgerichte bewegingen gericht op het bereiken van een doel, maar ook gestuurd door
het doel. Dit betekent dat er een interne representatie moet zijn van het te bereiken doel.
Interne representatie doet dienst als referentie waartegen we de uitgevoerde actie
afwegen om te bepalen of het doel al of niet werd bereikt. Deze interne representatie
omvat:
- informatie die opgeslagen is in het centraal zenuwstelsel.
OF
- informatie die binnen komt via de zintuigen.
2.3. Controle van vrijwillige en doelgerichte bewegingen
Sensorimotorische principe Zintuiglijke waarneming is essentieel voor het uitvoeren van
doelgerichte bewegingen. Doelgericht motorisch gedrag is sensorimotorisch gedrag.
Het sensorimotorische principe is gerelateerd aan het kenmerk van adaptibiliteit. Het zich
kunnen aanpassen aan andere of nieuwe omstandigheden een essentieel kenmerk is van
doelgerichte beweging. Deze aanpassing kan alleen gebeuren wanneer er informatie
binnenkomt bij de uitvoerder over de omstandigheden. Het is ook gerelateerd aan de
volharding in geval van falen.
Perceptie verwijst naar de integratie van verschillende waarnemingen tot betekenisvolle
informatie. Het is noodzakelijk om onze bewegingen aan te passen aan de omstandigheden.
Perceptie bepaalt onze acties.
Perifere benadering bewegingen worden gecontroleerd op basis van feedback verkregen
uit spieren en gewrichten (proprioceptie), vestibulaire, visuele en auditieve informatie
(“closed loop”).
Centrale benadering bewegingen worden vooraf geprogrammeerd, waarbij feedback
niet noodzakelijk wordt geacht voor het tot stand komen en uitvoeren van deze bewegingen
(“open loop”).
3. Hoe komt beweging tot stand? Een historische visie
Vb. Stimulus-respons theorie van Pavlov.
2
,4. Hoe komt beweging tot stand? Een geïntegreerde visie
(lezen)
4.1. Neurale controle
Neurale controle alle processen die zich afspelen in het zenuwstelsel. Deze processen
starten in de hersenen.
actiepotentiaal
(lezen p14 &
p15)
3
, 4.1.1. Het centrale zenuwstelsel: de hersenschors of cortex
Localisation of function Het is algemeen aanvaard dat de verschillende regio’s van
de hersenen gespecialiseerd zijn voor het uitvoeren van verschillende functies. Kennis
hiervan is van groot belang bij neuro-revalidatie.
De cerebrale cortex wordt onderverdeeld in 4 kwabben met eigen functies.
Ook is er een specialisatie van linker en rechter hemisfeer terug te vinden:
- De occipitale kwab/ posterieure
cortex (visuele cortex,
sensoriele informatieverwerking
en receptieve functies)
- De pariëtale kwab (“WAAR”:
spatiale perceptie (R), spatiale
aandacht (R), lichaamsschema
(L), posturaal lichaamsschema
(R), integratie van sensorische
informatie)
- De temporale kwab (“WAT”:
reuk, gehoor, objectherkenning
(R), herkenning van taal (L),
affect en persoonlijkheid)
- De frontale kwab (complexe
mentale functies, motorische controle
van vrijwillige beweging, planning).
Praxis Het uitvoeren van vrijwillige en doelgerichte bewegingen vereist dat
motorische vaardigheden op een interactieve manier kunnen uitgevoerd worden in
variërende omstandigheden en als respons op diverse stimuli. Vereist een goede
communicatie en een goede samenwerking tussen de posterieure en anterieure delen
van de cortex (hersenschors).
Apraxie het onvermogen om complexe handelingen uit te voeren, niet omwille van
een parese, sensibiliteitsstoornissen, ataxie of verminderd bewustzijn.
4.1.2. Primaire motorische cortex
Ter hoogte van de frontale kwab (frontale cortex), vlak voor de sulcus centralis, ligt de
motorische cortex. Deze is een belangrijke regio voor de controle van vrijwillige,
doelgerichte bewegingen.
- Primaire motorische cortex of primaire motorische schors (M1)
- Premotorische cortex of premotorische schors
- Supplementaire motorische schors (SMA)
- Pre-SMA (rostraal van SMA)
Ook het centrum van Broca (motorisch spraakcentrum) en het frontale blikcentrum
(aansturen van oogbewegingen) zijn gelegen op de frontale cortex, grenzend aan de
premotorische cortex.
4