1. Introductie
1.1. Voorbeschouwing
Sleutelvragen:
• Wat is strategie? Wat bedoelen we ermee?
• Wat zijn de dimensies en niveaus van strategie?
• Wat zijn de strategische sleutel-keuzes die moeten gemaakt worden?
De eigenheid van strategie:
Strategie is noodzakelijk, omdat de omgeving dynamisch is. Denk de omgeving weg of houd
deze stabiel, dan is strategie onbelangrijk.
De eigenheid van ondernemingen en hun omgeving:
Het zijn open, sociale en doelgerichte systemen. Dit maakt dat ondernemingen moeilijk aan
te sturen en te optimaliseren zijn.
Groep mensen in een hiërarchisch structuur.
Doelen (→ H3).
Wanneer de omgeving verandert, zouden ondernemingen ook moeten veranderen,
maar dat gebeurt vaak traag.
De turbulentie in de omgeving:
Organisaties begeven zich in een turbulente omgeving die men kan beschrijven als VUCA
(Volatile, Uncertain, Complex, Ambigue). Er zijn veranderingen in vele industrieën (auto,
media, financiële markten etc.) en er zijn shifts in de diverse aspecten van de omgeving
(geopolitiek, environmental, biologisch). “The future is uncharted”: je kan de toekomst niet
voorspellen. Hoe leidt je dan een bedrijf?
Verder zijn veranderingen in organisaties moeilijk:
"In de volatiele en onzekere wereld van vandaag kunnen bedrijven die hun markt
decennia lang hebben gedomineerd, worden overrompeld door nieuwkomers met
radicale nieuwe bedrijfsmodellen”
Veranderingen → opportunity set → value creation potential → strategie aanpassen
→organisatie aanpassen → performantie. Het is een heel lange weg met heel wat
obstakels die ervoor kunnen zorgen dat organisaties zich niet succesvol kunnen
aanpassen.
1
,Men zit dus in doelgerichte, sociale en open systemen die zich in een VUCA-omgeving
bevinden. Hier gaan enkele belangrijke kenmerken/dynamieken mee gepaard:
• Geen automatische koppeling tussen omgeving en onderneming: het is dynamisch
doorheen de tijd. Het is niet omdat klanten veranderen, dat bedrijven automatisch
mee veranderen. Een industrie kan zeer lang vastzitten in een bepaalde technologie.
Het is niet omdat iets mogelijk is, dat het ook zo is.
• Geen perfecte rationaliteit, wel bounded rationality: beslissingen worden niet op een
volledig perfecte, economisch logische manier gemaakt (→ H3).
• Equivocality: dit is het aansturen van een onderneming. Het gaat over de ambiguïteit.
Strategische problemen zijn vaak ambigu en men weet niet op voorhand wat er nu
juist/fout is en in welke richting we moeten zoeken. Als je onzeker bent, dan kan je
meer info verzamelen, maar dat gaat eigenlijk niet helpen want het komt vaak neer
op jouw eigen preferenties. Het is geen onzekerheidsprobleem waar je info voor kan
opzoeken, er is een judgment nodig, het hoeft niet perfect rationeel te zijn.
• Belang van voorkeuren, keuzes en judgment: A-rationaliteit/A-logica: dit is
preferentiële logica, het primeert op kwantitatieve en kwalitatieve logica. Je moet
kijken naar de voorkeuren (→ H3).
• Equifinaliteit: er bestaat geen one-best way om succesvol te zijn m.a.w. organisaties
moeten hun eigen weg uitstippelen en er zijn verschillende wegen naar succes.
Definities van strategie
1. Het bepalen van doelstellingen op LT van een onderneming, en het vaststellen van de
gedragslijn en de toewijzing van middelen die nodig zijn om deze doelstellingen te
verwezenlijken. (Alfred Chandler)
2. Strategie gaat over het bereiken van succes. Strategie is belangrijk voor succes, zowel
voor organisaties als voor individuen. Strategie is geen gedetailleerd plan of
programma van instructies; het is een samenbindend thema dat samenhang en
richting geeft aan de acties en besluiten van een individu of een organisatie. (Robert
Grant)
3. Strategie is de manier van handelen om het doel van een organisatie te bereiken.
Het speelveld van strategie: afstemming tussen de onderneming en de omgeving = strategic
fit; een dynamisch gegeven in de tijd: het is niet omdat je op 1 punt succesvol bent, dat je
ook op een later punt succesvol zal zijn. Vb. Toen General motors nog even oud waren als
Google, waren zij eigenlijk veel innovatiever. Alles heeft dus te maken met de tijd waarin je
opereert.
• Focus op interne kant van de stratgic fit: middelen, activiteiten etc.
• Focus op externe kant van de strategic fit: omgeving, (veranderingen in) markten.
Strategic fit leidt tot ‘succes’, maar wat is succes? → nabespreking.
Strategie >> businessmodel: een businessmodel is typisch 1 stuk van een bedrijf.
• Een businessmodel:
o Bespreekt hoe een bedrijf inkomsten genereert, de kostenstructuur, hoe de
markt wordt benaderd en de organisatorisch middelen nodig om dit te doen.
2
, o Is geldig voor een product/markt-combinatie (of een groep of gelijkaardige
product/markt-combinaties) en voor een zekere tijdsperiode (er is een
houdbaarheidsdatum).
• Strategie heeft een bredere scope. Het geeft aan hoe een onderneming/organisatie
zich over de tijd verhoudt ten opzichte van de (veranderende) omgeving.
Vb. Netflix: het bedrijf bestaat helemaal nog niet zo lang en in die periode hebben ze zeker al
4/5 keer hun businessmodel moeten aanpassen: van DVD naar streaming (echt disruptie),
overgaan naar het maken van nieuwe content (content dat nog steeds door andere
bedrijven gemaakt werd), eigen studio’s beginnen maken, van binnenlandse naar
internationale speler, nu gaming (om te diversifiëren). Dit zijn dus eigenlijk allemaal
businessmodellen en strategie is eigenlijk de lijn daardoorheen en omvat eigenlijk die
verschillende businessmodellen.
Brede definitie van strategie:
"Een actieplan om het doel van een organisatie te bereiken". Dimensies zijn geen
onderdelen. Elk strategisch probleem is 3D (wij gaan die uit elkaar trekken.) Strategische
keuzes (→ H2&3) staan dus niet volledig los van elkaar en we krijgen pas een volledig beeld
als we een holistische benadering volgen.
1.2. Dimensies van strategie
3 dimensies: process, context en content. Purpose drijft deze 3 voort.
Vb. Intercontinental Hotel Group (IHG).
• Content: een hotelgroep voor 2020 van 5900 hotels, waarvan er slechts 8 in handen
waren van IHG (die een franchiseovereenkomst hadden). Hierdoor kan je de
variabiliteit uit uw inkomsten halen = asset light businessmodel.
• Process: het is veel moeilijker als buitenstaander om te weten wat er nu gebeurt:
Hoe zijn ze nu tot die keuzes gekomen? Waarom kozen ze voor asset light? Hoe
veranderde de organisatie? Hoe doen ze aan innovatie binnen die organisatie?
• Context: onderscheid maken tussen pre-corona en post- corona: op dat moment
digital disruptie & geluk: net voor corona zag je dat er een enorme boost was op de
opkomende markten en hadden veel luxe hotels in hun groep een tailwind effect:
veel tekorten aan hotelkamer in VS waardoor ze een veel hogere prijszetting konden
doen.
3
, Dimensies:
• Strategie-inhoud (content): de besluiten en keuzes die een bedrijf naar de toekomst
leiden. Behandelt het "wat" van strategie: wat is, en zou de strategie moeten zijn
voor het bedrijf en elk van zijn samenstellende eenheden?
• Strategieproces: de manier waarop strategieën tot stand komen. Betrokken op het
'hoe, wie, wanneer': hoe wordt, en moet, strategie gemaakt, geanalyseerd,
gedroomd, geformuleerd geïmplementeerd, gewijzigd en gecontroleerd worden. Wie
is daarbij betrokken? En wanneer vinden de noodzakelijke activiteiten plaats?
• Strategiecontext: het geheel van omstandigheden waaronder de inhoud en het
proces van de strategie worden bepaald. Betrokken op het "waar" van strategie:
waar (in welke firma/omgeving) zijn het strategieproces en de strategie-inhoud
ingebed?
Deze dimensies zijn niet te onderscheiden, elk strategisch probleem is 3 dimensioneel.
Strategie-inhoud (content)
Strategieën kunnen worden gemaakt voor verschillende groepen mensen of activiteiten
binnen een organisatie.
Strategie op het functionele niveau verwijzen naar vragen over specifieke functionele
aspecten van een bedrijf (operationele strategie, marketingstrategie, financiële
strategie etc.)
Strategie op bedrijfsniveau vereist de integratie van strategieën op functioneel
niveau voor een afzonderlijke reeks producten/diensten bestemd voor een specifieke
groep klanten.
Veel bedrijven zijn actief in 2 of meer businesses en in deze multi-businesses is een
strategie op ondernemingsniveau vereist die de verschillende strategieën op
bedrijfsniveau op elkaar afstemt.
Bedrijven clusteren vaak samen in groepen van 2 of meer samenwerkings-
organisaties. Dit niveau wordt het multi-ondernemingen- of netwerkniveau
genoemd. De meeste multi-ondernemingengroepen bestaan uit slechts enkele
partijen zoals het geval is bij strategische allianties, joint ventures en
waardetoevoegende samenwerkingsverbanden. Wanneer een strategie wordt
ontwikkeld voor een groep van bedrijven, wordt dit een strategie op netwerkniveau
genoemd.
Brussels airlines: strategie op bedrijfsniveau (→ H4).
Lufthansa: strategie op ondernemingsniveau (→ H5).
Star Alliance: strategie op netwerkniveau (→ H6).
4