Voor een goed begrip, opvoeding what’s
in a name?
Naar een omschrijving van: wat is opvoeding?
Opvoeding is sinds een x aantal jaar geleden sterk geëvolueerd. Het is een tijd- en
cultuurgebonden verhaal. Bv: De pedagogische tik, deze werd vroeger aanvaard door de
maatschappij en nu niet meer. Ook de cultuur speelt een rol, in bepaalde culturen wordt het
aanzien als iets goed, in andere culturen is dit niet aanvaardbaar.
Opvoeding volgens kinderen
Leren
• Leren leren, leren wat wel en niet mag, sociale vaardigheden leren, …
Ontwikkeling ondersteunen
• Eten geven, voor je zorgen, …
Dimensie van vrijheid
• Wederzijdse opvoeding: Elkaar helpen groot worden, elkaar helpen groeien. Bv:
Wanneer je ouder bent en een kind hebt, heb je ouderlijke verwachtingen.
• Kinderen leren vrijheid te nemen. Bv: Kinderen smoesjes laten bedenken om zo meer
vrij te zijn.
Opvoeding volgens pedagogen
Er zijn verschillende pedagogen met een verschillend beeld over opvoeding.
Enkele definities doorheen de tijd
Langeveld
• Pedagogische ingrijpen in liefde en vertrouwen gericht op zelfverantwoordelijke
zelfbepaling.
Geschreven tijdens WOII.
Het was een katholieke ontkoppeling.
Het kind staat centraal.
De kinderen moeten alles waartoe ze in staat zijn zelf doen, tot dan nemen de
ouders/opvoeders het over voor het kind.
De Keyser
• Hulp bieden ter ondersteuning van de zelfactiviteit op weg naar meerwaarde met het
oog op een zo groot mogelijke zelfstandigheid.
, Iedere opvoeder en opvoedeling zijn uniek.
Kinderen met een beperking moeten ondersteuning krijgen om zo een groot
mogelijke zelfstandigheid te creëren.
Hellinckx
• Een complex fenomeen dat verweven is met andere aspecten van het dagelijks leven.
De kern van het opvoeden bestaat uit veelvuldige interacties tussen een kind en een
opvoeder. Als een opvoeder beschouwen we iedereen die gedurende langere tijd dag
in dag uit met een kind samenleeft en zich verantwoordelijk voelt en weet voor de
ontwikkeling en de toekomst van het kind.
De ruimere context speelt een belangrijke rol.
Samen kijken naar… Hij trekt er andere personen bij.
Diekstra
• Opvoeding is iedere invloed die mensen, bedoel of onbedoeld, uitoefenen op de
ontwikkeling van kinderen.
Opvoeden is mensenwerk.
Door gewoon bij het kind te zijn voeden we op, bedoeld of onbedoeld. Bv:
Een man en een kind staan te wachten aan een rood verkeerslicht. De man is
gehaast en steekt, terwijl het rood is, over. Nu denkt het kind dat hij dat ook
mag, ook al heeft de opvoeder hem dat zo niet aangeleerd.
Kinderen vertonen modellerend gedrag over.
Wat zeggen ons deze “omschrijvingen”
In functie van tijd en context (cultuur)
Tijd
• Vroeger was het moeilijker. Er waren andere opvoedingsvraagstukken.
Bv: Mag een kind van 12 jaar een gsm? -> Vroeger niet. Er was geen media,
geen super verre reizen die men kon betalen, …
Cultuur
• Niet elke cultuur heeft dezelfde opvoeding.
Bv: Congo slaagt de telefoon over.
Klemtoon op kind en/of opvoeder en/of context
Hoe een persoon zelf is opgevoed, neemt die mee in zijn eigen opvoeding.
• Bv: Ik heb geleerd van mijn ouders om geen gsm aan tafel te gebruiken, dan ga ik
mijn kinderen dit ook zo aanleren.
,Mensenwerk: Leren? Trial en error?
Leren
• Opvoeders leren ook nog. Men leert om te gaan met en in situaties. Ook leert men
om gepast te reageren op bepaalde personen. Ze leren om uit hun eigen waarden en
normen te stappen.
Trial en error
• Proberen en missen.
• Van fouten leer je. Het is een manier om iets te leren of om een oplossing te vinden.
• Als een bepaald iets niet werkt, dan pas je het aan tot dat het werkt.
Veel variatie mogelijk
Eerst kijken en dan pas oordelen. Er is geen juiste manier van opvoeden. Vele wegen leiden
tot een goede opvoeding. Iedereen voedt een kind zelf op hoe die dat wilt. Het beste is om
er samen eens naar te kijken en om de sterktes te bekrachtigen. Er moet gekeken worden
naar de positieve punten in de opvoeding.
Impliciet/intentioneel
Impliciet
• Niet benoemd, uitgesproken, getoond worden.
• De context neemt het verhaal met zich mee.
Bv: een kampvuur, brunch organiseren
Intentioneel
• Doelbewust of opzettelijk.
• Meer intentionele gesprekken.
Bv: praten met een van de opvoeders over seks.
Toekomstgerichtheid
Een opvoeder moet:
• Zelfstandigheid geven aan het kind.
• Flexibel leren omgaan met de regels waardoor men later zelf ook meer flexibel is.
Het is iets dat men onbewust of bewust meegeeft voor de toekomst van het kind.
• Bv: de opvoeder steekt een appel in de boekentas van het kind -> het kind gaat zeer
gezond eten.
,Complementair
Men leert van elkaar.
• Bv: Een opa leert een kleindochter stappen.
Wanneer hij merkt dat ze al een beetje
zelfstandig kan stappen laat hij haar handjes
losser dan ervoor. Ze leren elkaar vertrouwen.
Het kind wilt een volgende stap in de
ontwikkeling doen en kan dit ook met minder
hulp.
Filmpje: leren lopen met opa.
Circulair
Kinderen gaan door interactie gedrag oproepen. Hieruit leert zowel het kind als de opvoeder.
• Het kind leert hieruit dat als hij/zij een bepaalde handeling, gedrag of emotie uitvoert
dat hij/zij krijgt waar men om gevraagd heeft (kinderen leren van opvoeders).
• De opvoeder leert dat als het kind het gevraagde krijgt, het kind blij is en er niet meer
achter gaat vragen (opvoeders leren van kinderen).
Er is een circulair proces: Kind zeurt om een
snoepje
• Bv: Een jongentje zeurt voor een
Kind heeft geleerd
snoepje. Papa zegt neen, dus gaat ? Papa zegt “neen”
het kindje op de grond liggen en
begint te roepen, stampen,…
Uiteindelijk geeft zijn vader een
Kind smijt zich op
snoepje en zeurt het kindje niet Papa is blij de grond en begint
wild te trappen
meer. De vader is blij, dus heeft het
kind geleerd dat als die op de
grond gaat liggen en stampt, Kind zeurt niet
meer
Papa geeft
snoepje
schreeuwt,… het een snoepje krijgt.
Men moet kijken naar wat er positief verloopt. De media heeft een zeer grote invloed. Bv:
Gedrag versterken door geluid.
Filmpje: Dario gaat in de aanval, over agressie.
, Opvoeding: een maatschappelijke opdracht?
Opvoeden als functioneel proces
Hellinckx!
Er is een keten van interacties tussen opvoeder en kind op verschillende domeinen.
Filmpje: eten en kleuters.
Voorbeelden van domeinen (samen-leven):
• Werken/leren
• Verzorging
• Spelen/ontspannen
• (sociale) omgang
Kinderen mogen niet verplicht worden om dingen te doen waar ze
zich niet goed bij voelen. De opvoeder moet het gedrag van het
kind observeren en kijken waar het zich op zijn gemakt voelt en
waar niet. Ouders kunnen hen wel leren om een boodschap mee te
geven.
• Bv: een kind weet niet wie die een kus of een hand moet
geven bij Nieuwjaar.
Op zijn gemak -> kus
Niet zo op zijn gemak -> hand
Culturele boodschap: Gelukkig Nieuwjaar zeggen.
Opvoeden met een maatschappelijke norm
Een maatschappelijke norm is een grens die door de samenleving gemaakt wordt. Er is een
maatschappelijke verontwaardiging. Het is onaanvaardbaar voor de maatschappij.
• Bv: Dutroux die kinderen in een kelder steekt wordt niet aanvaard.
Als een maatschappelijke norm overtreden wordt gaan de meeste mensen optreden en in
actie schieten.
Kinderen met een handicap behoren niet tot het gezin of de maatschappij. Ze worden
weggezet uit de maatschappij. Hoe verandert men dat en maakt men dat bespreekbaar?