Hoofdstuk 1: historiek
1.1 Vroege geschiedenis
1500 voor christus: Eerst mensen proeven en dan pas dierenproeven
Vanaf 0 ( na christus) zie je dierproeven -> galenus
- Varkens, honden, apen -> dierlijk lichaam onderzoeken
- Expirmentele onderzoeken
- Dier als model voor mens -> gelijkenis
Vanaf de 4e eeuw valt dit dierproeven stil: fundamenteel verschil tussen mens en dier
dus dierenproeven hebben geen zin
- Bepaalde christendom indeling
1.2 Renissance: Vanaf de 15e eeuw
= Terug heruitgave van galenus
Nieuwe wetenschappers: parcelsus en andreas versalius ( anatomie)
1596-1650: renè descartes (= inpact biologische)
= het cartiaans beeld van het dier: Vanaf hier het dier als referentie beeld “ klik”
- Filosofie: dier als mechanism object dus geen bewustzijn geen pijn -> biologische klok
- Hierdoor kan je veel met dieren doen zonder dat je u moet zorgen maken dat je ze
pijn doet -> grote repercusis in ontwikkeling van biologisch dierkundig onderzoek
1.3 17e eeuw en verder..
= vivisectie ( snijden in levende lichaam) -> Veel info hierdoor zoals systeem bloedomloop
- 17e eeuw: pijn bestrijding bestond nog niet ( behalve bedwelming met eter)
- 2e helft van 19e eeuw: grote groei vivisectie, ondekking anesthesie ( hierdoor nog
makkelijker proeven doen) , en darwinisme filosofie waaarbij mensen eigenlijk dieren zijn
(= makkelijk verklaring dat wat je met dieren doet die iets zeggen over de mens) ->
steeds meer redenen om dierproeven te gaan doen
19e eeuw en verder..: meer redenen
- Micorbiologie: hoe ontstaan ziekte -> manier om via dieren ziekteonderzoek te
doen => dier besmetten met bacterie om ziekte te gaan onderzoeken
- Ontwikkeling vacinatiie: ziekte produceren in dieren om te gaan testen vacineren
op dieren
- Na wereldoorlog 1: farmaca, toxicologie, immunologie -> chololade is toxis voor
honden maar niet voor de mens en dioxine is meest toxis maar heeft bij de
presitend enkel acne geveven -> dus is niet aaltijd juist
- Sommige stoffen moeten nog steeds wetelijk getest worden op dieren -> leid tot
grote toename aantal proefdieren
Evolutie diersoorten
- Tot eind 19e eeuw: hond, kat, konijnen, varkens, primaten
- Later: knaagdieren, muizen, ratten -> kweken makkelijker, kleinere huisvesting
- Na 2000: zebravissen ook => steeds lagere diersoorten -> verder van de mens ver
1.4 maatschapelijke protesten
, Tot eind 17e eeuw: weinig tot niets
Eind 17e eeuw tot 18e eeuw: eerste reacties gaan eerder over de mens
Echte protestbeweging: 19e eeuw -> niet oke voor het dier => vanuit engeland
Recent debat: 1975 “ victim of science”/ “ animal liberation”/ “ the case for
animal right” => morele bezwaren tegen gebruik van dieren in experimenten
Statistieken en evolutie
Wereldwijd: 100 miljoen proefdieren per jaar ( waarvan 20 in vs en 11 in europa)
Dieren niet in de cijfers zijn:
- 9miljoen; dieren die gebruikt worden om te testen of routines of voor leer
doelen
- 1 miljoen: genetisch gemodificeerde lijnen in stand houden
- 12 miljoen; dieren die gebruikt worden om te kweken maar niet gebruikt
worden in expiriment
Belgie: ongeveer 543 094 dieren -> dalende cijfers => fluctuerende cijfers
- Dalend door ontwikkeling van alternatieven of wetgeving
- Stijgend door ontwikkeling transgene dieren
- Meer in vlaanderen dan in walonie -> veel farmaceutische industrie in
vlaanderen
Meeste proefdieren in europa: noorwegen -> veel onderzoek naar vissen
vissen kweken enorm veel en snel
Gebruikte diersoorten
- Vooral knaagdieren
- Vogels en vissen zijn aan het stijgen
- Zebravis: zijn doorzichtig
Doelen onderzoek: fundamenteel onderzoek, translationeel toegpast onderzoek
(medisch, farmaseutisch; geneeskunde), regionale testen zoals toxines, hoger
onderwijs en opleiding is hoog dus denk aan praticum diergeneeskunde
Hoofdstuk 2: wetgeving
Europese richtlijn 2010 63 europa: richtlijn is dus dat ieder land naar eigen wetgeving word
omgezet en een verordeling is bij ieder land het zelfde
Wet 14/8/1986 rondom dierenwelzijn en bescherming -> H8 dierenproeven
KB 29/5/13 rondom bescherming van proefdieren
gewijzigd door vlaamse regering naar aanleiding fedarilsering domein dieren welzijn
3 wetgevingen; vlaamse, walonie, brussel
Defeninities
- Dierproef: elk al dan niet invasief gebruik van een dier voor experimentele of andere
wetenschappelijke doeleinden, waarvan het resultaat bekend of onbekend is of voor
onderwijskundige doeleinden. Die bij het dier evenveel of meer pijn,lijden, angst, blijvende
schaden kan veroorzaken als het inbrengen van een naald volgend goed diergeneeskundig
vakmanschap. Dit omvat iedere handeling waarvan het doel of het mogenlijke gevolg de
geboorte of het uit het ei breken van een dier is dan wel het in dergelijke toestand brengen
en houden van een genetische gemodificeerd dier variatie maar omvat niet het diden van
dieren met als enig doiel het gebruik van het organen of weefsel
Wetgeving is dus inlusief:
, - Niet invasief gebruik: het is niet omdat je niets fysiek met het dier doet dat het geen
dierproef is
- van een dier: enkel dieren die proefdieren zijn ->
wel: niet humane gewervelde + octopussen + laatse trimester drachter
zoogdieren + autonoom voedende larvale vormen van alle gewervelde + levende
koppotigen
niet: niet gewervelde + mens + kreeft + sprinkhaan
- wetenschapelijk of onderwijs
- als het dieren evenveel of meer pijn/lijden/angst/blijvende schaden kan veroorzaken
dan een naald dan is het een dierenproef
- genetisch gemodificeerde dierenvariatieiten
- dieren dood of niet het is aaltijd dierenproef
Vb. hond die je injecteerd met vaciin om te testen -> is een dierproef
Vb. embryo van en kip 1 dag voor het uikomen gebruik om bloed te trekken -> NEE want het
is geen zoogdier
Comisies en werkgroepen
= controle dierenproeven
vooraf: goedkeuring ethetische commisie
- kosten baten evolutie: Aantoenen wat je wilt doen -> welke welzijn problemen dit
veroorzaakt -> is de kennis groter dan het lijden van het dier dat je veroozaakt
- Etetische denkwijze: consequente utilistische denkkader
- Beoordeling: proportionaliteit -> voldoende reden voor mogenlijke lijden
tijdens: dierenwelzijn cel (= advies, nazich procedures, opvolging) -> elk jaar
overheidcontrole => proefdier commisie
Verantwoord gebruik van proefdieren
- toegetalen doelstelingen
a) Fundamenteel onderzoek
b) Omzetting gericht of toegpast onderzoek
c) Elke genoemde doelstelling, tijdens de
ontwikkeling, vervaardiging of testen van de
kwaliteit, doeltreffendheid en veiligheid van geneesmiddelen,
levensmiddelen en diervoeders en andere stoffen of producten;
d) Bescherming van het milieu in het belang van gezondheid of welzijn van mens of dier
e) Onderzoek gericht op het behoud van de soort
f) Hoger onderwijs of opleidingen enkel bij essentieel beroepsvaardigheden
g) Forensische onderzoek
Dierenproeven zijn beperkt tot het noodzakelijke en mag dus niet als je dezelde resultaten
door een alternatief kan bekomen -> diersoort keuze moeten worden afgewogen en als er
verschilende zij moet je diegene kiezen met minium aantal dieren of het mins gevoielig aan
pijn/lijden/angst/blijvende schaden.
Richtlijn: 2010/63: onderzoek procedures worden geklasificeerd naar ongemak en lijden
(volgorde: lethaal, gering, matig, erngstig)
- Lethaal is dus het minst problematische -> dieren komen na prodecure niet meer bij
bewustzijn dus kunnen ze in princippe niet lijden
- Beperk hergebruik: dier mag 1 expirment doen tenzij dierenarts toestemming geeft
, Opleiding
= voor 2003 mocht iedereen werken
- Certificaat behaalt maar je moet je jaarlijks bijscholen anders vervalt certificaat
Soorten verzorgers:
- Elementaire verzorging dieren: schoon maken, eten, drinken, vervoer => theorie opleiding
van 4 u
- Bijzondere verzorging dier: post operatieve zorgen, gepaste voorbereiding zoals
maniupulatie, controle omgeving dier, bijkwame bijstand euthanasie => 25 uur theorie en
praktijk
- Actief meewerken uitevoerde proeven: 4O uur studie en afgetoets -> felase B
- Proefleiders: 80 uur studie
Bepaling verloop dierenproef
Herkomst proefdier: enkel diersoorten die voor dit doel gekweekt worden, geen bedereigde
soorten of wilde/verwildere dieren/primaten tenzij toestemming
Welzijn tijdens proef: proeven mogen enkel pijn/lijden/letsel veroorzaken als deze voor het
beoogde doel onvermijdelijkz zijn, nodige verdoving
Einde expiriment: er word beslist aan het einde door deskundige of het proefdier in leven word
gehouden of gedood word
Euthanasie: proefdier die niet in leven word gehouden waarvan het welzijn niet gebaat is bij het
leven houde moet onderwijld worden gedood -> zo weinig mogenlijk pijn, lijden, angst + door
een deskundige persoon
Adoptie of terugkeer habitat: ethetische commsie bepaald dit -> als er geen gevaar voor
volkgezondheid en diergezondheid of mileu is
Hergebruik: als voorafgaande proeven lich of matig waren, als het gezondheid en welzijntoestand
van dier volledig hersteld is, overeenkomst rekening houden met volledige levensloop van dier
door het diergeneeskundige advies
Administratieve regels
= enkel bij toelating erkende instellungen
Erkenning van gebruikers, fokker, leverandiers: erkenning aanvragen -> overzichtplan van
inrichting, beschrijving aparatuur en instalaties, lijst personleel info; beschrijving aard
dierproeven en hun doeln lijst gehouden proefdieren
Dagelijkse controle door proefdierdeskundige van de aanwezighe proefdieren
Indenitificatie en levensloopdosier: bij de huisveting hangt info indetificatie, gebruikte
project, verantwoordelijje proeflijden van het proefdier
Register: gegevens van alle proefdieren per diersoort -> aantal, datim, aankomst datum,
datum spenen, adres en naam leverancier, vorige eigenaar
Hoofdstuk 3: 3v’s
Proefdierethiek
= nutsdieren -> nuttigheid voor de mens => informatie en kennis creeren
Vragen rondom proefdierkunde: aanvaarbaarheid, overbodigheid, terugdringen aantallen,
alternatieven, gebruik van mensen (= niet makkelijk door ethetische + voordeel dat je
toestemming kan vragen)
Tom regan: is het aanvaardbaar dat we dieren gebruiken voor menselijke doelen
Evolutie: eerst ja tenzij -> NU nee tenzij/afschaffing
Kanteling in de jaren 50